Net als vorig jaar is ook aan de start van dit seizoen de aanloop gespannen. Was het een jaar eerder de droogte die meespeelde, nu zijn dat de strengere eisen rond de loofdoding en kiemremming. Wat betekent dit voor de aardappelcontracten?
De aardappelverwerker en aardappelteler hebben elkaar zondermeer nodig. Toch voelt het alsof ieder jaar scherper wordt gehandeld over de teeltcontracten voor het komend seizoen. Zeker wanneer het groeiseizoen ervoor grillig is verlopen. Uiteindelijk wordt de soep nooit zo heet gegeten als hij wordt opgediend, zo bleek ook afgelopen jaar weer. Een areaaluitbreiding was zelfs mogelijk.
Sector neemt stelling
Ook dit jaar wordt, nog voordat de meeste aardappelverwerkers ‘de boer op zijn’ met hun contracten, alvast stelling ingenomen vanuit de kant van telers en belangenbehartigers. Zo meent de NAV dat een 15% hogere prijs vereist is. LTO reageerde verontwaardigd na stellingname van belangenbehartiger Vavi dat telers zelf verantwoordelijk zijn voor het afleveren van residuvrije aardappelen.
Wat het onderwerp mede op scherp heeft gezet, is het nieuws dat de eerste Belgische verwerker met lagere prijzen komt voor oogst 2020. Geheel tegen de verwachting in. Zowel in Nederland als België wordt een kostprijsverhoging rond 3 eurocent per kilo genoemd voor de lange bewaring. Slechts 1 Nederlandse verwerker is op dit moment al actief met contracteren. Navraag bij de verwerkers in ons land leert dat zij hun prijzen aanpassen aan de actualiteiten. Daarbij wordt wel gekeken naar de rassen en leverperiodes die dit treft.
Hoofdstuk CIPC
Het hoofdstuk CIPC (chloorprofam) blijft een lastige, geven ook verwerkers aan. Niet alle gegevens zijn op dit moment bekend. Onder andere de Vavi en Belgapom hebben bij de Europese Commissie gevraagd om een tijdelijke MRL verhoging (tMRL) voor CIPC. Deze norm ligt nu op het minimale detectieniveau van 0,01 ppm. Europees onderzoek in 350 bewaarschuren toont aan dat een tMRL van 0,4 mg/kilo reëel is. 95% van deze schuren voldeed vorig jaar aan deze norm. Of dit daadwerkelijk de praktijk wordt, is afwachten.
Hoe wordt omgegaan met een normoverschrijding blijft in het ongewisse. Worden deze aardappelen gewassen en alsnog verwerkt, vergist of verbrand? Wie draait op voor de kosten en hoe zit het met contractuele verplichtingen? De Vavi haalde nog eens aan dat een teler als goed huisvader voor zijn gewas moet zorgen, maar ook hier zijn verschillende interpretaties mogelijk. Telers zijn verantwoordelijk voor het reinigen van hun bewaarplaatsen, maar wat is voldoende? Schoonvegen en ventileren, met de stoomcleaner of een professioneel bedrijf inhuren?
Praktische tips
Het Britse AHDB Potato is pionier op dit gebied in Europa. Het heeft voor telers een aantal praktische tips. Lege schuren op dit moment reinigen met water wordt niet aangeraden. De focus moet liggen op het brandschoon maken met de stofzuiger. Een hele klus, omdat alle wanden moeten zijn schoon geschraapt van grond en ook de kanalen grondig schoongemaakt moeten worden. De schuur ‘uit laten dampen’ is het beste, door luiken en deuren open te zetten. Kisten kunnen het beste buiten worden gezet, omdat CIPC in de buitenlucht sneller afbreekt en de kisten vanzelf schoonweken.
Het hoofdstuk pootgoed zorgt bij het contracteren soms voor hoofdbrekens. Dit jaar wordt dat onderwerp niet snel aangestipt. De beschikbaarheid bij verwerkers is voldoende en sterke prijscorrecties zijn niet aannemelijk. Alleen de laatste paar procenten zijn onzeker, door een tegenvallende nacontrole. Mogelijk dat hier rasverschuivingen plaatsvinden.
POC nog geen impact
Het begin van 2020 staat ook in het teken van de Producentenorganisatie Consumptieaardappelen (POC), waarin NAV en VTA het voortouw nemen. Alle eerder genoemde punten wil juist deze POC sectorbreed voor het voetlicht brengen, om zo collectief tot afspraken te komen met afnemers. Specifiek gaat het om fritesaardappelen. De POC-organisatie hoopt voor oogstjaar 2021 actief te zijn. Het heeft inmiddels met alle grote Nederlandse afnemers gesproken. Vanuit die kant zijn de reacties wisselend. LTO Akkerbouw ziet meer in een telersorganisatie per afnemer, zodat er concurrentie blijft tussen de fabrieken.
Conclusie
Afnemers zijn positief over de verwachting dat het (gecontracteerde) aardappelareaal in Nederland kan groeien, maar ook daarbuiten. De vraag is aanwezig bij telers, zo wordt gedacht. Een reductie van de oppervlakte grasland, maar ook graan en maïs zorgt voor een ruimere beschikbaarheid van grond. Vooral in de veehouderijgebieden in het zuidoosten, oosten en noordoosten is er aanbod van stoppers of krimpers. Vlaanderen raakt ondertussen, net als de traditionele Nederlandse teeltgebieden, stampvol met aardappelen. In Wallonië zijn nog mogelijkheden. Gezien de ambities van verschillende verwerkers is dat ook broodnodig, net als de sterk toenemende oppervlakte in Noord-Frankrijk.
Voorafgaand aan seizoen 2019-2020 werd al gesproken over een monsterareaal, met in potentie een vloedgolf aan aardappelen als resultaat. Door een grillig groeiseizoen werd dat uiteindelijk niet bewaarheid. Ook voor seizoen 2020-2021 is die angst aanwezig. Een aardappelvolume van meer dan 30 miljoen ton overvoerd de EU-5 en laat de prijzen kelderen (zie oogstjaar 2017). Ongetwijfeld kent ook 2020 zijn grillen, met lange droge en hete periodes en zware regenval. Een ruimere dekking bij de verwerkers wordt dan ook geambieerd, om van voldoende grondstof zeker te zijn. Ook dit blijft een dunne lijn waarop door de sector gebalanceerd wordt. Hoe het kwartje valt weten we in december.