De Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) en Verenigde Telers Akkerbouw (VTA) hebben de ambitie om voor oogstjaar 2021 zo'n 20% tot 30% van het Nederlandse consumptieaardappelareaal te verenigen. De NAV gaf 7 januari tekst en uitleg over de van de Producentenorganisatie Consumptieaardappelen (POC).
Daarbij trekt het samen op met VTA. Het is niet voor het eerst dat zowel de NAV als VTA stappen zet om aardappeltelers te verenigen voor de gezamelijke belangenbehartiging. Verandering van de Europese en Nederlandse wetgeving heeft ervoor gezorgd dat producentenorganisaties (PO’s) veel meer vrijheid hebben gekregen. Hierdoor besloot de NAV om weer met een PO voor consumptieaardappelen aan de slag te gaan.
Start oogstjaar 2021
Voor seizoen 2020-2021 lukt het niet meer om de POC in stelling te brengen. “Door het natte najaar hebben de zaken vertraging opgelopen. Ook kost het tijd om alles door de ministeriële molen te krijgen”, licht NAV-bestuurslid Keimpe van der Heide toe. “Het contracteren voor seizoen 2020-2021 is inmiddels begonnen. Wij richten ons op oogstjaar 2021. Alles staat in de startblokken. De oprichtingsakte, statuten en een plan van aanpak zijn er en we hebben voldoende leden om te mogen starten.”
Hij benadrukt dat de POC niet is voorbehouden aan de NAV, maar dat het een zelfstandige vereniging is. “De VTA trekt met ons op en met LTO Akkerbouw worden gesprekken gevoerd”, vertelt hij “We hopen hen ook aan boord te krijgen. Wanneer we onze aanvraag indienen, kan de POC er redelijk snel staan. Binnen zo’n 3 maanden.”
Jaap van Wenum: 'Voorwaarden per verwerker onderhandelen' |
LTO Akkerbouw-voorzitter Jaap van Wenum ziet kansen voor de POC, maar heeft ook zijn reserves. "Het is positief dat de POC zich inzet voor telersbelangen maar, ik denk niet dat er naast LTO en NAV behoefte is aan een derde belangenbehartiger”, laat hij desgevraagd weten. “Wanneer de POC de afzet niet bundelt, wat is dan hun meerwaarde? Onderhandelen over contractvoorwaarden zie ik eerder per afnemer gebeuren. Aviko Potato heeft een telersorganisatie (ATC), maar de niet-coöperatieve partijen niet. Daar zie ik meerwaarde voor producenten om zich te organiseren. Met meer inspraak en kostendekkende contractprijzen kunnen partijen het verschil maken. LTO zit ook bij de Vavi en de NAO aan tafel om over deze zaken te spreken in landelijk verband.” |
20% tot 30% areaal
Om als serieuze gesprekspartner te worden gezien door afnemers, hopen de initiatiefnemers op zoveel mogelijk aangesloten telers. Een minimum aantal wordt niet genoemd, maar ervaring uit het verleden leert dat 5% van het consumptieareaal niet voldoende is om het verschil te maken. De POC wil tussen de 20% en 30% van het consumptieaardappelareaal bundelen. Je praat dan over een oppervlakte tussen 15.800 hectare en 23.700 hectare. De POC richt zich louter op consumptieaardappelen, en dan met name fritesaardappelen.
Sinds de start van de oprichting in oktober heeft het POC-bestuur overleg gehad met de 4 grote Nederlandse fritesproducenten, maar ook pootgoedhandelshuizen en aardappelpools. “Hun houding tegenover de POC verschilt”, legt Van der Heide uit. “De ene verwerker ziet meer voordeel dan de ander. Een algemeen beeld is dat afnemers 1 organisatie als voordeel zien bij het bespreken van teeltvoorwaarden. Bijvoorbeeld op het vlak van duurzaamheid. Op het idee dat de POC zich met de pootgoedvoorziening gaat bemoeien, werd zeer verschillend gereageerd.” Wanneer alle deelnemers van een aardappelpool lid worden, geeft dat de organisatie een enorme boost. Daar hoopt het dan ook op. Poolbeheerders kunnen niet lid worden, omdat niet-telers zijn uitgesloten.
Niet afzet regelen
Van der Heide benadrukt dat de POC niet de afzet wil reguleren, zoals bij eerdere initiatieven wel het geval was. “Telers weten zelf welke afzetmethode en afnemer het beste bij hun past. De Europese wetgeving voor PO’s noemt 10 speerpunten waar een organisatie zich op mag focussen. In de oprichtingsakte worden ze alle 10 benoemd. Uiteindelijk bepalen de leden, via de ALV, waar de focus op komt te liggen. Dit kan zijn de contractvoorwaarden, pootgoedbeschikbaarheid of zelfs het reguleren van het areaal. De nieuwe Omnibus-richtlijn maakt dit mogelijk. Een ander idee is dat in POC-verband vroegtijdig probleempartijen van de markt worden gehaald. Die blijven zo niet boven de markt hangen en de prijs negatief beïnvloeden.”
Internationaal afspraken maken
Omdat de aardappelverwerkers internationale actief zijn, ziet de POC ook een bredere rol voor zichzelf weggelegd. Het heeft gesprekken gevoerd met de NEPG, REKA-Rheinland in Duitsland, PCA/Fiwap en ABS in België en het Franse Le Gappi (Groupement d’ Agriculteurs Producteurs de Pommes de Terre pour l’ Industrie). Deze telersorganisatie telt 800 leden. “Wanneer ook zij stappen zetten om een PO op te richte, is het mogelijk onderling afspraken te maken op internationaal vlak”, zegt NAV-voorzitter Teun de Jong. “Hiervoor moet een Unie van Producentenorganisaties (UPO) worden gevormd. “In Duitsland en Frankrijk heerst solidariteit. België is een vrijer gebied. We hopen uiteindelijk dat consumptieaardappeltelers is het gehele HAFPAL-gebied zich verenigen. De Nederlandse POC dient als testcase. Iedereen kijkt nauwlettend naar ons.”
De tijd van leden werven is nu aangebroken. Op dit moment buigen aardappeltelers zich over de kostprijs voor het komend seizoen. Uit de meerjarige kostprijsberekeningen van NAV blijkt dat deze gemiddeld met 3 cent per kilo toeneemt. Naast een verhoging van de CAO-lonen is dit het gevolg van hogere kosten bij de loofdoding (wegvallen diquat) en kiemremming (wegvallen chloorprofam). De vraag is of deze kostenstijging door de contractprijzen wordt gecompenseerd. Een eerste signaal is negatief.
Concurrentie blijft
“Voorop staat dat we collectief het rendement van de teelt willen verbeteren”, benadrukt De Jong. “Dit kan door als aardappeltelers collectief over de voorwaarden te onderhandelen, zoals dat in de VS ook gebeurd.” “Een PO mag alles doen om zijn doelen te verwezenlijken”, voegt Van der Heide toe. “De Europese Commissie toetst dit desgevraagd. Blijken acties in strijd met de wet, dan zijn hier achteraf geen gevolgen aan verbonden. Concurrentie moet te allen tijde aanwezig blijven op de markt, dat is een eis. Het lidmaatschap kost naar verwachting zo’n €100 per teler. In de oppervlakte per teler wordt geen onderscheid gemaakt. Gezamenlijk bepalen de leden welke doelen de POC na gaat streven.”