Aardappelen: er zijn of veel te veel, of veel te weinig. Dit levert hevige schommelingen op en deze vertalen zich direct door in de prijsvorming en op de markt. De verwerkingscapaciteit laat echter een stabiel tot stijgende lijn zien. Zo ontstaat de vraag: welke Europese aardappelopbrengst past bij de huidige verwerkingslijnen?
Een optimum bereiken in het areaal, de opbrengst en de verwerking is hoegenaamd onmogelijk. Al is het maar vanwege het groeiklimaat of de ondernemer zelf. De markt gaat op en neer, maar toch is het interessant om de cijfers, met het beetje informatie dat we nu hebben, naast elkaar te leggen.
Toename van areaal
Nu iets zeggen over de opbrengst, terwijl de hoofdfritesrassen nog amper zijn gepoot, is een schot in het duister. De gemiddelden moeten dan ook een theoretische indicatie geven. Over het aardappelareaal kan met iets meer zekerheid worden spreken. Het sentiment in de aardappelsector in Noordwest-Europa is dat de totale oppervlakte fritesaardappelen zal gaan toenemen. Recent berichtte telersorganisatie NEPG (North-Western European Potato Growers) hierover en ook de marktexperts van DCA verwachten een groei.
De NEPG is voorzichtig met de inschatting, want zij spreken voor de EU-5 over een toename van 1% tot 2%. Dit betekent een maximum van 607.500 hectare consumptieaardappelen. Marktexperts van DCA verwachten een groei van 3% tot 5%, afgaande op data die half maart beschikbaar was. Hierdoor komt de vlag bij de grens van 647.000 hectare te liggen en onder meer in Vlaanderen stijgt het areaal behoorlijk. Ook wordt half april beter duidelijk dat de pootgoedvoorziening geen belemmering is.
Theoretische opbrengst
Wanneer we kijken naar de gemiddelde opbrengst over 5 jaar, dan komt deze uit op ruim 48 ton per hectare. Dit is inclusief het extreem lage jaar 2018, maar ook inclusief het overvloedige 2017. De data is dus behoorlijk gemixt. Afgaand op de bovenstaande cijfers levert dat theoretisch gezien 29,22 miljoen ton tot zelfs 31,1 miljoen ton aardappelen. Ter vergelijking: in 2017 was dat 29,3 miljoen ton van 620.600 hectare.
Tot zover de theorie, die aantoont wat een mogelijk scenario kan zijn en die tegelijkertijd totaal niet op waarheid is berust. Een droge zomer of natte herfst bepaalt de opbrengst in Europa namelijk, waarbij de fluctuatie maximaal 30% bedraagt.
Verschillen in rassen
De cijfers behelzen zowel de opbrengst van fritesaardappelen als die van tafelaardappelrassen. Het is uiterst lastig een duidelijk streep te trekken tussen deze productgroepen. Dit ook omdat er ook nog een categorie 'dubbeldoelrassen' is die, zeker bij krapte in het uitgangsmateriaal, weer meer wordt benut. De zetmeelaardappelen en pootaardappelen zijn wel buiten beschouwing gelaten. Ook deze soorten zijn van invloed op de aardappelbeschikbaarheid. Naar verwachting neemt de teelt van tafelaardappelen in Europa (het Verenigd Koninkrijk is een uitzondering) af, wat ten voordele komt van de fritessector.
De aardappelverwerkende industrie heeft duidelijk ingezet op een groei. Er worden fabrieken nieuw gebouwd, uitgebreid of geoptimaliseerd. Ook zijn nieuwe teeltgebieden aangeboord, uitgebreid en zijn contractprijzen verhoogd. Mede hierdoor stijgt het te verwachten areaal. Welk cijfer past echter bij de huidige stand van de verwerkers? Een onderzoek van Boerenbusiness toont aan dat dit net zo moeilijk voorspelbaar is als de cijfers aangaande areaal of opbrengst.
Hoe groot is de capaciteit?
Uit navraag bij insiders blijkt dat de geschatte verwerkingscapaciteit in Europa op 15 tot 17 miljoen ton aardappelen uitkomt. Analistenbureau Annual Insight houdt zich voor de fritesproducent bezig met deze cijfers. Zij bevestigen deze getallen en zitten hierbij aan de onderzijde van 'onze' verkregen informatie. Het is mede lastig een hard cijfer te bepalen, omdat de verwerkende industrie zich gigantisch snel ontwikkelt.
