Terwijl het Amerikaanse financiële stelsel in 2008 wankelde, de economie rake klappen kreeg en de Fed de rente verlaagde tot 0% om obligaties op te kopen, was de Europese Centrale Bank bezig met het verhogen van de rente.
De crisis was een Amerikaans probleem en de kans dat de Europese Unie (EU) besmet zou raken, was klein. Dat hoor ik de toenmalige aanvoerder van de ECB (Jean Claude Trichet) nog duidelijk zeggen. Ik vermoed dat die (achteraf gezien) blunder nog altijd door het hoofd van de bestuursleden van de ECB spookt.
Is de situatie nu vergelijkbaar?
In 2019 is de situatie tot op zekere hoogte vergelijkbaar. De Fed heeft de verwachting over het aantal renteverhogingen voor dit jaar de afgelopen maanden behoorlijk verlaagd. Dit keer deed de ECB dat ook. Het bestuur van de ECB boog zich donderdag 24 januari over diverse onderwerpen; zo vroegen zij zich ook af hoelang deze situatie nog duurt. De Europese bank heeft besloten de situatie eerst goed te analyseren, waarna er bepaald moet worden welke kant op te gaan. Tot die tijd wijzigt de bank haar beleid en de plannen niet.
Er valt heel wat te zeggen voor deze keuze. In de eerste plaats omdat de ECB enkele weken geleden gestopt is met het opkopen van obligaties. Het is nu zaak om de economie en de markten een tijdje te aanschouwen om te zien hoe die op die wijzigingen reageren. Afhankelijk daarvan moet dan bekeken worden of nieuwe maatregelen wenselijk en nodig zijn. Ook zijn de tegenvallende macro-economische cijfers van de afgelopen weken van invloed. Deze kunnen namelijk een tijdelijk fenomeen zijn. Had de ECB er meteen op gereageerd, dan was de bank onverantwoord geweest.
Paniekvoetbal
Wanneer de ECB paniekvoetbal was gaan spelen, dan had dat de situatie kunnen verergeren. Wanneer de bank meteen reageert en ingrijpt, dan is er wellicht echt iets aan de hand. Althans, dat kan de markt denken. Dit had een knauw in het beleggersvertrouwen, een dip in de consumptie en in de koersen tot gevolg kunnen hebben. De ECB gaf daarentegen wel aan dat de neerwaartse risico's toegenomen zijn. Dat is een verandering ten opzichte van december, want toen stelde de bank dat de risico's zo goed als in evenwicht waren.
Daarnaast zei Mario Draghi, de voorzitter van de ECB, dat die aanpassing van de omschrijving van de economische omgeving gevolgen zal hebben voor het beleid van de bank. Echter, dan wel volgende keer. De volgende vergadering is op 7 maart 2019. In maart krijgt het bestuur ook de nieuwe ramingen voor de economische groei en inflatie in 2019, 2020 en 2021. En dat zijn heel belangrijke cijfers. Met die cijfers kunnen ze beter inschatten of het geplande beleid optimaal is of dat een herijking nodig is. Het is dus te vroeg om te concluderen dat een renteverhoging dit jaar helemaal van tafel moet.
Cruciale weken
De komende weken zijn cruciaal. Als de stroom tegenvallend economisch nieuws aanhoudt, de gesprekken omtrent de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten (VS) en China niets opleveren, de werkloosheid in de EU oploopt en de loonstijgingen afvlakken, dan is de kans (zeer) groot dat de rente niet alleen in 2019 gelijk zal blijven, maar ook in 2020. Echter, als er aanwijzingen zijn dat de economie opveert, dan zou het mij niet verbazen als de ECB de rente deze zomer al verhoogt.
De cijfers over de loonstijgingen en werkloosheid zijn van belang, vooral omdat Draghi de hoop heeft dat de economische groei zal opveren. Door de lage en dalende werkloosheid, stijgen de lonen sneller en (belangrijk) stijgen ze sneller dan inflatie. Daardoor neemt de koopkracht in de eurozone toe.
Leningen verlengen
Wat ik in maart tevens verwacht, is dat de ECB de speciale langlopende leningen voor de banken uit de muntunie (TLTRO’s) gaat verlengen. Dat loket gaat (zoals het er nu naar uitziet) volgend jaar dicht. Echter, het zou mij niets verbazen als de ECB (kijkende naar de algehele situatie) het zekere voor het onzekere neemt en dat loket alsnog open laat.
En als de bank de rente dit jaar wel verhoogt, dan verwacht ik dat de ECB het monetaire beleid heel langzaam minder ruim zal maken. De bank is de les van het begin van de laatste crisis niet vergeten. Oftewel: de zeer lage EURIBOR-tarieven blijven nog lang heel laag, net zoals de spaarrentes.