Minder vroege aardappelen uit Israël

In de afgelopen jaren nam de export vanuit Israël naar Europa af, maar dit jaar zijn de aardappelen uit het land meer dan welkom. De ironie is echter dat het land nu veel minder product beschikbaar heeft.

Krimpende markt
Het land exporteerde in 2018 circa 220.000 ton (van een totale opbrengst van ongeveer 600.000 ton). En ongeveer 200.000 ton daarvan ging naar Europa, veruit het grootste gedeelte dus. De export is daarnaast volledig gericht op de maanden maart tot en met juni.

De focus ligt op die maanden omdat de Israëliërs dan een goede positie hebben op de markt. Echter, de afgelopen jaren viel de afzet tegen. De Europese importeurs kiezen steeds vaker voor aardappelen uit bewaring, zeker na een oogst als 2017. Daarbij verbetert de bewaring in Europa, wat ervoor zorgt dat Israël met een krimpende markt te maken heeft.

Voor veel telers is de aardappelteelt daarom minder interessant aan het worden. Ook is de focus nu meer gericht op de lokale markt. Bovendien kostte het pootgoed veel en was er minder van het product beschikbaar. Daardoor zou het areaal van vroege aardappelen geslonken zijn.

Minder aanbod
Deze winter kwam het gunstige weer daar bij. Hoe groot het effect hiervan is, is nog lastig te beoordelen. Vooral vanwege een geslonken areaal, zal het aantal Israëlische aardappelen voor de Europese markt naar verwachting kleiner zijn.