Het jaar 2018 was het jaar van de dollar. Toen aan het begin dit jaar duidelijk werd dat de Fed de rente in 2018 en 2019 een aantal keer wil verhogen, en de Europese Centrale Bank (ECB) meldde dit maar 1 keer te doen, zakte de euro-dollarkoers van 1,25 naar uiteindelijk 1,14.
De handelsoorlog tussen China en de Verenigde Staten, die vorig jaar van start ging, gaf de dollar ook steun. De greenback was, en is, namelijk een veilige haven voor beleggers op de 'woeste financieel-economische oceaan'.
Minder sterke dollar?
Aan het einde van 2018 en het begin van 2019 maakte de Fed in korte tijd een zelden eerder geziene monetaire draai. Dat heeft echter niet gezorgd voor een minder sterke dollar. Sterker nog: de euro-dollarkoers daalde per saldo nog iets verder in het eerste kwartaal van dit jaar.
Hoewel de verwachtingen, ten aanzien van het beleid van de Fed, in 2019 behoorlijk zijn aangepast, geldt dat ook voor de plannen van de ECB. De bank gaf luid en duidelijk aan dat de rente over 2019 op 0% blijft. Tijdens 'ECB and Its Watchers', een conferentie voor degenen die de bank goed in de gaten houden, zijn er bovendien signalen afgegeven dat de rente ook in 2020 op 0% blijft staan.
Wanneer we in 2020 of 2021 een recessie krijgen in de Verenigde Staten en/of de eurozone (zoals ik verwacht), dan blijft de officiële rente van de ECB nog lang op 0% staan. Sterker nog: in mijn ogen is de kans groter dat de ECB daden bij haar woorden voegt en opnieuw start met het opkopen van bedrijfs- en staatsobligaties (quantitative easing), dan dat de bank de rente in de periode tussen nu en eind 2021 zal verhogen.
Stijgende koersen
De aanpassingen van het beleid en de inprijzing ervan op de markt, hield de euro-dollarkoers sinds het begin van dit jaar redelijk stabiel. Toch zou het mij niet verbazen als de koers de komende kwartalen per saldo klimt naar het niveau waarop 2018 werd begonnen: circa 1,25. Dit heeft een aantal redenen:
Wanneer de euro-dollarkoers in de komende kwartalen inderdaad gaat oplopen, dan acht ik de kans niet groot dat de koers uit zijn bandbreedte zal breken; daarbij is 1,25 de bovenkant van die bandbreedte. Dit omdat een veel sterkere euro, in een omgeving van lagere groei (oftewel een gevaar voor een recessie), de ECB er ongetwijfeld toe zal aanzetten in actie te komen.