De proefrooiingen van VTA komen zo'n 20% onder het niveau van vorig jaar uit. Daarnaast is het verschil met het 5-jarig gemiddelde zo'n 12,5%.
In de maanden augustus en september is er nog ruim 10 ton bijgegroeid. Daarmee is er iets meer nagroei geweest dan in de voorgaande 5 jaar. Over het algemeen wordt er niet veel nagroei meer verwacht, omdat de meeste percelen doodgespoten, gerooid of versleten zijn.
Minder in de fritesmaat
Van de hele opbrengst is 61% fritesgeschikt (50 millimeter opwaarts). Dat is minder dan in 2017 (70%) en minder dan het 5-jarig gemiddelde (69%). De verschillen in de opbrengst zijn groot. De laagste opbrengst kwam op 21,3 ton per hectare, terwijl de hoogste opbrengst op 84,6 ton per hectare uitkwam. Deze verschillen hebben te maken met de mate van beregening, maar ook met regenschade.
De meeste proefrooiingen zijn gedaan in het kleigebied. Dat geeft deels een vertekend beeld, omdat de opbrengsten op de zandgronden duidelijk achterblijven.