Nederlandse boeren en tuinders moeten meer gaan verdienen om adequaat in te kunnen spelen op de uitdagingen die liggen in de voedselproductie. Ook moeten de Europese grenzen dicht voor goedkoper voedsel die tegen lagere standaarden is geproduceerd. In een landbouwdebat tussen politici, critici en agrarische belangenbehartigers was vrijwel iedereen het daar opvallend genoeg over eens.
Alleen de weg om tot een beter verdienmodel voor de boer te komen, daarover lopen de meningen ver uiteen. Het zogeheten Boer & Bestuurder debat in Amsterdam was vrijdag georganiseerd door Agractie om te discussiëren over de toekomst van de Nederlandse landbouw. Hierbij waren 5 tweetallen tegenover elkaar gezet die met elkaar mochten discussiëren aan de hand van 1 stelling. Zo mocht Mark van den Oever, voorzitter van Farmers Defence Force (FDF) de degens kruisen met Johan Vollenbroek, de voorman van Mobilisation for the Environment (MOB). Ook stond Jan-Cees Vogelaar, voorzitter van Stichting Mesdag Zuivelfonds tegenover D66-Kamerlid Tjeerd de Groot.
Niet produceren ook niet importeren
Hennie de Haan, voorzitter van de Nederlandse Pluimveehouders Vakbond (NVP) en CDA-Kamerlid Jaco Geurts mochten het spits afbijten met de stelling: de grens moet dicht voor voedsel dat niet aan onze eisen voldoet. De Haan was daar duidelijk over. "Wat wij hier niet mogen produceren, mogen we ook niet importeren". Zij wijst op het goedkope pluimveevlees en ook batterij-eieren die nog de EU in komen. "Een ongelijk speelveld voor de Nederlandse boer en de consument wordt bedot", verwijzend naar de batterij-eieren die worden verwerkt in voedselproducten.
Jaco Geurts erkent dat de controles in de EU niet waterdicht zijn. "Legbatterijen kunnen nog steeds de EU binnenkomen. Het kan een klein percentage zijn, maar nog altijd te veel. De controles in Rotterdam zijn streng, maar dan komen ze wel via Antwerpen of Bremen winnen. Ik maak me ook zorgen over de Amerikaanse chloorkippen die na de brexit via het Verenigd Koninkrijk de EU in kunnen komen."
Geurts oppert om afspraken te maken met supermarkten om meer Nederlands pluimveevlees prominent in de schappen te krijgen, zoals nu bij varkensvlees gebeurt. De Haan gelooft daar niet in. "Zulke afspraken zijn lastig te controleren, elk goedkoop product vindt toch wel zijn weg in de keten. Het beleid moet gewoon daadkrachtiger en de consument moet meer duidelijkheid hebben welk product hij koopt."
Niet blijven hangen in het verleden
Waar De Haan en Geurts het in hoofdlijnen al gauw eens bleken te zijn, beloofde de confrontatie tussen MOB-voorman Vollenbroek en FDF-voorzitter Mark van den Oever meer vuurwerk. Scherper werd het debat zeker, maar echt knetteren deed het niet. Zij kregen als stelling: in Nederland is geen ruimte meer voor nog meer natuur.
Vollenbroek wees erop dat 13% van de Nederlandse oppervlakte nu Natura2000-gebied is, waarbij ook het IJsselmeer en het waddengebied zijn meegerekend. "Daarmee zitten we onder het Europese gemiddelde. De EU streeft zelfs naar een percentage van 30%. Dus we moeten naar meer en robuustere natuur toe."
Van den Oever heeft daar een toepasselijke oplossing voor: "Polder gauw het Markermeer in en maak er een mooi natuurgebied van. Er moet juist meer natuur komen in het westen van het land." Want de leider van FDF ziet de wens voor meer natuur vooral als een Randstedelijke drang. "In het westen is het niets anders dan beton en asfalt. In het oosten is het echter nog volop groen."
Europa moet eigen broek ophouden
Volgens Vollenbroek moet de agrarische sector "helemaal op de schop". Ook hij wil af van goedkope import buiten de EU. "Europa moet zijn eigen broek ophouden. Nederland moet terug naar volledig grondgebonden landbouw en deels circulaire landbouw. En de prijzen voor de boeren moeten omhoog. Daar ligt de oplossing."
