Ook de maand maart was voor de fritesexport een recordmaand. De laatste maanden wordt de markt gevoed met geruchten over een toename van de fritesvoorraad in de EU. Maar hoeveel waarheid zit er in deze geruchten?
De grotere verwerkingscapaciteit en mindere vraag buiten Europa zouden zorgen voor volle vrieshuizen. Echter, de cijfers geven een ander beeld. Hieruit blijkt de fritesexporttrein nog op volle stoom en met volle vaart vooruit te razen.
Records weer gebroken
De maand maart zorgde weer voor records in de afzet van frites. De export kwam uit op een kleine 140.000 ton, een stijging van 13,6 procent vergeleken met vorig jaar. Bovendien gaat het om de grootste export ooit. Door de grote volumes in maart kwam er ook een nieuw record voor de 12 maands periode. Die staat nu op een dikke 1,4 miljoen ton. Uit de cijfers blijkt tevens dat er zelfs een prijsstijging heeft plaats gevonden in het voorgebakken product.
Deze prijsstijging zorgde ervoor dat er wederom een record gebroken werd. Dit keer door voor het eerst de 100 miljoen euro grens te doorbreken.
Onmogelijke opgave?
Duizelingwekkende cijfers die geen blijk geven van een verslapping van de fritesafzet en daarmee ook de vraag opwerpen hoe de verwerkende industrie in Europa het einde van het seizoen gaan halen. De oplossing om de voorraad van voorgebakken product op te bouwen, is daarbij een beproefde methode. Echter, deze lijkt bijna onmogelijk gezien de vraag naar frites.
De rem ontbreekt
De verwerkingscijfers en de exportcijfers geven een duidelijk signaal af, namelijk dat (ondanks de lagere aardappelopbrengst in Europa) er geen rem zit op de verwerking en de afzet van frites. Ook de hogere aardappelprijzen geven geen remming op de afzet.