De verwerkingslijnen van de Nederlandse fritesfabrieken draaien weer op een redelijk niveau. In juli werd er een fractie meer aardappelen verwerkt dan een jaar geleden. Toen begon het seizoen echter met een zeer schaars aanbod en dat is nu niet het geval.
In totaal verwerkte de aardappelindustrie in de maand juli 269.600 ton aardappelen tot frites en andere aardappelproducten. Dat blijkt uit de actuele verwerkingscijfers die Vavi maandelijks publiceert. Het volume daalt daarmee 'slechts' 2% ten opzichte van de maand juni toen 274.300 ton aardappelen werd verwerkt. Normaal is de terugval in de maand juli groter.
Genoeg aanbod oude oogst
De cijfers liggen in lijn met een jaar geleden. In juli 2019 werd namelijk 268.500 ton verwerkt, wat toen echter een zeer matige seizoenstart betekende. Door de krappe oogst van 2018 moesten fabrieken veel moeite doen om de aanvoer op peil te houden. Dat probleem kan dit jaar niet aan de orde zijn. Door de coronacrisis zijn er veel aardappelen van oogst 2019 blijven liggen.
Tegelijkertijd kampen de fabrieken nog met een behoorlijke voorraad eindproduct. Het verklaart dat er enige rem op de verwerkingsvolumes zit. Het 5-jarig gemiddelde voor de maand juli ligt op 272.240 ton aardappelen. De fritesafzet herstelt zich wel langzaam sinds de heropening van de horeca, maar zit nog niet op het oude niveau.
Hogere fritesproductie
Van het in juli verwerkte volume aardappelen was 43,1% (116.200 ton) afkomstig uit het buitenland. Dat is fors, maar beduidend minder dan vorig jaar toen 47,3% van het volume (127.000 ton) werd ingevoerd. In totaal werd in juli 128.200 ton aardappelen gebruikt voor de productie van voorgebakken frites en 23.100 ton verwerkt tot overige aardappelproducten. Hiermee ligt de fritesproductie fors hoger (27%) dan in juli 2019.