In die betere prijs voor de boeren en een exportverbod van buiten de EU kan Van den Oever zich vinden. Hij vindt dat vooral technologische oplossingen de landbouw kunnen helpen met het bereiken van de milieumaatregelen. Zeker als de boer daar meer waarde voor zijn product krijgt. Van den Oever heeft wat dat betreft volste vertrouwen in het Farmers Friendly concept dat FDF samen met de supermarktkoepel CBL wil opzetten. Dit moet de deelnemende boeren een toeslag op hun product garanderen.
Vollenbroek deed de agrarische sector tot slot wel een waarschuwing van de hand. En dat is dat de stikstofwet nog maar het begin is. "De klimaatwetten die een reductie van de CO2 uitstoot van 50% binnen 10 jaar voorstaan, gaan veel meer impact hebben voor de land- en tuinbouw. Dat moet de sector zich echt realiseren en niet blijven hangen niet het verleden."
Boeren te lang in onzekerheid
In het volgende debat verwees Laura Bromet, Kamerlid van GroenLinks, ook naar de uitdaging van de klimaatwet. "De CO2-uitstoot moet met de helft omlaag, maar ik merk dat boeren echt geen idee hebben wat er allemaal op hen af gaat komen. Boeren verkeren al te lang in onzekerheid. Er moet duidelijkheid komen."
Bromet ging in conclaaf met Bart Kemp, voorzitter van Agractie, over het dierenwelzijn met de stelling: Dieren hebben het goed in Nederland. Stop met projecteren van menselijke beleving op het dier. Kemp wees daarbij vooral naar regels als bijvoorbeeld de verplichte weidegang, waar je de dieren lang niet altijd een plezier mee doet. "Aan de basisvoorwaarden van gezondheid, rust en welzijn kunnen we voor dieren soms veel beter binnen voldoen dan buiten. Veehouder voelen dat aan en weten dat beter."
Bromet kreeg de ruimte om deze discussie te ontwijken en zich direct te reageren met stallen waar de 'dieren volgepropt op elkaar zitten.' In de discussie die volgde wist Kemp wel impliciet te ontlokken dat GroenLinks megastallen (of comfortstallen, zoals Kemp placht te zeggen) niet per definitie slecht vindt. "Ik wil af van het frame dat megastallen slecht zijn en kleine stallen altijd goed. Je ziet boerderijen waar dieren het heerlijk hebben, maar je hebt ook bedrijven waar dieren het minder hebben. Nederland moet zich onderscheiden in kwaliteit en koploper willen zijn in dierenwelzijn."
Om dit te bereiken moet de boer ook een hogere prijs krijgen voor zijn product en moet goedkope import van buiten de EU aan banden worden gelegd, stelt Bromet. Voedsel mag volgens haar best duurder worden, als het kabinet aan de andere kant er voor zorgt dat voedsel voor elke Nederlander betaalbaar is. Bijvoorbeeld door uitkeringen te verhogen. "Een hogere prijs in de winkel hoeft niet via het boerenerf te lopen."
3 aardbollen kosten
Het klapstuk van de middag was het debat tussen D66-Kamerlid Tjeerd de Groot en Jan-Cees Vogelaar, voorzitter van Stichting Mesdag Zuivelfonds. Zij hadden de stelling: Minder dieren in Nederland? De wereld vraagt eerder om méér dan minder voedsel. Hoewel er af en toe ferme taal werd gesproken, zeker door Vogelaar, was het wel een discussie zonder de spanning om op het puntje van je stoel te gaan zitten.
Vogelaar nam De Groot vooral de maat op diens diepe kennis van het voedselketen. "Veel mensen kennen namelijk hun eigen voedselketen niet". Zo pareerde hij een betoog van De Groot waarin hij aangaf dat eenderde van de beschikbare landbouwgrond naar diervoerder gaat. Door dit te beperken ten faveure van de humane consumptie zit de winst, aldus De Groot. "Helemaal mee eens Tjeerd", reageerde Vogelaar, "en dat is precies wat wij al in Nederland doen. Reststromen van menselijke consumptie gaan naar de veehouderij toe, zoals bijvoorbeeld sojaschroot."
De Groot noemde deze motivatie van Vogelaar dat het huidige landbouwsysteem goed werkt 'volstrekte onzin'. Volgens hem is de helft van het diervoer kringloopwaardig, omdat het hier reststromen betreft. "Voor de andere helft wordt soja en maïs geteeld. Dat is niet te duurzaam en moet een krimp van de veestapel betekenen. We moeten naar een veestapel die net zo veel mest produceert als de plantaardige teelt nodig heeft."
