Een handelsdeal tussen China en de Verenigde Staten lijkt nog altijd ver weg te zijn en dat heeft een negatieve invloed op de wereldwijde economische groei. Dit negatieve sentiment heeft ook gevolgen voor vraag naar olie, waardoor de verwachting is dat de olieprijs voorlopig nog op een laag niveau blijst staan, zo blijkt uit een nieuw rapport van ABN Amro.
ABN Amro verwacht dat de prijs voor Brent-olie aan het einde van het jaar gedaald is tot $60 per vat, terwijl eerder nog uitgegaan werd van $70 per vat. Voor WTI-olie gaat de bank uit van een prijs van $55 per vat. De lagere prijzen hebben voornamelijk te maken met de langdurige effecten van de handelsoorlog tussen China en de Verenigde Staten. Aangezien er nog geen deal tussen de landen in het verschiet ligt, is de verwachting dat de olieprijs ook in 2020 en 2021 laag blijft.
Kleiner verschil
De prijsrange van Brent-olie lag in de afgelopen maanden op $50 tot $76 per vat en voor WTI-olie op $42 tot $66 per vat. ABN Amro verwacht dat de onderkant van deze range op korte termijn weer opgezocht wordt, al voorziet de bank niet dat de prijs op dit niveau zal blijven hangen. Zo’n kortstondige prijsdaling kan het gevolg zijn als de handelsoorlog toch weer escaleert of wanneer het marktsentiment negatief blijft.
Opvallend is dat het verschil tussen de prijs van Brent en de prijs van WTI naar verluidt zal dalen naar minder dan $5 per vat. Dit komt onder meer doordat de gevolgen van de handelsoorlog beter tot uiting komen in de prijs van Brent. WTI wordt namelijk vooral beïnvloed door ontwikkelingen binnen de Verenigde Staten. Nu dit land meer olie gaat exporteren, wordt ook de prijs van WTI beïnvloed door wereldwijde ontwikkelingen en spanningen.
Verschillende risico's
Wanneer er toch een akkoord komt tussen de Verenigde Staten en China, dan zou dat een positieve impuls kunnen geven aan het sentiment in de markt. Dat zou de vraag naar olie doen stijgen, waardoor de olieprijs een stijging gaat laten zien. Echter, andersom geldt dat echter ook. Als China besluit om extra olie uit Iran te kopen, om de Verenigde Staten te tarten, dan zou het mondiale aanbod van olie weleens verder kunnen toenemen (wat de prijs doet dalen).
Een tweede risico is de groei van de schalieolieproductie in de Verenigde Staten. Dit land is op het moment de grootste olieproductie ter wereld en de verwachting is dat de productie de komende jaren blijft toenemen. Dit leidt eveneens tot een groter aanbod. De keerzijde is echter dat men zich afvraagt in welk tempo de groei doorzet. Als de markt het aanbod in de Verenigde Staten overschat, dan kan dat leiden tot hogere prijzen.
Ook de spanningen in het Midden-Oosten spelen een grote rol, al zorgen die op termijn waarschijnlijk vooral voor een hogere olieprijs. ABN Amro verwacht niet dat er een grote kans is dat de olieproductie en/of -export getroffen wordt door de spanningen in de Golfregio, maar wil dit ook niet volledig uitsluiten. Immers als de doorvoer door de straat van Hormuz hinder gaat ondervinden, dan zal de olieprijs sterk stijgen.
Daarnaast heeft de minister in Saoedi-Arabië aangegeven dat hij er alles aan zal doen om de daling van de olieprijs te stoppen, bijvoorbeeld door een verdere productiedaling door te voeren. Volgens ABN Amro levert het land dan echter wel extra marktaandeel in. Dit geldt ook voor de OPEC-landen, want ook daar is de productie over de afgelopen maanden flink teruggeschroefd. Volgens de bank is het voor de leden vervolgens lastig om zich aan de eigen afspraken te houden.