Aardappeltelers op het Canadese eiland Prince Edward Island worstelen met een extreem najaar. Het groeiseizoen verliep al grillig en ook de oogst wordt nu bemoeilijkt door overmatige neerslag. Begin november zit nog een significant areaal in de grond.
Prince Edward Island, ook PEI genaamd, is het belangrijkste en grootste aardappelteeltgebied van Canada. Het areaal bedroeg in 2016 zo'n 33.700 hectare. Daarmee beslaan aardappelen ongeveer 20% van het volledige akkerbouwareaal op het eiland.
Oogst in november is ongehoord
Het PEI Potato Board schat in dat er begin november nog 5.260 hectare gerooid moet worden. Dat is ruim 15% van het totale areaal, goed voor $50 tot $60 miljoen Canadese dollars. De reden hiervoor is de extreem natte maand oktober. Aardappeltelers hebben in 50 jaar tijd niet eerder zoiets extreems meegemaakt; oktober telde slechts 6 dagen zonder regen, met een gemiddelde neerslag van 165 millimeter.
De telers die gedwongen stilstaan met hun machines, helpen de collega's waar wel gerooid kan worden. Dit om maar zoveel mogelijk uit de grond te krijgen. Naast de neerslag, helpen de lage temperaturen ook niet mee. De akkerbouwers zijn vooral verontrust om in november nog te rooien, want vorstschade is een reëel probleem.
PEI Potato Board zegt dat circa 80% van de aardappelen op het eiland is verzekerd. Dit neemt echter niet weg dat telers grote verliezen krijgen te verwerken, omdat de gewasverzekering niet de volledige teeltkosten dekt, zo meldt het.
Temperatuur daalt
Het voorjaar verliep voor telers op het eiland al moeizaam. Door regen en kou ging het seizoen namelijk laat van start. Vervolgens volgde een droge zomer, waardoor de groei verre van ideaal was. Voor de hoofdstad van de provincie, Charlottetown, worden lage temperaturen verwacht (maximaal 2 graden Celsius overdag en tot -7 graden Celsius ’s nachts). Wel wordt er minder regen verwacht, waardoor vorst nu het grootste probleem is voor de telers.