De pootgoedexport laat steeds grotere gaten vallen. De hoop dat Europa in maart meer zou afnemen, is namelijk niet uitgekomen. Dat blijkt uit cijfers van de Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO).
De exportcijfers vallen, na het bijzondere jaar 2017, extra tegen. Er is (tot en met maart) ruim 637.000 geëxporteerd, fors minder dan vorig jaar in dezelfde periode (715.500 ton). Waar vorige maand nog ruim 50.000 ton minder werd geëxporteerd (in vergelijking tot vorig jaar), is die achterstand nu opgelopen tot bijna 80.000 ton. Het resulteert in de laagste pootgoedexport in 20 jaar tijd (per 31 maart).
Nu het seizoen losgekomen is, was er hoop dat er binnen Europa meer pootgoed afgezet kon worden. Uit de cijfers blijkt dat er tot en met maart ruim 287.000 ton is afgezet in Europa, bijna 70.000 ton minder dan vorig jaar. Met name landen als Spanje en Italië hebben minder afgenomen, in vergelijking tot vorig jaar.
Afrika trekt de kar
De exportkar wordt op het moment getrokken door Afrika. Er is ruim 188.000 ton geëxporteerd naar verschillende Afrikaanse bestemmingen, wat 6.000 ton meer is dan vorig jaar op 31 maart. Vooral naar Algerije is veel afgezet (ruim 82.000 ton).
De handelshuizen zijn niet verrast door de lage cijfers. Een lage vrije marktprijs voor consumptieaardappelen leidt namelijk altijd tot een lager volume pootaardappelen, zo is de conclusie. Dit ook omdat er hierdoor veel consumptieaardappelen ingezet worden als pootgoed.Dit jaar laat momenteel de laagste pootgoedexport sinds 1998 zien.