De lobby in Nieuw-Zeeland voor een importstop op Europese frites is nog steeds gaande. Potatoes New Zealand heeft bij de overheid een aanvraag ingediend voor anti-dumpingrechten op diepgevroren frites uit België en Nederland en onderbouwt met cijfers de ‘ernst’ van de situatie.
De angst dat goedkope diepgevroren frites uit Europa de interne markt in Nieuw-Zeeland gaat verstoren, kwam eind mei aan het licht. Een kwestie die ook in Australië speelt. Beide landen zijn bang dat dat Europese fritesoverschotten, die zijn ontstaan als gevolg van de coronacrisis, in overvloed en tegen lage prijzen hun kant op komen. Importrestricties zouden dat een halt toe moeten roepen.
Hoge dumpingmarges
Potatoes New Zealand (PNZ) heeft hiertoe begin juli een aanvraag ingediend bij de overheid. De brancheorganisatie voor de Nieuw-Zeelandse aardappelsector stelt dat de huidige dumpingmarges tussen de 95% en 151% liggen. Die percentages geven aan in welke mate de uitvoerprijs lager is dan de normale waarde. Om vast te kunnen stellen dat er inderdaad sprake is van dumping moet de dumpingmarge groter zijn dan 2%. De marges die PNZ noemt liggen dus ver boven de drempelwaarde.
PNZ verwacht dat de dumpingmarges nog verder zullen toenemen en dat dit zal leiden tot prijsdalingen voor de Nieuw-Zeelandse aardappelindustrie van 18% tot 38%. Dat zou volgens de organisatie desastreus zijn voor de telers en verwerkers in het land. Als er geen importrestricties en of accijns op Europese frites komen, zouden de 5 fritesfabrieken hun productie gedwongen moeten inkrimpen wat direct gevolgen heeft voor de vraag naar aardappelen van Nieuw-Zeelandse telers en de werkgelegenheid die de sector biedt.
Onderzoek duurt maanden
Volgens PNZ maakt de analyse duidelijk dat de dreiging reëel is en dat een onderzoek naar antidumpingrechten gerechtvaardigd is. Als de overheid daarmee instemt en een onderzoek instelt, dan zal het nog ongeveer 9 maanden duren voordat zij daadwerkelijk met importrestricties op de proppen komt. De vraag is dus echter hoe zinvol de lobby is. Daarom worden consumenten ondertussen opgeroepen om lokale aardappelen en frites te kopen.
De afkeer van Europese frites in Nieuw-Zeeland richt zich specifiek tot Nederland en België. Steeds wordt benadrukt dat telers hier overheidssteun ontvangen, waarmee oneerlijke concurrentie zou zijn ontstaan. Dat de steunmaatregel, die inmiddels ook in België vorm heeft gekregen, alleen geldt voor vrije aardappelen en dat er strenge voorwaarden aan verbonden zijn, wordt in de berichtgeving niet meegenomen.
Geen grote exportmarkten
Overigens zijn Nieuw-Zeeland en Australië normaal gesproken geen grootafnemers van Europese frites. Zo staan voor België, de grootste fritesexporteur, Australië en Nieuw-Zeeland als exportbestemming op respectievelijk plek 27 en 71. In Nieuw-Zeeland is normaliter 85% van de fritesconsumptie afkomstig van eigen productie.
Hoe ver de lobby in Australië op dit moment gevorderd is, is nog onduidelijk. Belangenorganisatie AUSVEG neemt hierin het voortouw. Dat er ook in Australië onrust is over de situatie bleek uit de demonstraties die begin juni werden gehouden bij fabrieken van McCain en Simplot.