De olieprijs is aan een flinke opmars bezig. In de zomer van 2017 kostte één vat van het zwarte goud ongeveer 46 dollar, inmiddels ligt de prijs een fractie onder 70 dollar. Dat is het hoogste niveau sinds eind 2014, het jaar waarin de olieprijs in luttele maanden zakte van 115 dollar naar 46,50 dollar. Gaat de olieprijs terug naar de niveaus uit het voorjaar van 2014?
Het lijkt onwaarschijnlijk dat de olieprijs in de nabije toekomst met 50 dollar per vat zal oplopen. De vooruitzichten voor de verhouding tussen vraag en aanbod zijn niet zodanig om zo’n stijging te verwachten. Dat gezegd hebbende: een stijging van de olieprijs richting 80 dollar in de komende kwartalen zou niet verbazen.
Geopolitieke factoren
In de eerste plaats is er een bijzonder delicate geopolitieke situatie in de wereld. Een belangrijke bron daarvan is Washington, waar president Donald Trump ruzie zoekt met het ene land na het andere.
De afgelopen weken is er nogal wat ruis ontstaan op de lijnen met Beijing en Moskou, hoofdsteden van twee andere wereldgiganten. Trumps recente benoeming van John Bolton als zijn belangrijkste veiligheidsadviseur past ook in dat straatje. Bolton was in eerdere Amerikaanse regeringen de grootste voorstander van de Amerikaanse invallen in bijvoorbeeld Irak en heeft in het recente verleden bombardementen van Noord-Korea en Syrië bepleit. Bij geopolitieke onrust kan de olieprijs verder stijgen.
Vraag en aanbod
In de tweede plaats is er het feit dat door de afspraken tussen de OPEC- en belangrijke niet-OPEC-landen, zoals Rusland, het aanbod van olie dichter bij de vraag is gekomen. Die afspraak blijft voorlopig gelden. Daar komt bij dat door aanhoudende economische groei in de wereld de vraag naar olie blijft stijgen. Ook dat wijst eerder in de richting van een hogere dan een lagere olieprijs.
Beursgang
Tot slot is er de geplande beursgang van Aramco, het oliegigant uit Saoedi-Arabië. Die beursgang, de grootste ooit, stond gepland voor eind dit jaar maar is onlangs uitgesteld tot ergens in 2019. De reden? De olieprijs is voor de Saoedi’s niet hoog genoeg om een deel van de aandelen te verzilveren. Anders gesteld: een van de machtigste olielanden ter wereld vindt 70 dollar per vat te laag.
Persagentschap Bloomberg meldde onlangs op basis van gesprekken met mensen die direct met de leiders van Saoedi-Arabië over olieprijzen praten, dat het land de beursgang door zal laten gaan wanneer een vat olie om en nabij 80 dollar kost.
Invloed op rente
Door dat alles zou het niet verbazen als de stijging van de olieprijs ingezet in de zomer van vorig jaar, de komende tijd per saldo doorzet. Dat op zijn beurt kan grote gevolgen hebben voor het rentebeleid, vooral in de Verenigde Staten. Als de olieprijs inderdaad verder zou klimmen, zou de Amerikaanse inflatie daardoor ook verder stijgen. Dit zou de Fed min of meer dwingen de officiële rente dit jaar en misschien zelfs volgend jaar vaker te verhogen dan de markt nu denkt.
Hoe sterk zo’n stijging van de olieprijs de renteplannen van de ECB zou beïnvloeden, hangt sterk af van hoe de waarde van de euro zich zal ontwikkelen. De eurozone is de afgelopen maanden opwaartse druk op de inflatie uit de oliehoek bespaard gebleven. Dit komt doordat de olie, in euro uitgedrukt, nauwelijks in prijs is gestegen dankzij de sterker geworden euro.
Valuta
Olie wordt verhandeld in dollars. Als de euro sterker wordt ten opzichte van de Amerikaanse valuta, dan betekent dat dat de Europeanen minder euro's nodig hebben om één dollar te kopen en dus minder euro's om een vat olie op de kop te tikken.
Een goede stelregel is dat als de euro de komende tijd verder aantrekt tegenover de dollar, de ECB de luxe kan hebben om de renteplannen (die nu neerkomen op de rente verhogen ergens in de zomer of de herfst van 2019) niet te wijzigen. Zet EUR/USD daarentegen de komende maanden de koers omlaag, dan zou het zomaar kunnen gebeuren dat de ECB het moment van de eerste renteverhoging sinds 2011 naar voren zal moeten halen.