De Europese Unie is 15 november bij de WTO (de World Trade Organization) een officiële procedure gestart tegen Colombia. Volgens de Europese Unie heeft het land oneerlijke heffingen ingesteld op bevroren frites uit onder meer Nederland.
De antidumpingheffingen die vorig jaar door Colombia ingesteld werden, zijn volgens de Europese Unie niet te verenigen met het WTO-recht. Deze heffingen leiden er namelijk toe dat 85% van de Europese export richting Colombia geraakt wordt. Dit betreft een waarde van circa €19 miljoen per jaar.
"Ondanks verschillende acties om de ongerechtvaardigde maatregelen op te heffen, hebben wij geen bevredigend antwoord ontvangen. We hebben daarom nu besloten om deze zaak aanhangig te maken bij de WTO. Wij hopen deze kwestie zo snel mogelijk op te lossen, bij voorkeur al tijdens het komende WTO-overleg", aldus Cecilia Malmström, de Eurocommissaris voor Handel.
Waarschuwing voor andere landen
Zoals Boerenbusiness eerder al schreef, is Colombia geen grote afnemer voor de EU-5. Het staat in de ranglijst van niet-Europese exportlanden op plaats 12, na Australië. De WTO-procedure kan daarom gezien worden als symboolpolitiek, om andere landen te waarschuwen niet met dergelijke heffingen te komen.
De Belgische industrie is het hardst getroffen, al heeft dit land de export alsnog met 25% weten uit te bouwen. Maar, door de extra belasting is de gemiddelde verkoopprijs wel fors gestegen: +12% in 1 jaar tijd. Toch blijft België de goedkoopste leverancier van frites. Nederland levert bijna 20% minder frites richting Colombia. Duitsland is op dat gebied het hardste getroffen. De Duitse uitvoer werd voor 75% teruggeslagen.