Ook in pootaardappelgewassen wordt doorwas gevonden. Overal in Nederland wordt secundaire groei waargenomen, al verschilt de mate van aantasting per regio en ras. Handelshuizen en adviseurs noemen de ontwikkeling zorgelijk. De pootgoedkwaliteit is opnieuw een flinke uitdaging.
Doorwas in de pootaardappelen wordt door keuringsdienst NAK niet toegestaan. Glazige primaire en secundaire knollen zijn slecht houdbaar en geven problemen met de opkomst. De keurmeesters van de NAK controleren alleen visueel op glas. Zitten er kiemen op de knollen, dan is het probleem minder erg. De aardappelen blijven echter kiemlustig. Is er sprake van een zware aantasting, dan is uit laten groeien de enige optie.
Rasverschillen
In Flevoland wordt op alle plaatsen doorwas aangetroffen. Er is geen vast beeld te vormen. Agria is vatbaar, maar ook in het relatief ongevoelige ras Fontane wordt doorwas gevonden. Adviseurs en handelaren noemen de situatie uniek. Doorwas openbaart zich normaal gesproken niet in deze mate. In de provincie Zeeland ziet Delphy-adviseur Johnny Remijn niet veel doorwas. Vooral in de rassen Agria en Bintje is het te zien, al is het areaal van dat laatste ras erg klein.
Remijn zag vorig jaar ook percelen met doorwas: "De oude en nieuwe knol hadden een gemeten onderwatergewicht van 300 gram. In de bewaring hielden deze zich goed, maar dit voorjaar was de opkomst van beide knollen slecht. De glaskoppen gingen rotten en bacterie en fusarium sloegen toe. Is het onderwatergewicht hoog genoeg, dan is het pootgoed bruikbaar."
Virusaantasting
Langs de Waddenkust staan de aardappelpercelen opnieuw te bloeien. Van een serieuze aantasting is (nog) geen sprake, zo laat een insider weten. Vooral de late rassen hebben te maken met kiemen op de knollen. Ook reeds geklapte percelen groeien opnieuw uit en zijn daarmee aantrekkelijk voor een late luizenvlucht. Net als vorig jaar wordt voor een late virusaantasting gevreesd.
Aangezien veel gewassen door het warme weer vroegtijdig af zijn gestorven heeft de NAK nauwelijks een derde keuringsronde uitgevoerd. De selecteurs konden niet meer op zoek naar bacterie- en viruszieke planten. De laatste cijfers van de NAK (6 augustus) vlakken af op een verlaging van 15,8% en daarnaast is 2,3% afgekeurd. De handelshuizen verwachten dat de nacontrole tegen kan gaan vallen.
(Tekst gaat verder onder de afbeelding)Hergroei in pootaardappelen zorgt voor vrees op een late virusbesmetting.
Gemakzucht
Handelshuis De Nijs Potatoes uit Warmenhuizen merkt op dat de telers soms wat gemakzuchtig over de problematiek denken. De opbrengst is laag, waardoor er lang is gewacht met doodspuiten om zoveel mogelijk kilo’s te laten groeien. Het noemt de situatie in Noord-Holland zorgelijk. De vroege rassen hebben minder last van hergroei dan de late. De meeste percelen liggen inmiddels dood, maar planten beginnen opnieuw uit te lopen. Soms groeien zijscheuten van doorwasknollen uit de rug om nieuw blad te vormen.
De handelshuizen noemen ook schurft als probleem. Tijdens de proefrooiingen was de aantasting gering, maar bij het rooien blijkt dit beeld veranderd te zijn. Dit wordt ook geregistreerd door de NAK. Moederknollen worden niet als probleem gezien. Door de droogte zijn ze veelal leeggezogen en voldoende verteerd; zeker wanneer het gewas al langer doodligt.
Ideale rooiomstandigheden
Het rooien is vooral in Flevoland op gang gekomen. In veel andere gebieden was het te droog. Inmiddels is ook in het noorden, Noord-Holland en zuidwesten voldoende regen gevallen. Het onderwatergewicht is erg hoog, waardoor er extra voorzichtigheid is geboden bij het oogsten. Ton Stolte, manager operations van de NAK, raadt telers aan om rooimeldingen tijdig door te geven aan de NAK, zodat hun laboratorium aan de slag kan. Voor de vroege export is dit raadzaam.
De Nijs merkt op dat de partijen die met zeer warm weer zijn gerooid, zich nu al kiemlustig tonen in de bewaring. Bij het ras Frieslander ziet het dat de knollen nu al uitlopen. Het verwacht gedurende het bewaarseizoen veel problemen met kiemlust. De kwaliteit is verder gemiddeld goed.
Lage opbrengsten
De opbrengsten vallen overal zwaar tegen. In het droge Zeeland registreert Remijn opbrengsten tussen 15 en 40 ton per hectare. Het talg ligt relatief hoog. Dergelijke cijfers noemt ook De Nijs in Noord-Holland. Gemiddeld komt het bedrijf op een minderopbrengst van 30%. In Friesland, waar niet beregend wordt, houdt het met 25 ton netto wel op, na aftrek van de ondermaat.
In de provincie Flevoland is volop beregend, maar de situatie is eveneens niet om over naar huis te schrijven. De regioverschillen kunnen in de Noordoostpolder al groot zijn. Er wordt een minderopbrengst verwacht tussen de 25% en 30%. Dat geldt ook voor Oostelijk Flevoland.
Compenseert de prijs minder opbrengst?
Net als bij de consumptieaardappelen resteert de vraag: maakt de prijs een forse minderopbrengst goed? Opvallend is dat de meningen verschillen. Handelshuizen reageren nuchter. Zij hebben veelal meerjarige (prijs)afspraken met afnemers. Het beetje rek in de prijzen is onvoldoende om het verlies van de teler te compenseren.
De consumptieteler moet het dure pootgoed volgend jaar weer kunnen afrekenen, terwijl er niets is verdiend. In andere delen van Europa ligt het gevaar van niet-gecertificeerd pootgoed op de loer. Is de prijs te hoog, dan worden er simpelweg meer eigen aardappelen geplant.
De afzet van bovenmaats pootgoed was in voorgaande jaren (2016) soms een appeltje voor de dorst. Veel rassen hebben dit jaar echter nauwelijks grove knollen, waardoor hier weinig te behalen valt. Wie zijn gewassen lang heeft laten uitgroeien, kampt nu juist met de grootste doorwasproblemen.Bloeiende aardappelpercelen worden overal in Nederland waargenomen.