Spanningen tussen de Europese Commissie en Italiaanse regering kenmerkten het jaar 2018 in de eurozone. Door het Kerstakkoord kwam er een einde de maandenlange spanning, maar de kans bestaat dat die spanningen dit jaar opnieuw oplaaien.
Recent maakte het Internationaal Monetair Fonds (IMF) nieuwe ramingen voor de economische groei in 2019 en 2020 bekend. Iets dat mij daarbij opviel, was dat de groeiraming in Italië voor 2019 nogal gekortwiekt werd. Daar waar het IMF eerder uitging van een groei van 1%, is dat sinds deze week nog maar 0,6%. De Italiaanse krant 'La Repubblica' meldt dat de EC de groeiraming voor Italië binnenkort ook zal bijstellen naar 0,6%. Het is die bijstelling die opnieuw voor spanningen in de eurozone kan zorgen.
Het bovenstaande zorgt er echter voor dat het akkoord over de Italiaanse begroting voor 2019 weer de prullenbak in kan. Het fundament onder die begroting is tevens de economische groei voor 2019. In het Kerstakkoord tussen Rome en Brussel zijn alle rekensommen over de inkomsten en uitgaven gedaan met een economische groei van 1%. Komt de groei lager uit, dan moeten die rekensommen opnieuw worden gedaan. En dat heeft een hoger begrotingstekort tot gevolg. Dat op zijn beurt kan de spanning tussen Rome en Brussel opnieuw doen oplaaien, met alle gevolgen van dien.
Nieuwe realiteit
Wanneer Italië zijn begrotingsplannen aanpast aan de nieuwe, slechtere economische realiteit om ervoor te zorgen dat het begrotingstekort niet hoger wordt, dan is er niets aan de hand. In dit geval is aanpassen een eufemisme voor minder uitgeven en/of belastingen verhogen. Wanneer ik af zou gaan op de eerste geluiden uit Rome, dan acht ik de kans dat de Italiaanse regering zich zonder slag of stoot aanpast nog kleiner dan dat een Nederlandse skispringer de wereldbeker skispringen wint.
Giovanni Tria, de Italiaanse minister van Financiën en verantwoordelijke voor het opstellen van de begroting, zei dat meer overheidsuitgaven het enige juiste beleid was in deze economische fase. De aanbevelingen van het IMF en de Europese Commissie om financiële buffers aan te leggen, wees hij van de hand. Die zouden volgens hem voor een nieuwe crisis zorgen. "Nieuwe bezuinigingen of belastingverhogingen zijn dit jaar niet nodig, zelfs niet als de economische situatie behoorlijk verslechtert", zo meldde hij.
Een heet voorjaar
Vrij vertaald betekent het dat de kans dat Italië de begroting zodanig aan gaat passen dat het geplande begrotingstekort in 2019 niet boven 2,04% uitkomt, in mijn ogen gelijk is aan de rente van de ECB. Ofwel: we moeten er serieus rekening mee houden dat er de komende maanden opnieuw spanningen ontstaan tussen Rome en Brussel. Echter, uiteindelijk zie ik ook dit met een sisser aflopen.
Daar komt nog bij dat Italië sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog 66 regeringen heeft gehad. Gemiddeld zit 1 Italiaanse regering ongeveer 1 jaar in het zadel. De huidige regering is aangetreden op 31 mei 2018. Kortom: als de geschiedenis enigszins maatgevend is, zou het ook niets verbazen als de Italiaanse regering ergens de komende maanden valt en er dus nieuwe verkiezingen komen.
Het ironische is dat de markt beter af is als Italië in een recessie blijkt te zitten. In het derde kwartaal van 2018 kromp de Italiaanse economie met 0,1%. Als de economie in de laatste maanden van 2018 is gekrompen, dan is er sprake zijn van een recessie. Daarvan spreken de economen als de groei in 2 opeenvolgende kwartalen krimpt. Bij een recessie kan Brussel zonder gezichtsverlies een hoger begrotingstekort van Italië accepteren, waardoor er geen/minder spanningen tussen Rome en Brussel zouden kunnen ontstaan.
Lastig om inschatting te maken
De eventuele nieuwe spanningen zouden ook het leven van de Europese Centrale Bank (ECB) zuur kunnen maken. Het is dan namelijk lastiger om een inschatting te maken over de economie in 2019 en 2020. Ook kunnen de Italiaanse banken weer in de problemen komen door de dalende prijzen van de Italiaanse staatsobligaties, welke bij nieuwe spanningen te verwachten zijn.
De rentes in de sterke eurolanden (Nederland en Duitsland) kunnen dan tijdelijk onder neerwaartse druk komen te staan, met name doordat veel beleggers daarin zouden gaan schuilen. Dit overigens niet alleen bij die mogelijke spanningen, maar ook door de Europese verkiezingen van eind mei. Daar kunnen de verschillende anti-euro en anti-EU-partijen weleens beter scoren dan de peilingen laten zien.