Vanwege een vragende markt was het voor The Potato Company (TPC) niet lastig om alle partijen pootaardappelen tot waarde te laten komen. De fritesindustrie legde een stevige basis in de markt. Vooral in de tweede helft van het seizoen is hier van geprofiteerd.
De gemiddelde prijs voor alle pootaardappelrassen, klasse A tot en met S, komt voor seizoen 2016/17 uit op € 33,31 per 100 kg. Dat was voor oogst 2016 € 29,95 per 100 kg. Een plus van € 3,36. Vorig seizoen wist de poolprijs ook al een plus van € 3 te maken. De poolprijzen werden vrijdag 30 juni bekend gemaakt, na opening van het nieuwe bedrijfspand in Emmeloord. Volgens TPC directeur Gaby Stet is het hoge prijsniveau te danken aan de vragende markt. “We hebben alle aardappelen tot waarde kunnen brengen. Alle restanten zijn verkocht en ook de bovenmaat ging vlot weg. Dat komt door vraag uit de fritesindustrie. Voor de telers ligt de prijs in lijn met hun verwachtingen.”
Desiree negatief
“De meeste rassen hebben een resultaat geboekt rond de € 31,50 per 100 kg”, zegt Stet. “Er zijn uitschieters naar boven en naar beneden. Desiree behaalde een iets mindere prijs. Een uitschieter naar boven is bijvoorbeeld onze paarsvlezige Bergerac. Die noteert € 61,50. Hetzelfde resultaat als in 2016. Dit ras is een echte niche. Spunta komt uit op € 30,55. Ook de markt voor biologisch pootgoed was zeer goed. Een kwestie van veel vraag en weinig aanbod.
Spunta markt in tweeën opgedeeld
“De overzeese export is redelijk goed verlopen. Algerije werkte aan het begin remmend op de markt”, schetst de TPC man. Er is veel rond de € 27 verkocht, omdat vrije telers weinig heil meer in de markt zagen. Later begon de handel meer Spunta in te kopen, waardoor pools denk ik een plus hebben kunnen maken. Tot december was de markt mager, maar uiteindelijk is alles verkocht. Voor Spunta klasse A met schurftschaal 2 of 2,5 kun je alleen in Algerije terecht, voor prijzen rond € 20/€ 21. De fritesindustrie bood echter 1 of 2 euro meer. Vrije telers, maar ook handelshuizen, hebben toen besloten hun partijen Spunta te verkopen aan de industrie.”
Kweekprogramma aangetast
De groeischeurenkwestie, die vorig seizoen de pootgoedmarkt domineerde, heeft ook voor TPC gevolgen. “Afgelopen jaar werd duidelijk welke rassen gevoelig zijn voor groeischeuren. Zelfs rassen waarvan we eerder dachten dat het geen probleem zou vormen. Er zijn veel snelgroeiende rassen bij en daar manifesteren de groeischeuren zich in. Dit heeft tot gevolg dat we veel zaailingen hebben weggegooid uit ons kweekprogramma. Het risico is te groot dat het probleem wederom voorkomt. Dat is wel een eye opener. In zo’n extreem jaar kun je selecteren op deze eigenschap.”
Focus op AM resistentie
Het kweekprogramma van TPC focust zich sterk op AM resistente (frites)aardappelrassen. “We spreken van multiresistente rassen. Bij ons zijn dat onder andere Montreal en Toronto”, aldus Stet. AM besmetting is een groeiend probleem. In Flevoland, maar ook in het noordoosten. We zien dat andere landen nu ook monsters nemen en besmettingen in kaart brengen. In alle landen waar intensief aardappelen worden geteeld kom je AM besmettingen tegen.
Droogte
Voor seizoen 2017/18 verwacht Stet een goede export: “Er zijn veel consumptierassen gepoot. Dat gaat ten koste van de exportrassen. Dat zie je in de teruggang van het ras Spunta. Uiteindelijk maakt de prijs de markt. Een tekort van 5% kan de prijs verdubbelen. 5% overschot halveert de prijs. Het kan niet anders dan dat de droge omstandigheden invloed hebben op de opbrengst. De hoge temperaturen van 30 graden en meer hebben hun tol geëist. Daarnaast is het al 2 maanden droog. Dit kost tal en ook zien we schurft fors toenemen. Ondanks de droogte is de groeiontwikkeling enorm geweest in slechts 70 dagen tijd. Uiteraard moeten soms nuances worden geplaatst. TPC hanteert voor zijn teeltgebieden de gebruikelijke spreiding in alle Nederlandse pootaardappelregio’s.”