Er komt een moment dat de centrale banken zichzelf in een situatie manoeuvreren dat, wat ze ook doen of zeggen, dit niet goed valt op de markten. Dat schreef ik enige tijd geleden. En het kan best zijn dat we deze week dat moment hebben bereikt.
Jerome Powell, voorzitter van de de Amerikaanse centrale bank (Fed) sprak op een bijeenkomst over economie en monetair beleid. Op de financiële markten werd reikhalzend uitgekeken naar wat de opperste centrale bankier van de wereld ging zeggen over de stijgende langetermijnrentes in het land. Het toonaangevend 10-jaarstarief was geklommen tot bijna 1,5%, een vol procentpunt hoger sinds augustus vorig jaar. Dat is nogal fors.
Natuurlijk, de stijging van de inflatie en de angst voor een verder oplopen ervan is ook belangrijk. Maar wat Powell over inflatie ging zeggen, dat was al bekend. Iedereen die de moeite heeft genomen afgelopen maanden naar Powell te luisteren, wist dat de bank een verdere stijging toejuicht. Nogal wiedes: het beleid dat ze voert sinds 2007 heeft immers precies dat als doel.
Veilig rendement halen
Maar die stijgende langetermijnrentes, dát was interessant voor de markten. Stijgende rentes stellen beleggers in staat een hoger, veilig rendement te behalen. Wat op zijn beurt de aandelen minder aantrekkelijk maakt. Zéker omdat de laatste tijd nogal wat onzekerheid is over de vraag of de aandelenkoersen te veel zijn losgeraakt van elke economische realiteit.
Hint Powell erop dat de stijgende langetermijnrentes voor slapeloze nachten bij de bank zorgen, dan gingen die weer zakken en maakt de aandelen navenant aantrekkelijker. De Fed-baas had voor zo'n hint ook een best plausibel verhaal gehad. De Amerikaanse economie staat op het punt te beginnen aan een herstel van de coronarecessie van 2020 en lage groei in de afgelopen maanden. Een behoorlijke rentestijging is dan wel het laatste wat die nodig heeft.
Rentestijging niet storend
Maar Powell deed dat niet. Hij verraste de markten door er best wel laconiek over te doen. Powell noemde de rentestijging niet storend, wat meteen werd opgevat als een teken dat de Fed een verdere stijging geen strobreed in de weg legt. De langetermijnrentes spoten verder omhoog en de aandelenkoersen daalden scherp. Aandelenmarkten houden niet van verrassingen.
Stel nou echter dat Powell wél had gezegd dat de oplopende rentes op de Amerikaanse kapitaalmarkt een bron van zorg zijn voor de Fed. Grote kans dat er op de financiële markten ook lichte paniek was ontstaan. Immers, als de Fed-baas zegt dat een 10-jarige rente van 1,5% nominaal (nagenoeg 0% in reële termen) het herstel van de Amerikaanse economie frustreert, wat zegt dat over de staat van die economie? Niets goeds, me dunkt.
Markten uitgedaagd
Wat Powell behalve een verdere stijging van de rentes ook heeft veroorzaakt, is dat hij de markten heeft uitgedaagd de Fed op de proef te stellen. Hoe ver moet de 10-jarige rente klimmen vooraleer de Fed wél slapeloze nachten krijgt en in actie komt? De markten spelen dat spel maar wat te graag.
Het rentecomité van de Fed vergadert op 17 maart. Het verbaast mij niet als nog voordat de leden ervan achter de ovale mahonietafel in de Fed-vergaderzaal plaatsnemen, aan damage control wordt gedaan. En Powell in de persconferentie na afloop een heel ander geluid laat horen dan eerder deze week. Door Powell's laconieke optreden over de ontwikkelingen op met name de rentemarkten, is de kans op nieuwe ingrepen van de Fed in mijn ogen groter geworden.
Waarom verbaast het me niet? Ga even mee terug in de tijd. Het is september 2018. Op een vraag wat volgens hem de belangrijkste les is sinds de Amerikaanse zakenbank Lehmann Brothers, toen precies 10 jaar eerder, omviel, zei Powell 'dat de stabiliteit van het financiële systeem belangrijk is.'
Stabiliteit in gevaar
Wanneer komt de stabiliteit van het financiële systeem in gevaar? In de huidige omgeving is dat het geval als niet alleen de rentes stijgen, maar ook als de aandelenkoersen zakken. Over 2018 gesproken: de Fed was toen bezig met een serie renteverhogingen. Toen de markten doorkregen dat de bank daar in 2019 echt mee wilde doorgaan, crashten de aandelenkoersen.
Powell maakte een U-bocht die ik zelden eerder gezien had bij een centrale bank. Er ging een streep door de geplande renteverhogingen en de bank ging de officiële rente kortwieken. Het verbaast me niet als de Fed deze maand nog weer een U-bocht maakt. Met, zoals gezegd, alle risico's van dien. Het is een Catch-22 voor de Fed - of beter - om aansluiting te zoeken bij de Fed-rente: het is een Catch 0,0 voor de bank.
Sinds 2007 hebben de centrale banken hun normale monetaire wapens nagenoeg opgebruikt. De rentes liggen veelal op 0% of niet ver daarboven en met quantitative easing is ook nogal wat geld mee gemoeid. In de afgelopen jaren hebben de centrale banken daarom een nieuw instrument voor zichzelf gecreëerd, forward guidance genaamd. Daarbij vertellen centrale bankiers wat hun toekomstige plannen zijn en onder welke voorwaarden die wel of niet worden uitgevoerd.
Linguïstische monetaire instrument
Zo zegt de Fed bijvoorbeeld de rente te gaan verhogen wanneer in de VS maximale werkgelegenheid is bereikt (lees, een werkloosheidspercentage van minder dan 4%) en de jaarlijkse inflatie structureel op iets meer dan 2% is gekomen. En daar gaat blijven na een wijziging van het monetaire beleid. Als we inderdaad het punt hebben bereikt, waarin wat de centrale bankiers ook doen of zeggen niet goed valt op de markten. Dan is de voor de hand liggende conclusie dat het linguïstische monetaire instrument inmiddels ook aardig is opgeraakt. Wat nu Powell en Co?
Het gaat me niet verbazen als het antwoord wordt: meer van het bizarre beleid dat wordt gevoerd en sluit ook nieuwe vormen van dat beleid niet uit. Die stijging van de langetermijnrentes kan de komende tijd zomaar tot stilstand komen en veranderen in een dalende fase. Het vooruitzicht op een nog ruimer en langer ruim monetair beleid en dalende langetermijnrentes, kan zomaar de edelmetalenprijzen opstuwen.