Nu het jaar 2017 achter ons ligt, kunnen we onze blik gaan richten op een nieuw seizoen. Dat is een goed moment om te kijken waar de kansen en bedreigingen liggen.
De (in eerste instantie) forse areaalgroei in de EU-5 landen (+3%), in combinatie met de ruime opbrengsten per hectare zorgt ervoor dat er gemiddeld 4,5 miljoen ton meer is gerooid dan in de voorgaande 2 oogstjaren. Dit in combinatie met de grote dekking van de afnemers (met name fritesfabrieken) door de vast-prijscontracten, hectarecontracten en meeleveraardappelen resulteren in een markt met praktisch geen vraag.
Nieuwe teelgebieden
De nieuwe teeltgebieden en de opkomende rassen zorgen voor hoge opbrengsten. Juist in de nieuwe teeltgebieden wordt vaker gekozen voor de vast-prijscontracten. De opgelopen contractprijzen van de afgelopen jaren hebben de telers in deze teeltgebieden ook dit seizoen geen windeieren opgeleverd. De teelt zal niet meer weg te denken zijn uit deze 'nieuwe' gebieden, waarbij er een balans zal moeten komen in de markt; wat betreft behoefte en aanbod.
De enorme groei van de verwerkingscapaciteit in Europa houdt het aanbod dit seizoen niet bij. Daarbij moet aangetekend worden dat de verwerkers zelf de grote stimulator zijn geweest van de toename in het areaal. Dit door de kostprijs plus de contracten aan te bieden. Door de slechte graan- en (destijds) melkprijzen waren grondbezitters op zoek naar een alternatieve bestemming voor hun grond en verhuren zij deze dan ook graag aan aardappeltelers.
Daarnaast groeit ook de teelt in Noord-Frankrijk explosief door de stimulering van de verwerkers. Ook bedrijfsadviseurs laten met positieve sommen zien dat de aardappelteelt lucratief kan zijn in verhouding tot de andere teelten. Wanneer er eenmaal geïnvesteerd is in bewaring en machines, dan blijkt de weg terug zeer lastig.
Wie heeft baat bij een overschot?
De grote vraag is wie er verder baat heeft bij het creëren van een overschotsituatie door simpelweg te veel hectares uit te planten in Europa. De markt zal opnieuw in balans moeten komen op basis van de vraag naar fritesaardappelen en de hoeveelheid aardappelen die uitgeplant worden.
Door het gebrek aan alternatieve teelten met een hoger saldo in Europa, zal de sleutel voor een deel toch gevonden moeten worden in de bewaking van het areaal. Volgens berekeningen zal deze balans gevonden worden met een areaalkrimp van 5% à 10% in de EU-5 landen, uitgaande van een 5-jarige aardappeloogst. Ook zal het terugbrengen van de vast-prijsafspraken naar circa 70% de dynamiek (marktwerking) van de aardappelprijs kunnen worden verbeterd.
De laatste jaren kozen steeds meer verwerkers voor een toename van de vast-prijscontracten en het vastleggen van volumes op basis van logistieke afspraken. In een aantal gevallen wordt zelfs gekozen voor een 'overdekking' van het benodigde volume, zodat bij een misoogst toch voldoende grondstof is en men niet of nauwelijks in de markt hoeft te komen. In de jaren van overvloed breekt dit echter de vrije markt weer op, verwerkers worden immers zelf aanbieders van aardappelen.
Verlaging van de contractprijzen
Het komende seizoen zal interessant zijn om te zien wat de strategie zal worden. Een verlaging van de contractprijzen zal wellicht tot een daling van het areaal kunnen zorgen, maar of dat voldoende is om de markt gezond te maken, is nog maar de vraag.
Telers zitten gevangen in hun eigen systeem van bouwplannen en investeringen en dus zullen ze proberen hun areaal op peil te houden (de buurman moet maar krimpen). Zeker de (afland) telers die zelfs dit lopende seizoen geld hebben verdiend (lage kostprijs tegenover hoge kilogram opbrengsten en goede contracten), zullen niet willen krimpen in areaal.
Aardappelteelt blijven stimuleren
Een andere uitdaging is om de aardappelteelt te blijven stimuleren in gebieden waar de kostprijs te hoog is, gezien de huidige contractprijzen. Dit is meer op de traditionele teeltgebieden (kleitelers). Hier worden al decennialang aardappelen geteeld en vaker ook vrij afgezet.
Echter, de kostprijs in deze gebieden ligt beduidend hoger. Dit vanwege de dure grond, hogere huurprijzen en korte oogstseizoenen. De telers in deze gebieden zijn meestal ook langbewaarders, en juist deze groep telers wordt het hardst getroffen in jaren met slechte prijzen. Het resultaat is een zoektocht naar alternatieve, beter renderende teelten zoals biologische of pootgoed.
Wat doet seizoen 2018/2019?
Seizoen 2018/2019 zal er dus 1 zijn van uitdagingen. Er is in ieder geval 1 ding duidelijk; een inkrimping van het areaal is een must, in combinatie met een betere werking van de vrije markt. Dit om het nieuwe seizoen niet al te laten verzuipen, voordat het de grond ingaat.