In de aanloop naar de Europese parlementsverkiezingen van donderdag 23 mei legt Boerenbusiness dagelijks 6 agrarische vragen voor aan de personen met een visie op het Europese landbouwbeleid. Vandaag is dat Annie Schreijer-Pierik, de Europarlementariër namens het CDA en lid van de Commissie voor Landbouw en plattelandsontwikkeling.
Wilt u meer of minder Europees landbouwbeleid voor de Nederlandse boer?
"Ik ben voor een nieuw en prestatiegerichter landbouwbeleid. De kaders hiervoor zijn binnen de landbouwcommissie in april aangenomen, maar de invulling van het Nationaal Strategisch plan moet anders. De diverse ecoregelingen die nu via het Europees landbouwbeleid opgelegd worden, kunnen ook nationaal ingevuld worden. Dit is nu extra belangrijk, omdat het landbouwbeleid naar minder dan €56 miljard per jaar gaat, oftewel mogelijk 5% minder in de periode 2021 tot 2027. Ik vind dat de 20% à 25% voor de nationale invulling van ecostelsels in pijler 1 zoveel mogelijk naar de boeren moet gaan."
"Wij willen toewerken naar een systeem van prestatiebeloningen voor de maatschappelijke diensten, in plaats van de huidige starre voorschriften. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) moet vooral behouden worden voor voedselzekerheid en inkomenssteun. Ook moeten er minder voorschriften en regels komen, maar er moet wel voorkomen worden dat er een ongelijk speelveld ontstaat tussen de lidstaten. Ik vind dat we met name in Nederland waakzaam moeten zijn dat boerengeld ook boerengeld blijft."
Als we kijken naar het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, moet er dan wel of geen hectarepremie komen?
"De inkomensondersteuning door middel van de directe betalingsrechten moet je houden: 60% vanuit de eerste pijler voor directe inkomenssteun. Andere Europese landen stappen daar immers ook niet vanaf. Ruim 25% van het gezinsinkomen van de Nederlandse boeren is afhankelijk van de hectarepremie, in combinatie met andere premies. De boeren hebben het geld dus keihard nodig."
"We hebben al voor elkaar gekregen dat er een verordening voor de gemeenschappelijke marktordening is gekomen. Hierdoor is er ook geld beschikbaar gekomen voor producentenorganisaties en voor ketenmacht in de tuinbouw en intensieve veehouderij. Dat is belangrijk, maar ook de hectaresteun blijft voor de akkerbouwsector en melkveehouderij. Daarbij willen wij boeren tevens voor hun groene en blauwe ecosysteemdiensten eerlijk en marktconform belonen naar prestatie."
Kijkende naar de uitvoering van het ketenrapport van Cees Veerman: hoe bereik je een 'level playing field' in de Europese Unie?
"Er wordt soms direct naar de fikse verschillen in hectaresteun tussen de lidstaten gewezen. Die verschillen zijn er echter niet voor niets. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat er een verschil in arbeidskosten is per lidstaat. We willen het binnen Nederland misschien wel meer gelijk trekken, maar binnen Europa niet. We gooien de kont tegen de krib als de hectaresteun in Europa gelijk getrokken wordt: daar is de Nederlandse boer de dupe van."
"Het ketenrapport van Veerman ging vooral over de marktmacht en het verdienvermogen van boer en tuinder. Ik heb met Eurocommissaris Phil Hogan gewerkt aan een nieuwe Europese richtlijn voor het aanpakken van oneerlijke handelspraktijken in de voedingsketen. Ik vind dat boeren een eerlijke prijs moeten krijgen. In onze regels wordt het uitknijpen van boeren en het marktmachtmisbruik van multinationale inkopers dan ook verboden. Wij hebben kunnen voorkomen dat de boervriendelijke positie van de Commissie voor Landbouw en plattelandsontwikkeling afgezwakt werd, ten gunste van de supermarkten. Nederland is nu dan ook verplicht deze richtlijn in nationale wetgeving om te zetten."
Is de Brusselse macht rond de toelating gewasbeschermingsmiddelen te groot?
"Nee. Ik vind dat dit zoveel mogelijk in Brussel moet worden geregeld. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) is in Brussel gelukkig in de meeste gevallen leidend. In de Nederlandse politiek gaat het vaak niet over de feiten, maar over emotie. De neonicotinoïden worden nu in 1 keer verboden, terwijl er door minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) ook gekozen had kunnen worden voor een tijdelijke ontheffing en overgangsperiode. In mijn ogen gaat de suikerbietenoogst op deze manier naar de gallemiezen."
"In Brussel wordt gelukkig realistischer gereageerd. Dat zie je ook terug in de blunders die de Nederlandse overheid heeft gemaakt met het stelsel van fosfaatrechten. De melkveesector wordt gedupeerd door de huidige uitvoering van het Nederlandse beleid en niet door Brussel. Nederland is vaak strenger dan Brussel. Er heerst in Den Haag een boeronvriendelijke verborgen agenda. De gereedschapskist van boeren moet gevuld blijven, anders kun je niets verbouwen. Daarom moet Brussel komen met een snelle toelatingsprocedure voor groene, gewasbeschermingsmiddelen met een laag risico."
Wat moet in het Brusselse landbouwbeleid tot een speerpunt worden gemaakt?
"Het behoud van het familiebedrijf moet leidend worden en blijven. Deze gezinnen zorgen ervoor dat we in de voedselvoorziening niet afhankelijk zijn van multinationals. Binnen het familiebedrijf speelt tevens de sociale situatie een rol, waardoor de landbouw een bewust onderdeel is van de samenleving. Dat kwam ook terug in de discussies over gele akkers door glyfosaat. Ik verdedig een vernieuwde toelating van glyfosaat. Ook omdat boeren mij vertellen dat het een negatief beeld geeft. Daarnaast vind ik dat het familiebedrijf voor werkgelegenheid, voorzieningen, landschaps- en natuurbeheer zorgt."
Welke mythe over het Europarlement klopt niet in uw ogen?
"Nederlandse boeren denken dat productie die gemaakt zijn op basis van dierlijke mest (mineralenconcentraat) binnenkort overal in ons land mag worden gebruikt boven de plaatsingsruimte voor dierlijke mest uit de Meststoffenwet en Nitraatrichtlijn. Echter, er staat nog niets op papier. Ik heb in 2017 een amendement op de Nitraatrichtlijn ingediend, maar dat werd door de diverse lidstaten en de Europese Commie tegengehouden. Een mondelinge toezegging door een Eurocommissaris stelt wettelijk dan ook niets voor. Het moet zwart op wit staan, anders krijg je hetzelfde drama als rondom de innovatieve pulsvisserij. Die toelating stond zelfs al in een wetsvoorstel geschreven."
"Een andere mythe: partijen die in Den Haag groot zijn, zijn invloedrijk in Brussel. Dat klopt niet. De VVD en D66 zijn in Den Haag misschien groot, maar vormen in Brussel gezamenlijk de liberale ALDE-fractie (een kleine vierde fractie). Als CDA behoren we echter tot de grootste fractie. Ik werk overigens graag samen, ik hoef niet de eer. In de Europese politiek bereik je niets alleen. Daarnaast moet je geduld hebben."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/financieel/artikel/10882578/den-haag-heeft-verborgen-boeronvriendelijke-agenda]'Den Haag heeft verborgen boeronvriendelijke agenda'[/url]