Voor Farm Frites-oprichter Gerrit de Bruijne is het in de zaak waarin het is verwikkeld tegen Loyens & Loeff nog steeds te vroeg om te juichen. Loyens & Loeff is een kantoor dat juridisch en fiscaal advies verleent, maar in deze zaak al 15 jaar een claim boven het hoofd hangt van 50 miljoen euro.
De Bruijne vertrok in de jaren negentig van de vorige eeuw met zijn vrouw naar Curaçao op aanraden van Loyens & Loeff. Zo wilde hij zijn bedrijf op een fiscaal aantrekkelijke manier overdragen aan zijn kinderen. Bij terugkomst twee jaar later, klopt de Belastingdienst echter aan, met een stevige aanslag.
De Belastingdienst wijst op de ‘duurzame band’ die de eiser met Nederland onderhield. Zo bleef De Bruijne algemeen directeur van Farm Frites, was hij regelmatig in Nederland en hield hij ook tandarts en huisarts in Nederland aan. De mislukte belastingconstructie heeft De Bruijne naar eigen zeggen 50 miljoen euro gekost, die hij nu claimt bij Loyens & Loeff.
Eind januari gaf de Rechtbank Rotterdam echter geen oordeel over de wanprestatie. Loyens & Loeff stelt nu dat De Bruijne zelf schuld had aan de hoogte van de schade. Die had op enig moment een beroep op dwaling had moeten doen, zodat hij veel minder schade had opgelopen.
De rechtbank ziet dat anders. De Bruijne had weliswaar de ‘post-contractuele (en maatschappelijke) verplichting’ om rekening te houden met de belangen van Loyens & Loeff en dus de schade niet nodeloos op te laten lopen, maar ‘die verplichting gaat niet zover dat (eisers) gehouden was een constructie te kiezen die de schade die hij op Loeff cs kon verhalen deed slinken, doch die zijn niet-verhaalbare schade deed toenemen,’ aldus de rechtbank.
Bij een beroep op dwaling zou van dat laatste sprake kunnen zijn, stellen de rechters. Daarbij speelt onder meer een rol dat de Belastingdienst in een brief had laten weten dat vernietiging van de door Loyens & Loeff opgezette fiscale constructie alsnog zou leiden tot het verschuldigd zijn van schenkingsrechten, zodat een beroep op dwaling ‘ook nog een nieuw risico meebracht’. De conclusie van de rechtbank: ‘Dit alles maakt de kans dat het beroep op dwaling tot een gunstig resultaat zou leiden zodanig klein was dat (eisers) het om die reden niet hoefde te doen, respectievelijk, gelet op hetgeen reeds in gang was gezet, niet hoefde door te zetten.’
De rechtbank heeft aangegeven dat het zal komen tot een ‘integrale beoordeling’ van het geschil als partijen er onderling niet uit komen. Die beoordeling zal ‘niet alleen zien op de beroepsfouten, maar ook op de eventuele eigen verantwoordelijkheid van (eisers)’, zo meldt het rechtbankverslag.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/aardappelen/artikel/10873451/De-Bruijne-kan-nog-niet-juichen-in-zaak-om-50-miljoen]De Bruijne kan nog niet juichen in zaak om 50 miljoen[/url]