FrieslandCampina zoekt oplossingen voor de knelpunten in de ledenfinanciering. Hierbij wordt onder meer gedacht aan het koppelen van het kapitaal aan de levering van melk en het terugvloeien van de resultaten het zuivelconcern via de melk naar actieve leden. De coöperatie gaat de opties dit najaar bespreken met haar leden.
De ledenfinanciering is belangrijk voor de opbouw van eigen vermogen van FrieslandCampina, zodat het zuivelconcern verder kan investeren en groeien. FrieslandCampina is nu financieel gezond, benadrukt Frans Keurentjes, voorzitter van de coöperatie. Het eigen vermogen bedraagt 36 tot 37 procent van het totale vermogen op de balans. Op termijn dreigt echter een onbalans te ontstaan in de ledenfinanciering.
Dit heeft vooral te maken met de ledenobligaties. Van de winst van FrieslandCampina wordt jaarlijks 55% direct aan het eigen vermogen toegevoegd, de dode hand. Verder gaat 35% contant naar de leden-melkveehouders en wordt 10% uitgekeerd in de vorm van ledenobligaties. Voor actieve leden zijn dit vaste, niet verhandelbare, obligaties. Als een melkveehouder stopt, worden deze obligaties vrijgemaakt en zijn verhandelbaar tegen de nominale waarde. Leden en oud-leden kunnen deze stukken 6 keer per jaar verhandelen op een interne beurs.
Onbalans in vraag en aanbod
Het systeem is ingesteld bij de fusie van Friesland Foods met Campina ruim 10 jaar geleden. "Maar we zien nu een onbalans in het aanbod en het opkopen van obligaties door leden. Als dat niet in balans is, stelt dat vragen bij de houdbaarheid van het systeem", vertelt Frans Keurentjes, voorzitter van coöperatie FrieslandCampina. Het huidige systeem is vrijwillig en niet bijvoorbeeld gekoppeld aan de bedrijfsomvang, legt hij uit. Leden die hun melkveestapel vergroten of een ander melkveebedrijf overnemen, zijn niet verplicht ledenobligaties bij te kopen in verhouding tot hun productie. "Niet ieder lid financiert dus evenredig in FrieslandCampina."
Een gevolg van het huidige systeem is ook dat relatief veel obligaties uitstaan bij oud-leden en oudere leden. De actieve leden kopen jaarlijks voor ongeveer €35 tot €40 miljoen aan ledenobligaties op, maar dit is onvoldoende om al het extra aanbod van de leden op te kopen. Daarbij moet een melkveehouder in deze periode ook veel in het eigen bedrijf investeren, waardoor minder ruimte is om geld te steken in een coöperatie.
Robuust eigen vermogen opbouwen
Daar komt bij dat de huidige ledenfinanciering volgens financiers niet kan worden gekwalificeerd als zuiver eigen vermogen. "Daardoor kan FrieslandCampina op dit gedeelte van het eigen vermogen niet afschrijven", verduidelijkt Keurentjes. "Terwijl het juist ons doel is om een robuust eigen vermogen op te bouwen."
FrieslandCampina wil daarom met de leden discussiëren hoe de financiële armslag van het bedrijf kan worden vergroot en op welke wijze de ledenfinanciering op een moderne lijst kan worden geschoeid. Daarbij gaat de coöperatie niet direct een concreet voorstel aandragen, want de ervaring van Keurentjes leert dat een discussie dan in "de kiem wordt gesmoord." Wel zijn denkrichtingen geformuleerd, waar de leden zich over kunnen uitspreken.
Link kapitaal en levering melk
Als uitgangspunt worden onder meer gesteld dat er een duidelijke link moet zijn tussen kapitaal en de levering van melk, dat het mogelijk moet zijn om extra kapitaal op te bouwen in FrieslandCampina en dat de resultaten van de onderneming via de melk moeten terugvloeien naar actieve leden. Andere denkrichtingen zijn dat de overdracht van melkveebedrijven en de verhandelbaarheid van ledenfinanciering als geheel mogelijk moet blijven en dat de coöperatieve structuur met zeggenschap over de onderneming behouden blijft.
Vanuit het zuivelconcern FrieslandCampina zijn er daarbij 2 voorwaarden. De onderneming moet de strategie kunnen uitvoeren met solide ratio's en een solide kredietprofiel. Ook moet het systeem bijdragen aan een versterking van het zuiver eigen vermogen van de onderneming.
Keurentjes is benieuwd hoe de discussie met de leden, die door de coronacrisis voor het overgrote deel digitaal gaat lopen, uitpakt. Hij besef dat veel melkbedrijven het financieel niet makkelijk hebben. "Uitgangspunt is dat de coöperatie in boerenhanden blijft. Als we door willen groeien, stelt dat ook eisen aan de financiering. En financiering staat parallel aan boerenzeggenschap."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/agribusiness/artikel/10889736/financiering-staat-parallel-aan-boerenzeggenschap]'Financiering staat parallel aan boerenzeggenschap'[/url]