Verschillende agrarische accountancykantoren waarschuwen fritesaardappeltelers om niet blindelings akkoord te geven op nieuwe voorstellen vanuit hun afnemer. Nu de compensatieregeling een feit is, wordt door de verwerkende industrie een aanpassing op het contract aangedragen.
Onder andere Accon avm, maar in navolging ook Countus en Flynth, praten hun klanten bij over de huidige stand van zaken in de zeer moeizame (frites)aardappelmarkt. Vanuit de telers krijgen de accountants te horen dat verwerkers met alternatieve voorstellen op de proppen komen. Volgens René de Visser, regiodirecteur van Accon avm, wordt dit door alle Nederlandse fritesproducenten gedaan.
Veronderstelde compensatie
Nederlandse fritesaardappeltelers kunnen mogelijk tot €6 per 100 kilo financiële compensatie ontvangen, met een maximum van €150.000 per bedrijf. Accon avm spreekt van een 'veronderstelde compensatie' door RVO, aangezien bij overstijging van de beschikbare €50 miljoen, het bedrag per bedrijf wordt verlaagd. Ook kan de Europese Commissie nog roet in het eten gooien, denkt De Visser. De regeling kan in Brussel gezien worden als oneerlijke concurrentie. De Belgische aardappeltelers bijvoorbeeld hebben nog geen compensatieregeling.
Aardappelverwerkers lijden op dit moment grote verliezen door een forse terugval van de vraag naar frites en andere bevroren en koelverse aardappelproducten. Zij proberen hun financiële schade te beperken door nieuwe afspraken met aangesloten telers te maken. Dit doen de verwerkers door de bestaande overeenkomst te ontbinden en een nieuwe contract voor te stellen, zo komt de accountants ter oren. De nieuwe overeenkomst anticipeert op de verwachte compensatieregeling, die in mindering wordt gebracht op de afgesproken contractprijs.
Aanvulling
"De compensatieregeling is juist gebaseerd op de oorspronkelijke overeenkomst", zegt De Visser. "Zeg dus niet zomaar ja, maar opteer voor een aanvulling op het bestaande contract. De overeenkomst beëindigen is naar ons inziens gevaarlijk." Volgens het accountantsbureau is het van belang dat de totale vergoeding nooit hoger is dan de oorspronkelijke prijs. Na het uitpluizen van de contractvoorwaarden concludeert het dat hierin geen juridische gronden zijn gevonden die het mogelijk maken om bestaande contracten te ontbinden of beëindigen. Ook is het belangrijk vast te leggen dat de aardappelen niet verwerkt worden tot bijvoorbeeld frites. Door een aanvulling te doen komen meerjarige contractafspraken niet in gevaar.
Leveren aan derden?
Een ander accountantskantoor raadt telers ook aan om de verwerker aan zijn contract te houden, maar ook om de schade te beperken door toe te zeggen de aardappelen aan derden te verkopen en leveren. De afnemer (fabriek) blijft verantwoordelijk, maar de alternatieve verkoopopbrengst en compensatieregeling worden wel in mindering gebracht op de overeengekomen contractprijs. In de praktijk is het verkopen aan derden voor telers vrijwel onmogelijk, gezien het enorme overaanbod. De fabrieken zijn juist de tussenpartij die momenteel grote hoeveelheden aardappelen aan de veevoederbedrijven leveren.
Volgens de Vavi spannen verwerkers zich maximaal in om de overschotsituatie te beperken. In april kleurden de verwerkingscijfers echter dieprood, met 40% minder verwerkt productie in vergelijking tot april 2019.