Toen Annual Insight in 2011 begon met het verzamelen van de data lag de verwerking op een niveau van 12 miljoen ton. In de daaropvolgende jaren groeide dit naar 13 miljoen ton en voor seizoen 2019/2020 wordt zelfs een capaciteit van 15 miljoen ton verwacht.
Efficiëntie
Naast het bouwen van nieuwe verwerkingslijnen, wordt ook hard gewerkt aan het verhogen van bestaande capaciteit en verbeteren van efficiëntie. In 2000 bedroeg de capaciteit van 1 verwerkingslijn 10 tot 15 ton per uur. Bijna 20 jaar later ligt dit al op 30 tot 35 ton per uur. Het gemiddelde rendement bedraagt nu 60%; van 1.000 kilo aardappelen wordt 600 kilo frites gesneden. Het overige product wordt afgezet als veevoer (zoals stoomschillen), vlokken of bijvoorbeeld rösti. Iedere procent rendementswinst levert de totale sector bijna 100.000 ton eindproduct op.
Nederlandse aardappelverwerkers als Farm Frites, Aviko, McCain en Lamb Weston/Meijer richten zich in ons land vooral op deze efficiëntieslag, die nog lang niet ten einde is. In België gebeurt dat ook wel, maar daar wordt tevens flink bijgebouwd. Agristo opende in 2017 een nieuwe fabriek en zal de productie dit jaar verdubbelen (goed voor 800.000 ton aardappelen). Clarebout breidde de productie op hun bestaande sites in Nieuwkerke en Waasten uit.
Het effect van Clarebout
Clarebout heeft de mogelijkheid om de verwerkingscapaciteit flink naar boven te stuwen. De nieuwe plannen spreken over een megafabriek in de Waalse plaats Frameries. Daar zou, volgens berichten, tot 2.300 ton frites per dag kunnen worden geproduceerd. Je spreekt dan over een totale grondstofbehoefte tot 1,4 miljoen ton. Hoe haalbaar de genoemde cijfers zijn, moet nog blijken. De bouw is nog niet gestart en kan ook op weinig steun rekenen van de lokale bevolking.
De Belgische verwerkingscijfers, die recent door Belgapom gepubliceerd zijn, tonen dat de Belgen daad bij hun woord voegen. De groeicijfers zijn fenomenaal. In 2018 werd ruim 5 miljoen ton aardappelen verwerkt en in 1 jaar tijd steeg de verwerkingscapaciteit met bijna 12%.
Capaciteit in Benelux
De Nederlandse aardappelindustrie verwerkte over 2018 dik 4 miljoen ton aardappelen, wat eveneens een record is. Gezamenlijk was de Benelux in kalenderjaar 2018 goed voor 9,13 miljoen ton. De uitbreidingsplannen en verbeterde efficiëntie hebben ervoor gezorgd dat dit (volgens insiders) in 2019 naar 9,5 miljoen ton stijgt. Hierbij zijn cijfers van bijvoorbeeld Avebe en Rixona niet meegenomen.
Buiten de Benelux is het de Duitse industrie die het meeste groeit. De Noord-Franse aardappelen worden grotendeels in België verwerkt. Polen valt nu buiten de EU-5, maar is eigenlijk wel een belangrijkere leverancier dan het Verenigd Koninkrijk. Dit eiland is een wereld op zichzelf, terwijl Polen dient als leverancier voor aardappelen die naar de Benelux of Duitsland worden gehaald. Insiders zien de lokale verwerking niet veel toenemen.
Conclusie
Terug naar de hamvraag: welke Europese aardappelopbrengst past bij de huidige verwerkingslijnen? Meer dan 29 miljoen ton aardappelen bij een krappe 15 miljoen ton verwerking is te veel. Dat liet seizoen 2017/2018 al zien. Een hectareopbrengst van 50 ton, bij het geschatte aardappelareaal, is desastreus voor de prijsvorming op de vrije markt. Rekenen we met de opbrengstcijfers van 2018, dan is een totaal van bijna 25 miljoen ton beter in balans.
Met deze cijfers in het achterhoofd kun je concluderen dat er in potentie een overschot van 14% in de markt is. De praktijk pakt echter hoe dan ook anders uit. Of er met vrije aardappelen dan wat valt te verdienen, is afhankelijk van hoe het kwartje valt. De lijn tussen winst en verlies is dun, maar op basis van het verwachte areaal niet positief.