Duurzaamheid. Het is een thema waar veel boeren inmiddels met enige argwaan naar kijken. Het levert vaak associaties op met termen als krimp van de veestapel, circulaire landbouw en de Green Deal. Maar volgens Stijn Markusse, de oprichter en eigenaar van Boerschappen, hoeft duurzaamheid geen bedreiging te zijn.
"Iedereen wil doen wat het beste is voor de natuur en niemand wil vlees eten van een dier dat geleden heeft. Als consumenten snappen wat ze eten, dan is er ook meer begrip voor de productiewijze ervan. Je moet het alleen wel uitleggen. Én een alternatief bieden", zegt Markusse.
Boerschappen is een bedrijf dat sinds 2014 booschappenboxen levert met verse producten, direct vanaf het boerenerf. "Wij werken zonder winkels, verspilling, vervuiling of driedubbele marges. We halen de producten 's ochtends op bij de boer en 's middags heeft de consument ze in huis", vertelt eigenaar Stijn Markusse. "We zien het een beetje als Kolonisten van Catan. We zoeken handelsroutes, bouwen steden en dorpen en kopen ontwikkelingskaarten. Het kan niet allemaal tegelijk. Maar elke euro die we verdienen, kunnen we wel investeren in iets moois."
Hoe is het idee ontstaan? En wanneer hebben jullie besloten er echt een bedrijf van te maken?
"Mijn vriendin Stéphanie moest verplicht een dieet volgen zonder suiker. Dat was een lastige opgave. In de supermarkt bevat 70% tot 80% van de producten suiker of een variant zoals dextrose. Ik heb toen een paar vrienden gevraagd om te helpen met het samenstellen van een soort 'boodschappenbox'. We reden langs verschillende boeren om verse producten op te halen. Dat is uit de hand gelopen en in 2014 hebben we een KvK-nummer aangevraagd. Het was in eerste instantie een sociaal experiment en in 2015 zijn we echt een bv geworden. Inmiddels hebben we ruim 60 werknemers, meer dan 30 pick-up points en bezorgen we door heel het land."
Dit soort korte ketens zijn in trek. Toch blijkt het voor veel boeren lastig om dan nog voldoende marge te halen. De consument is immers niet altijd bereid om er wat extra voor te betalen. Hoe zien jullie dat?
"Ik denk dat je naar de lange termijn moet kijken. Ik zie duurzaamheid als een kans en niet als een uitdaging. Iedereen wil het goede doen. Niemand wordt écht blij van dieren die geleden hebben. Als je ervoor kan zorgen dat je de korte keten onder de aandacht brengt en laat zien dat boeren echt willen veranderen, dan komt de consument vanzelf wel een keer over de brug. Maar daarvoor moeten wel keuzes gemaakt worden. Als een 'goede' komkommer van €0,59 naast een 'slechte' komkommer van €0,30 ligt, dan kiest het merendeel van de consumenten inderdaad voor die goedkope variant. Soms kan het ook niet anders. Niet iedereen heeft de luxe om te kiezen. Er is in mijn ogen ook maar één oplossing om dat tegen te gaan – en Lidl heeft dat toegepast met betrekking tot Kipster-eieren. Je moet de 'slechte' variant uit het schap halen. Dan forceer je verandering."
"Boerschappen gaat daarnaast over snappen en uitleggen wat je eet. Als een boer een gewasbeschermingsmiddel gebruikt – wat wij het liefste natuurlijk niet hebben – dan moet je aan een consument kunnen uitleggen waarom dat nodig is. Alleen op die manier kun je begrip opwekken. Dat geldt ook voor de opbouw van de prijs. Wij laten op verschillende producten zien hoe de prijs tot stand is gekomen. Het zorgt ervoor dat de consument het snapt en sneller bereid is te betalen. Vooral bij generatie Z is dat belangrijk. Die generatie gaat echt korte metten maken met bedrijven die schade veroorzaken aan de natuur en het milieu. Tegen 2030 moet je dus zorgen dat je deugt. Dat is de opdracht voor elk bedrijf."
Jullie willen ook graag een steentje bijdragen in die transitie naar een kringlooplandbouw. Hoe doen jullie dat?
"We werken samen met de boeren die écht willen veranderen. Er is natuurlijk geen boer die per se gewasbeschermingsmiddelen wil gebruiken. En als ik aan een boer vraag: 'Wil je 2 dingen met mij doen: de voedingswaarde van je producten verhogen en de impact op de natuur verlagen?' En ik zeg daarbij dat ik ze voor beiden betaal, dan is er toch bijna niemand die nee zegt. Ja, tenzij ze niet geloven dat ik mijn woorden waar kan maken, maar dan is het een vertrouwenskwestie. Kortom: wij investeren in de bedrijven die een omslag willen maken. Zo dragen wij een steentje bij aan een mooier landschap, waarin het boerenbedrijf passend is."
En die bedrijven waar jullie mee samenwerken. Wanneer zijn die voor jullie interessant?
"We houden ons daarbij vast aan de volgende 3 woorden: tijd, natuur en liefde. Tijd is redelijk simpel. Het gaat bij ons namelijk niet om de kilo's of de scherpste prijs. Wij willen een boer best meer betalen om ervoor te zorgen dat hij op tijd kan oogsten. Wij hebben immers geen doorlooptijd van 10 dagen. Wij moeten 's ochtends een mooi product kunnen ophalen om het 's middags bij de consument langs te brengen."
