De Belgische fritesverwerker Bart's Potato Company verkeert in financiële moeilijkheden. Het bedrijf, onderdeel van de Lamaire groep, doet een beroep op de Wet op de Continuïteit van de Onderneming (WCO) om een faillissement te voorkomen.Â
De groep Lamaire, inmiddels beter bekend als Bart's Potato Company, is een van de grotere aardappelbedrijven in West-Europa. Het bedrijf in Vleteren (West-Vlaanderen) zou jaarlijks ongeveer 200.000 ton aardappelen verhandelen. Enkele jaren geleden werd de productie van diepgevroren frites serieus onderdeel van het bedrijf. Vandaag de dag heeft de fabriek een productiecapaciteit van 50.000 ton frites en andere diepgevroren aardappelproducten.
Gestagneerde afzet
Dat het bedrijf in financieel zwaar weer verkeert, lijkt een direct gevolg van de gestagneerde fritesafzet sinds de coronacrisis. Ook andere fritesverwerkers hebben het daardoor flink voor de kiezen gekregen. De Krant van West-Vlaanderen meldt dat Bart's Potato Company de WCO heeft aangevraagd. José Lamaire, oprichter van het in 1996 gestarte familiebedrijf, zou dat nieuws bevestigd hebben. Met de aanvraag wil het bedrijf zich beschermen tegen schuldeisers.
De wet kent een buitengerechtelijke procedure. In dat geval sluit Bart's Potato Company op informele wijze een akkoord met de schuldeisers en bepaalt zelf de afspraken. Bij de gerechtelijke procedure is de vrijheid beperkt en krijgt het bedrijf enkele opties voorgeschoteld om een reorganisatie door te voeren. Of de aanvraag van Bart's Potato Company door de rechtbank zal worden toegekend, hangt onder meer af van de continuïteit van de onderneming en het perspectief voor de economische activiteit op de langere termijn.
Forse investeringen afgelopen jaren
Bart's Potato Company investeerde tussen 2014 en 2016 nog €38,1 miljoen in een nieuwe productiemethode. Daarmee hoeft de frites niet voorgebakken te worden voordat het diepgevroren wordt en kan een vetvrij product geleverd worden. Op het proces werd patent aangevraagd en de Vlaamse overheid zorgde voor een investeringsinjectie van €1 miljoen. Met de nieuwe productiefaciliteit werden ruim 50 banen gecreëerd.
In 2018 werd de bouw gestart van een diepvriesmagazijn in de haven van het Noord-Franse Duinkerke. Het magazijn is bedoeld voor de export van de diepgevroren frites naar overzeese bestemmingen als Azië, het Midden-Oosten en Afrika. Naar verluidt gaat het om een capaciteit van 30.000 ton per jaar.