Wat de mens eet, komt niet terug
Vogelaar reageerde daarop fel door met "kringloop is een farce. U bent zelf het gat in de kringloop. Wat de mens eet, komt niet terug. Landbouw is altijd ingrijpen in ecosysteem, wat je eruit haalt moet je ook terugbrengen. Daarom praten we ook over evenwichtsbemesting, niet over kringloop."
Volgens De Groot kan de Nederlandse landbouw ook na de door hem beoogde transitie nog een stevig potje meeblazen in de agrarische productie. "Er is zeker nog voldoende productie, waar de boer wel een hogere prijs voor moet zien te krijgen. Het is een mythe dat wij de wereldbevolking moeten voeden."
De Groot noemt het pakket van €6 miljard die landbouwminister Schouten heeft gereserveerd voor de transitie van de landbouw op het stikstofdossier 'ongekend'. "Er wordt heel veel geïnvesteerd in de landbouw. Daar mogen we gewoon trots op zijn. Maar dit is nog een eerste stap." Vogelaar noemt het een drama. Hij wijst op het onderzoek van Stichting Agrifacts, waaruit blijkt dat de Nederlandse landbouw volgens de Europese rekenmodellen al aan de normen van 2030 voldoet. "Bij alle Natura2000-gebieden. En nu staan de PAS-melders in de kou en trekken banken de financiering in."
Met een voorbeeld welke type melk De Groot in de supermarkt koopt (zijn antwoord: de duurste) wilde Vogelaar duidelijk maken dat niet altijd de prijs of het merk de duurzaamheid van een product weerspiegelt. "De burger wil van alles, maar de consument maakt andere keuzes. Daar gaat de boer kapot aan."
Consument in verwarring
Als afsluiter ging Joris Lohman, mede-oprichter van Foodhub, in gesprek met VVD-Kamerlid Helma Lodders de stelling: een ander voedselsysteem? Dat betekent een hogere prijs voor de consument. Volgens Lohman is het te makkelijk om een hogere prijs te verlangen van de consument. Dat is ook niet in het voordeel van de boer. "Want een hogere prijs van de consument komt nooit 1-op-1 bij de boer terecht."
Bovendien is de consument ook in verwarring door alle verschillende beelden die bij binnenkrijgt over duurzaamheid, waardoor het lastig is om bewust duurzame aankopen te doen in de supermarkt. "De verantwoording bij de consument neerleggen is niet de belangrijkste stap." Lodders benadrukt wel dat het eerlijke verhaal moet worden verteld. "Is een biologische aardappel beter dan gangbaar geteeld? Dat gaat er bij mij niet in. Supermarkten moeten we ook aanspreken op duidelijke communicatie."
Volgens Lohman moet een beter verdienvermogen voor de boer voorop staan in het verduurzamen van het voedselbeleid. "Daarmee kan je veranderingen bewerkstelligen. Daar iets iedereen het in dit debat over eens merk ik. " Maar toch staan we op een of andere wijze tegenover elkaar." Hij ziet in het verbeteren van de sociaal economische positie van de boer de oplossing. "Precies de gedachte van Sicco Mansholt destijds."
Hierbij moet Nederland voorop lopen in innovatie, maar niet alleen voor het intensiveren van de productie en/of het verlagen van de kostprijs. "Maar vooral in kwaliteit. Daarbij moet de politiek minder regels vastleggen, maar vooral randvoorwaarden scheppen waar ondernemers worden uitgedaagd om daar aan te voldoen."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/agribusiness/artikel/10889704/iedereen-is-het-eens-boer-moet-meer-verdienen]Iedereen is het eens: boer moet meer verdienen[/url]
Je gaat in de toekomst meer verdienmodellen krijgen waarbij landbouw ruimte levert voor ontwikkeling van economie. In de vorm van stoppersregelingen of extern salderen van latente ruimte bijvoorbeeld. De stikstofuitstoot en bebouwing die op het boerenerf verdwijnt kan ergens anders weer(evt na afroming) gebruikt worden.
Zeker wanneer boeren slecht verdienen is het een mooi alternatief. Zo kan inkrimping dubbel geld opleveren door krimpend aanbod hogere opbrengstprijzen.