Het aprilcontract op de aardappeltermijnmarkt kabbelt sinds week 45 rond het niveau van €5. Een zeer rustige stemming en weinig handel typeren het verloop van de markt. De bal ligt nu bij het voorjaar van 2018. Die kan voor beweging in de markt zorgen. Daarbij kan deze omhoog, maar ook zeker omlaag gaan.
Woensdag 24 januari 2018 is het eerste weerrecord in De Bilt reeds geslecht. Niet eerder was het op die datum zo warm (14 graden). De kans is aanwezig dat ook het record voor de derde week van januari gebroken gaat worden. Met deze lenteachtige temperatuur wordt ongetwijfeld aan komend voorjaar gedacht. Betekent een warme januari ook een vroeg voorjaar?
Het warme weer wordt donderdag 25 januari alweer verdreven door een nieuw koufront. Voorafgaand hieraan valt hevige neerslag. Een voorspelling doen voor het verloop van de voorjaarsmaanden is lastig, zo niet onmogelijk. Wereldwijd zijn verschillende weersfenomenen actief, waaronder de poolkou in Noord-Amerika. Ook het weerfenomeen La Niña is een veelbesproken onderwerp. Wat betekent dit voor Europa?
Effect van La Niña
Een La Niña heeft vooral effect op het weer in Noord- en Zuid-Amerika en Australië. In Europa en Nederland is minder van dit weersfenomeen te merken. Een La Niña is het omgekeerd van een El Niño. De zeewatertemperatuur in een deel van de Stille Oceaan is lager dan gemiddeld. Dit zorgt voor kouder of juist warmer weer, afhankelijk van het land.
Gemiddeld over 150 jaar zijn La Niña-jaren een fractie droger in Nederland, volgens het KNMI. Het effect is gering. De kans op een nat voorjaar is ongeveer 20%, tegenover 33% gemiddeld. Het officiële verwachtingsmodel voor een La Niña of El Niño schat de kans tot en met april in op 96%. In maart is dat 85% en in april nog 63%. De kans op een El Niño is niet aanwezig.
Natte voorjaren
De winter van 2007/2008 kende de sterkste La Niña ooit. Toen viel in maart veel neerslag: 129 millimeter. In het wisselvallige voorjaar van 2016 was dat 69 millimeter en maart 2013 kwam op 39 millimeter. Ook in 1998 en 1999 kwam de neerslag boven 100 millimeter uit. In 2016 verliep juist de maand april zeer nat, met 72 millimeter en in 2013 de maand mei met 100 millimeter. Een voorjaar kan vlot starten en laat eindigen, zoals 2016.
Een relatie tussen een La Niña en veel neerslag is er niet. Die correlatie is wel te vinden bij neerslag versus temperatuur. Natte jaren betekenen meestal een lagere gemiddelde temperatuur. Zo bedroeg het gemiddelde in maart 2008 9,4 graden, tegenover bijvoorbeeld 13,3 graden in 2017. Ook in 2016 was het ongewoon koud.
De termijnmarkt en het weer
In de onderstaande grafiek is het koersverloop van de aardappeltermijnmarkt te zien tijdens natte voorjaren. Het is duidelijk zichtbaar dat de markt in week 8 zijn positie herziet en een besluit neemt. Gaan de pootaardappelen vroeg de grond in of wordt het een laat jaar? Onder andere in 2013 was dit zeer sterk merkbaar, terwijl 2008 juist weinig onder de indruk was van alle regen.
(Tekst gaat verder onder de grafiek)
Natte voorjaren zorgen meestal voor een opleving in week 8 (start maart).Ter contrast is ook het vroege jaar 2014 meegenomen. Ook toen zaten de aardappelbewaringen bomvol en bevond de termijnmarkt zich op een laag niveau. Het poten kwam vroeg op gang, waardoor het aprilcontract op €3 per 100 kilo afwikkelde.
Kwaliteit
Naast het weer spelen ook andere zaken een rol, zoals de kwaliteit van het product in de tweede helft van het bewaarseizoen. Dit blijft momenteel een issue, al zijn veel slechte partijen reeds verwerkt. Toch melden insiders dat er nog steeds nieuwe probleempartijen ontstaan. Met name aardappelen die onder (te) natte omstandigheden zijn gerooid, kunnen niet de volledige gewenste bewaarperiode uitzitten. Of het seizoeneinde een stijging door gaat maken is net zo onvoorspelbaar als het weer.