Dat wat 1 van de meest memorabele pootgoedseizoenen had kunnen worden (ten aanzien van de pootgoedvoorziening), is dat uiteindelijk ook geworden. Echter, wel 1 met een andere insteek. In de late zomer en de vroege herfst van 2018 was de pootgoedkrapte de grootste zorg van de pootgoedhandel. Hoe is het seizoen uiteindelijk verlopen?
Velen zullen zich de verhalen herinneren van de pootgoedhandelshuizen die aankondigden dat het weleens heel krap zou kunnen worden als het gaat om voldoende pootgoed voor uitplant van consumptieaardappelen voor de fritesteelt. Daarbij vielen vooral de opbrengsten van de vroege pootgoedrassen dusdanig tegen dat afnemers rekening moesten houden met een fors lagere beschikbaarheid.
Perfect jaar voor Bintje?
Agrico liet 12 oktober bijvoorbeeld weten over 40% minder pootgoed te beschikken. Bij de latere fritesaardappelrassen was de opbrengstreductie minder, maar leverde het toch de zorg op of er uiteindelijk wel voldoende beschikbaar zou komen. De min of meer vergelijkbare rassen werden als alternatief geboden, om zodoende afnemers met meerjarige contracten tegemoet te komen. Daarbij was het overigens een geluk bij een ongeluk dat de poters fijner dan gemiddeld waren. Het had een perfect jaar voor pootgoed van het ras Bintje kunnen worden, voornamelijk om de gaten op te vullen die de monopolyrassen lieten vallen.
Echter, medio mei 2019 lijkt niets van wat in de herfst werd uitgesproken ook maar de kern te hebben geraakt. De werkelijkheid is dat vandaag de dag voor duizenden tonnen van allerhande rassen een alternatieve afzet wordt gezocht. De prijzen variëren tussen €10 en €15, een prijsniveau dat betrokken partijen veel geld kost. De hoeveelheid poters zouden een fritesconsumptieareaal vertegenwoordigen van 10.000 tot 15.000 hectare. Is daarmee ook gezegd dat voor een dito areaal andersoortig pootgoed is gebruikt? Volgens critici zijn er in elk geval cijfermatig veel oneffenheden zijn.
Uitbreiding fritesaardappelareaal
Met een sterke uitbreiding van het areaal fritesaardappelen voor seizoen 2019/2020, is het een niet te rijmen ontwikkeling. Want, waar komt dan al het pootgoed vandaan dat voor het huidige areaal is gebruikt? En was er überhaupt wel sprake van een pootgoedtekort, of was het gespeelde onschuld? Ten slotte welke relatie is er tussen de pootgoedfraude en de pootgoedtekorten? Het zijn vragen die het stellen waard zijn, maar niet eenvoudig zijn om te beantwoorden. We doen toch een poging:
Het is in elk geval een feit dat Bintje geen enkele rol heeft gespeeld om iets van het verwachte pootgoedtekort op te vangen. Daardoor zal dit ras nog sneller decimeren. Het zal de aard van de vrije pootgoedhandel van fritesrassen drastisch doen veranderen, want de risico’s zijn niet meer te overzien en af te dekken.