In de aanloop naar de Europese parlementsverkiezingen van donderdag 23 mei legt Boerenbusiness dagelijks 6 agrarische vragen voor aan de personen met een visie op het Europese landbouwbeleid. Vandaag is dat Jan Huitema, Europarlementariër voor de VVD.
Wilt u meer of minder Europees landbouwbeleid voor de Nederlandse boer?
"Ik pleit voor minder vergroeningsregels en meer flexibiliteit. Vandaag de dag moet een boer de regels uit Brussel doorvoeren, maar ik vind dat de boer zelf de keuze moet krijgen. Het moet veel meer een kwestie zijn van verleiden, dan van dwingen. Tegenwoordig wordt het stuur uit de handen van de boer geslagen, terwijl deze het zelf vaak veel beter kunnen. Ik vind dan ook dat de regels nu veel te rigide zijn."
"Kijk bijvoorbeeld naar Veldleeuwerik. Die telers proberen de organische stof in de bodem te verhogen, maar vergroeningsregels dwingen hen om verschillende gewasrotaties aan te houden. Die gewasrotaties zijn in het Oldambt bijvoorbeeld helemaal niet handig. Een ander voorbeeld is dat 5% van de landbouwgrond uit productie wordt gehaald en als Ecologisch Aandachtsgebied ingezet moet worden. Dit kan in mijn ogen flexibeler: als een teler meer of minder Ecologisch Aandachtsgebied wil, dan moet dat kunnen. Uiteraard krijgt de teler dan wel meer of minder subsidie."
Als we kijken naar het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, moet er dan wel of geen hectarepremie komen?
"We moeten in mijn ogen kritisch kijken naar de hectarepremie, want die zorgt ervoor dat de grondprijs omhoog gedreven wordt. Uiteindelijk heeft niet de boer, maar juist de grondbezitter daar het voordeel van. Als je de pachtboer bent, dan gaat de premie namelijk gewoon in de pachtsom zitten. Hetzelfde geldt als je grond koopt. De verkoper van de grond weet ook dat je hectaresteun krijgt en verrekent dit gewoon in de prijs. Daarbij komt dat er op deze manier geld uit de sector lekt: Natuurmonumenten verpacht de grond bijvoorbeeld voor een hogere prijs omdat ze met die hectaresteun rekenen."
Kijkende naar de uitvoering van het ketenrapport van Cees Veerman: hoe bereik je een 'level playing field' in de Europese Unie?
"Ik vind wederzijdse erkenning erg belangrijk. Het kan niet zo zijn dat in de ene lidstaat gewasbeschermingsmiddelen toegelaten worden, waar deze in de andere lidstaat verboden zijn. Daarnaast moeten de nationale regeringen voorzichtig zijn met eigen regels. Dat kan een gelijk speelveld namelijk in de weg zitten. In Nederland zijn we bijvoorbeeld voortvarend van start gegaan met het aanwijzen en in stand houden van de 'Natura 2000-gebieden'. Echter, Nederland is strenger dan andere landen, want vanuit Brussel zijn de bufferzones (waarin intensieve landbouw verboden is) helemaal niet verplicht."
"Daarnaast ben ik van mening dat er vanuit Brussel meer duidelijkheid geschept moet worden over hoe richtlijnen gecontroleerd worden. Het is bijvoorbeeld zo dat de waterschappen in Nederland hun eigen normen mogen bepalen. Daarbij bepalen zij ook zelf hoe ze meten."
Is de Brusselse macht rond de toelating gewasbeschermingsmiddelen te groot?
"Nee, die vind ik niet te groot. Ik vind het zelfs belangrijk dat we dit op Europees niveau regelen. Als het ene land een ontheffing krijgt voor een bepaald middel, dan moet een ander land dat ook krijgen. Ik ben wel van mening dat de huidige systematiek verkeerd is. Er zijn 5 criteria waaraan moet worden voldoen (bijvoorbeeld dat het geen kankerverwekkende of hormoonverstorende stoffen mag bevatten), maar er wordt niet gekeken naar het risico. In de glastuinbouw worden bijvoorbeeld soms middelen toegelaten die nooit buiten de kas gebruikt worden. Het risico op mens en klimaat is dan minimaal."
"Je ziet dat tevens terug in de zaak rondom glyfosaat. Er is een hele hetze ontstaan vanwege 1 studie. Daarin staat onder meer beschreven dat het middel mogelijk kankerverwekkend is, maar het gaat niet over normaal gebruik. Ter vergelijking: alcohol is ook dodelijk bij te hoge hoeveelheden. Er moet holistischer worden gekeken. Als voorbeeld noem ik dan de zaak rondom neonicotinoïden. Dat zijn inderdaad sterke insecticiden, maar ze worden precies gebruikt (door middel van coatings). Door het verbod op deze herbiciden, moeten er middelen gebruikt worden die schadelijker zijn."
"Ook vind ik dat de toelating van alternatieven sneller moet lopen. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) heeft op het moment te weinig geld, mankracht en expertise. Daarbij werken er vooral chemische analisten, maar ik vind dat er meer biologische analisten moeten komen. Tot slot ben ik van mening dat het belang van gewasbescherming onderschat wordt. Zonder deze middelen, mislukken er oogsten."
Wat moet in het Brusselse landbouwbeleid tot een speerpunt worden gemaakt?
"Ik vind het belangrijk dat de agrarische sector minder kwetsbaar wordt voor calamiteiten en slechte prijzen. Als de melk bijvoorbeeld een paar dagen niet wordt opgehaald, loopt dat direct flink in de papieren. Daarbij vind ik het belangrijk dat de Europese boeren minder afhankelijk worden van de Brusselse inkomenssteun. Ze moeten het inkomen uit de markt kunnen halen."
"Om dit te behalen, moet de mededingingswet aangepast worden. Op die manier wordt het gemakkelijker om investeringen voor dierenwelzijn of duurzaamheid door te berekenen in de consumentenprijs. Daarnaast moeten Europese boeren een betere onderhandelingspositie krijgen bij supermarkten. Eigenlijk nemen de supermarkten momenteel de leiding, maar daar moet meer gelijkheid in komen."
Welke mythe over het Europarlement klopt niet in uw ogen?
"Dat je als Europarlementariër geen invloed hebt. Als ik er de afgelopen 5 jaar niet geweest was, dan zou er bijvoorbeeld geen werkgroep ontstaan zijn om de definitie van dierlijke mest aan te passen. Dit is in mijn ogen belangrijk, omdat de verwerkte dierlijke mest (mineralenconcentraat) nu niet meer onder de definitie van dierlijke mest valt en gebruikt kan worden boven de gebruiksnorm van dierlijke mest."
Lees hier alle interviews over de Europese verkiezingen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.