"Ten tweede is natuur voor ons heel belangrijk. We willen samenwerken met boeren die geen schade veroorzaken een bodem, water, lucht of biodiversiteit. We selecteren daarom steeds vaker op circulaire boeren. Biologisch werkt voor ons overigens beperkend. We werken namelijk veel samen met boeren die dieren in het wild hebben. Die beesten eten in de natuur en kunnen dus niet voldoen aan een biologisch certificaat. Ook in agroforestry zien we veel. Een certificaat is dus zeker geen noodzaak."
"Dan hebben we tenslotte nog liefde. Het betekent voor ons aandacht besteden aan. Het hoeft voor ons niet groots en geautomatiseerd. Kortom: we werken niet samen met de grote boeren. Al onze boeren zijn kleinschalig en zitten in de korte keten. Weinig van hen leveren aan de supermarkt. Dat zorgt er ook voor dat we veel verschillende boeren naast elkaar hebben. We kunnen ons afzetvolume immers niet bij één boer weghalen. Maar op het moment dat we bijvoorbeeld een tweede kaasleverancier zoeken, dan nemen we wel altijd contact op met de boeren die als aan ons leveren. We vragen ze dan bij wie zij het beste gevoel hebben. En daar starten we dan vaak een samenwerking mee."
Ook de vegetarische markt wordt steeds populairder. Veel boeren zien dat als een negatieve ontwikkeling. Hoe kijken jullie daarnaar?
"Ik zie het persoonlijk als de toekomst. Als je 8 jaar geleden tegen mij had gezegd dat ik vandaag de dag vegetarisch zou eten, dan was ik waarschijnlijk somber gestemd. Bang dat ik daar een groot offer voor zou hebben moeten maken. Maar dat is niet zo. Stéphanie en ik eten nog maar 3 dagen in de week vlees of vis. En als ik op termijn volledig vegetarisch wordt, vind ik dat ook niet erg. Ik denk dat vlees eten over een paar jaar gezien wordt zoals vegetarisch nu wordt gezien: 'Oh, dat zijn die mensen die dat per se willen'. Het lijkt soms wel alsof iedereen bang is voor dit soort veranderingen, maar we mogen het wel wat meer zien als kansen. Immers een barbecue kan ook een groot succes zijn met alleen vleesvarianten en veel groenten."
"Overigens vinden wij het wel belangrijk dat vegetarische en veganistische producten voedzaam blijven. Wij willen geen hyperbewerkte producten verkopen. Als je bij ons een kilo appels koopt, dan kunnen er 5, 6 of 7 appels in de zak zitten. Ze zien er allemaal anders uit, zowel in grote, kleur als met/zonder littekens. Wanneer ik de consument dan bijvoorbeeld vertel dat die littekens voortkomen uit de hagel van afgelopen augustus, dan hoor je vaak: 'Oh, dat begrijp ik en is logisch'. Ons motto is: voeding die voedt, uit een keten die deugt."
"Het is een van de reden waarom wij steeds minder werken met dieren in een stal. Ons doel is dat alleen onze kippen straks nog in de stal zitten. We willen dan alleen nog vlees gebruiken van dieren die in de natuurlijk geleefd hebben of wanneer er een bijdrage wordt geleverd aan kringlooplandbouw. We moeten daardoor natuurlijk wel de voedingswaardeopbrengst verhogen. Daarvoor testen we met alternatieve teeltwijzen of andere rassen. Maar, beesten in een stal voeren met soja en dan afwachten. Nee, dat is niets voor ons en dat gaan wij ook niet doen."
Hoe zorgen jullie er uiteindelijk voor dat een consument voor jullie kiest en niet toch naar de supermarkt stapt?
"We willen in een paar dingen de beste zijn: voedingswaarde, versheid en we willen een keten laten zien die deugt. We willen tegen onze klanten kunnen zeggen: 'Alle boeren waar we mee samenwerken, laten de bodem, de lucht en de biodiversiteit beter achter dan toen we het een jaar geleden aantroffen'. Als we dat combineren met het feit dat gezond eten goed voor je immuunsysteem is, dan kunnen we echt onderscheidend zijn. Je bent niet duurder uit, want wij hebben geen tussenpartijen. Als wij ervoor kunnen zorgen dat het voor jou, voor de wereld én voor de boer deugt, waarom zou je er dan niet voor kiezen?"
Ten slotte. Nog grote toekomstplannen?
"Onze ambitie is om straks meerdere hubs in het land te hebben. Elke regio zou dan een eigen set boeren en een eigen set klanten hebben. De hubs zorgen er dan voor dat het binnen 12 uur bezorgd wordt. Nu werken we vooral nog met boeren binnen 50 à 60 kilometer van Breda. Maar het merendeel bevindt zich nog dichterbij. Ook hebben we ambitie om meer aan de producerende kant te doen en willen we dus die voedingswaarden verhogen. Al met al zijn we dan wel weer een paar jaar verder. We willen vooral laten zien dat het kan, dat korte ketens een succes kunnen zijn."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.