Na Brazilië heeft nu ook Colombia anti-dumpingmaatregelen op frites uit Nederland en België ingevoerd. De aardappelindustrie vreest dat dergelijke maatregelen zich in Zuid-Amerika als een olievlek gaan uitbreiden. Echter, werken de heffingen eigenlijk wel?
Brazilië voerde begin 2017 een antidumpingheffing in op frites uit onder meer Nederland. De Nederlandse export van frites werd hier serieus door getroffen, meer dan andere landen die met een heffing te maken kregen. Dit omdat Nederlandse bedrijven de hoogste importheffingen moesten betalen.
Alternatieve kanalen
Uit een analyse van Annual Insight blijkt dat de export van Nederlands product naar Brazilië met 27,5 miljoen ton is afgenomen tot 57 miljoen ton. Hoewel de export niet meer vanuit Nederland plaatsvond, zijn de internationaal opererende fritesfabrieken erin geslaagd om de frites via andere landen toch af te zetten.
Brazilië importeerde namelijk meer vanuit Polen, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en België. Samen exporteerden de landen 25,5 miljoen ton aardappelen extra naar Brazilië. De heffingen hebben dus als effect gehad dat er slechts 2 miljoen ton minder is geïmporteerd, zo becijferde Annual Insight.
Gewenst effect?
De ironie is dat de export uit deze landen door dezelfde bedrijven wordt gedaan als de bedrijven die het anders vanuit Nederland zouden doen. De binnenlandse markt van Brazilië wordt er dus niet beter op, terwijl dat wel de bedoeling van de importheffingen was. Het is dus de vraag of de maatregelen die Colombia recent instelde het gewenste effect gaan hebben.