De afgelopen maanden is de EUR/USD van 1,04/1,05 naar 1,18 gestegen, een waardestijging van de euro van ruim 13%. Is die stijging het begin van een langdurige klim van de EUR/USD? Of moeten we ons opmaken voor een dalende fase?
Als we die vraag willen beantwoorden, dan zijn 2 zaken cruciaal. Zo vraagt men zich af in hoeverre de Fed ervoor kiest om haar huidige pad te blijven volgen, namelijk 1 renteverhoging dit jaar en nog 3 in het aankomende jaar. Ten tweede is er de vraag hoe snel de ECB het beleid van quantitative easing zal afbouwen.
Met betrekking tot de Fed heeft de markt al heel wat vraagtekens gezet bij de 4 renteverhogingen tussen nu en eind 2018. De verwachting voor de ECB is dat zij het QE-beleid vanaf eind december zal beginnen af te bouwen. Het plan is dat in de zomer sprake is van een volledige ontmanteling.
De Fed heeft in juli het monetaire beleid ongewijzigd gehouden, maar de bank liet ook duidelijk weten dat het toekomstige beleid vooral af zal hangen van de ontwikkeling van de inflatie in de Verenigde Staten.
Verhit debat
De laatste maanden is de inflatie in Amerika behoorlijk gedaald, nadat deze eerder dit jaar in rap tempo was opgelopen naar 2%. In het begin baarde deze daling de Fed nog zorgen, want de bank ging ervan uit dat dit een tijdelijk fenomeen zou zijn. Echter, nu de inflatie langer daalt, begint de Fed toch onrustiger te worden. Steeds meer leden van het rentecomité vragen zich af of dit toch niet structureel wordt.
Uit de notulen van de vergadering blijkt dat er binnen het rentecomité van de Fed een verhit debat gaande is. Is de daling van de inflatie structureel of moet het genegeerd worden? Dat is de vraag die gesteld wordt. Veel van de leden houden er rekening mee dat de Amerikaanse inflatie langer onder het streefpercentage van 2% à 2,5% zal blijven. Die groep vraagt zich ondertussen zelfs af of de inflatie in de VS de komende jaren überhaupt wel weer zal stijgen.
Het bovenstaande is zeer belangrijk. Dit omdat het verhogen van de rente, terwijl de inflatie onder het streefpercentage ligt en onder neerwaartse druk staat, nergens op zou slaan. Immers, renteverhogingen zouden de inflatie juist verder omlaag drukken. Dat wil de Fed zien te voorkomen. Vandaar ook dat het niemand zou verbazen als de Fed alsnog besluit om voorlopig een pas op de plaats te maken.
Kortom: de inflatiecijfers, die de komende tijd gepubliceerd worden, zullen het pad van de Fed gaan bepalen.
Nieuwe ramingen
De komende maand is ook in de eurozone belangrijk. De ECB-economen maken namelijk hun nieuwe voorspellingen over de inflatie in de eurozone in 2018 en 2019 bekend. Het zijn die voorspellingen die zeer belangrijk zijn voor wat het ECB-bestuur met de rente gaat doen.
Geven die voorspellingen namelijk aan dat de inflatie tot en met 2019 nog verder van het streefpercentage komt te liggen, dan kan men verwachten dat de ECB het opkopen van staats- en bedrijfsobligaties langzamer zal afbouwen. Anderzijds kan men ook verwachten dat renteverhogingen in de eurozone nog verder in de toekomst verschuiven.
Hoe kan dit alles uitpakken voor de EUR/USD? De overtuiging dat de Fed de rente minder snel zal verhogen, dan wordt verwacht, zou ervoor moeten zorgen dat de EUR/USD onder opwaartse druk blijft staan.
Klim voorbij?
Echter, tegelijkertijd neemt de kans toe dat de ECB er langer over zal doen om haar QE-beleid af te bouwen en de eerste renteverhogingen nog verder in de toekomst komen te liggen. Die 2 gebeurtenissen zouden de EUR/USD wel verder omlaag kunnen drukken. Mocht de eurocrisis weer oplaaien (Italië is hét zorgenkindje van de eurozone en de situatie daar kan zomaar exploderen), dan zou dat voor extra neerwaartse druk kunnen zorgen op de EUR/USD. Daar komt nog bij dat noch de Fed noch de ECB zit te wachten op een sterkere dollar of respectievelijk een sterkere euro.
Al met al lijkt voor de komende maanden het meest waarschijnlijk dat de EUR/USD per saldo onder lichte neerwaartse druk komt te staan. In die lichte correctie is een daling richting 1,12/1,10 heel goed mogelijk. De maand september is belangrijk voor zowel de Fed als de ECB, dus die moeten we afwachten, voordat we een helder antwoord kunnen verwachten.