Nadat de notering van Belgapom vrijdag 5 april een extreme verlaging liet zien, was het deze week de vraag of de andere noteringen in België (PCA/Fiwap) en de omringende landen (Frankrijk en Nederland) zouden volgen.
Belgapom heeft met 1 zwaluw nog geen zomer gemaakt. De Nederlandse markt voelt vandaag de dag zelfs vaster aan dan vorige week. Dit gevoel werd tevens bevestigd door de PotatoNL-notering van donderdag 11 april. De notering voor 'categorie 1' kwam weliswaar gemiddeld €0,25 per 100 kilo lager uit (€29 tot €31), maar categorie 2 noteerde daarentegen €1,25 per 100 kilo hoger (€31 tot €34).
Het prijsverschil tussen de gemiddelde noteringen, die gebruikt worden voor de cash settlement van Nederland (€31,35), Duitsland (€28,37) en die van België (€24,67), is enorm en is ook lastig te verklaren. De gemiddelde notering vanuit Frankrijk (€26,83) wordt wel meegezogen in het negatieve sentiment van de Belgische markt, maar pakt nog steeds ruim €2 hoger uit.
Markt voelt beter aan
Aan het begin van week 15 dreunde de klap in de fysieke aardappelmarkt, als gevolg van de forse verlaging van Belgapom, nog door; alle kopers op de markt trokken hun water op. Een paar dagen later (eind week 15) voelt de markt echter weer beter aan, wat ook onderbouwd wordt door hogere biedingen van diverse kopers van bijvoorbeeld Fontane. Daarbij is het aanbod wel zeer beperkt.
Ook in België is, op basis van de noteringen in dat land, geen aanbod te vinden. Dit zegt overigens nog niets over de notering van Belgapom van vrijdag 12 april, omdat als er geen transacties zijn geweest de commissie van de beurs kan opteren voor onveranderd. De notering wordt immers gebaseerd op het aantal gedane transacties. Opmerkelijk is wel dat in een straal van minder dan 400 kilometer het prijsverschil zo groot is. In deze fase van de markt is een Belgische teler met vrije aardappelen beter af met kopers uit omringende landen.
Dunne markt
De markt is momenteel dan ook extreem dun, vooral doordat het volume van vrije aardappelen in vrijwel de hele EU-4 (zeer) beperkt is. Het gebrek aan vraag, afgewisseld met het gebrek aan aanbod, maakt de markt de komende periode grillig en onvoorspelbaar. De telers die nog wat product te verkopen hebben, lijken terughoudend met het geven van aanbod. Dat betekent tevens dat bewaren, gezien de koude nachten, nog altijd prima is.
Verder zijn telers druk met de werkzaamheden op het land. Er zijn ook berichten dat de ontwikkeling van de gewassen in vroege teeltgebieden (vooral door het koude weer) wat achter beginnen te lopen. Dit zijn ook ingrediënten die mee kunnen spelen richting het einde van het nog altijd lange seizoen.