Het areaal pootgoed van de rassen Bintje en Spunta daalt sterk in België. Er worden namelijk meer hectares uitgangsmateriaal van de fritesrassen verbouwd. Dit is dezelfde situatie als in Nederland, waar hoogproductieve fritesrassen ook de voorkeur krijgen.
Uit recente cijfers van PCA (over het pootgoedareaal in België) blijkt opnieuw dat er een steeds groter areaal fritesrassen is. Het areaal van de rassen Agria en Fontane is met respectievelijk 13% en 16% gestegen. Die rassen worden geteeld op ruim 260 hectare. Ook de rassen Challenger en Innovator winnen aan populariteit in België.
Bintje verliest
De grote verliezer is Bintje; het areaal van dit ras daalde met 32% naar 360 hectare. Echter, daarmee is het nog wel het grootste ras. Daarbij is de daling van het areaal Bintje al langere tijd aan de gang. Het betekent dat er meer contractteelt, en minder vrije aardappelteelt is.
Ook de markt voor Bintje was afgelopen seizoen niet positief. "De problemen lagen bij Bintje; verwerkers haalden afgelopen seizoen de neus op voor dit ras", zo zegt Jan de Lange, bestuurslid van de NEPG en VTA. Ook het areaal van het exportras Spunta nam met 14% af, tot een areaal van 166 hectare.
Situatie in Nederland
In Nederland en België is de situatie in de pootgoedteelt vrijwel gelijk. Uit cijfers van de NAK (van begin juni) blijkt dat het areaal fritesrassen voor het eerst groter is dan het areaal van het exportras Spunta. De hoogproductieve fritesrassen krijgen dus de voorkeur boven de Spunta’s en Bintjes.
Het Belgische pootgoedareaal blijft stabiel op 2.378 hectare. In Nederland steeg het areaal met met 620 hectare tot 41.740 hectare. In Frankrijk breidt het areaal gecertificeerd pootgoed uit; er wordt zo’n 6% meer pootgoed verbouwd.