Boodschappen doen bij de boer om de hoek is steeds populairder. De coronacrisis heeft dat enthousiasme verder aangewakkerd. De gewenste vorming van kortere ketens komt daarmee in een stroomversnelling. Wat is er van die ontwikkeling over een paar maanden nog over?
‘Steun de ondernemer’, ‘Support your locals’ en ‘Lekkerder bij de Boer’, het zijn slechts enkele voorbeelden van ketenverkorting. De initiatieven schieten sinds de coronacrisis als paddenstoelen uit de grond. De consument maakt er gretig gebruik van en laat lokale producten aan huis bezorgen of trekt er op uit om inkopen te doen bij een boerderijwinkel of stalletje langs de weg.
“In alle onzekerheid waarin we nu verkeren, grijpen we als consument terug op dingen die vanzelfsprekend zijn. Lokaal geteelde producten zijn daar een voorbeeld van”, zo verklaart Wessel van Olst, voorzitter van de coöperatie Landwinkel, de grotere animo voor rechtstreeks kopen bij de boer. De bijna 100 agrarische bedrijven die bij Landwinkel zijn aangesloten, hebben de toeloop in hun winkels afgelopen weken zien stijgen. “Enkele leden beleveren ook de zorg en horeca. Een deel van die klandizie valt natuurlijk weg, maar over de gehele linie doen de landwinkels het beter. Met wel 40 tot 80% meer verkoop.”
Transitie in versnelling
Volgens Van Olst is er al langer een transitie gaande, vooral onder jonge mensen, om meer bij de bron in te kopen. “Die ontwikkeling gaat nu heel snel. Opeens groeit het besef van wat in de wereld om ons heen gebeurt. Daar komt bij dat mensen gewoon goed en lekker willen eten, juist nu ze veel thuis zitten en restaurants gesloten zijn.” Bovendien wordt een bezoek aan een landwinkel volgens Van Olst ook als een uitje gezien. De verkoop speelt in op een stukje beleving bij de consument.
De Landwinkel-voorzitter verwacht dat een deel van de nieuwe klandizie, als gevolg van de corona-uitbraak, blijvend is. “Waar het precies naar toe gaat, is lastig in te schatten. Maar we zien wel een groeiende animo voor korte ketens. Ook bij boeren; we krijgen meer aanvragen binnen. Als volwassen organisatie (Landwinkel is in 2006 opgericht, red.) hebben we veel kennis in huis. Denk aan uitgedachte winkelsystemen, het ontwikkelen van concepten en lanceren van merken. Wij geloven in de horecafunctie en beleving en dat geldt zeker ook na de coronacrisis.”
Meer bezorging aan huis
Ook Delvry ervaart de groeiende behoefte bij consumenten aan lokale producten. Dat in combinatie met een grote vraag in deze tijd naar bezorging aan huis, verklaart het succes van het prille bedrijf uit Dronten. Het initiatief komt van André Aasman, tevens eigenaar van aardappelverwerkingsbedrijf ASN. “In mijn wijk wonen veel mensen die in de risicocategorie vallen. Op de vraag aan supermarkten om een bezorgdienst werd afwijzend gereageerd. Ik dacht ‘dat moet toch anders kunnen?’”
De ondernemer zette zijn netwerk in en binnen anderhalve week werd de website Delvry.nl gelanceerd waaraan inmiddels 26 lokale leveranciers zijn gekoppeld. Het gaat voornamelijk om boerenbedrijven, waaronder Melktap de Zuyderzee en Polder Potato, die duidelijk als afzender van de producten worden gepositioneerd. Delvry ontwikkelt zich volgens Aasman in een rap tempo. Na 12 dagen uitleveren, behoort naast de gemeente Dronten inmiddels ook Lelystad tot het afzetgebied. Daarnaast zijn de ogen gericht op Zeewolde en op langere termijn wil Delvry graag heel Flevoland beleveren.
Ruimte voor groei
Nu productie bij ASN door de coronacrisis drastisch is teruggelopen, is Delvry een welkome aanvulling op de omzet, geeft Aasman toe. “En wij zijn ervan overtuigd dat dit een blijvertje kan zijn en moet zijn. Als je kijkt naar cijfers van voor de coronacris, dan blijkt dat in Nederland nog maar 3% van alle boodschappen online gedaan worden. Terwijl dit aandeel bij kleding op ruim 40% ligt. Er is dus ruimte voor groei en ik denk dat deze tijd helpt om daar een aanzet toe te geven. Online supermarkt Picnic is ons grote voorbeeld. Zij hebben al een poosje hun bezorgdienst en tonen aan dat er ruimte voor is in de markt.”
Een eveneens pril Zeeuws initiatief met landelijke ambitie is Lekkerder bij de boer, waar ondernemers met een boerderijwinkel, stalletje langs de weg, versautomaat of melktappunt zich kunnen aanmelden. Daarmee worden ze voor consumenten makkelijker vindbaar en zo kan de korte keten gestalte krijgen. Het idee komt van Thomas Siahaya en kwam in een stroomversnelling door de coronacrisis. “Nu veel boeren met hun oogst blijven zitten, krijgt lokaal boodschappen doen meer prioriteit. Ik kon niet anders dan de lancering van de website vervroegen.”
Blijft consument plakken?
Met Lekkerder bij de boer heeft Siahaya 2 duidelijke doelen voor ogen. Een eerlijke prijs voor producenten én verser, beter, lekkerder en vaak betaalbaarder voedsel uit de regio voor de consument. “Laten we stoppen met verse producten van ver halen.” De consument gaat het omarmen. In hoeverre hij blijft plakken als straks het ‘normale leven’ wordt hervat en het gemak van de supermarkt lonkt, moet blijken.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.