Handelen op het scherpst van de snede kan winst betekenen, maar niet als het om mest gaat. De overvolle mestmarkt maakt dit tot een gevaarlijk spelletje. Boerenbusiness interviewt Hans Verkerk van Cumela, belangenbehartiger voor loonbedrijven.
De mestmarkt houdt de gemoederen flink bezig. Fraude, verwerking en volle putten kwamen dan ook aan bod tijdens het mestcongres. Tegelijk werd er door de Tweede Kamer een motie aangenomen om verwerkte mest niet langer onder het kopje afvalstoffen te scharen.
Wat vindt u van de motie die stelt dat mest niet langer onder het kopje afvalstoffen thuishoort, waardoor meer export mogelijk wordt?
'Een beetje apart. In de Nederlandse wetgeving is het zo dat de wet milieubeheer terugtreedt bij meststoffen. Mest is daarom nooit afval. Ook in de Europese wetgeving valt mest onder het kopje dierlijke bijproducten. Zou mest onder afvalstoffen vallen dan komt er veel meer papierwerk bij kijken wanneer er export plaatsvindt. Als ik het beschouw als ondersteuning dan is dit heel goed. Het lastige is dat in twee Duitse deelstaten, Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen, verwerkte mest wel onder afval valt en er afvalpapieren gevraagd worden. Los daarvan wordt het systeem voor exportcertificaten goed gewaardeerd. Bij deze documenten gaat het om certificering op afstand en dit biedt voldoende zekerheid. In dit kader zijn de afvalstofpapieren lastig, omdat mest in Nederland geen afvalstatus heeft en deze papieren ook niet afgegeven worden. Het ligt nu bij de Europese Commissie, want de eisen die de deelstaten stellen zijn eigenlijk buitenwettelijk.'
Een andere benaming voor mest moet de export van verwerkte mest gaan helpen. Hoe staat het met de export van mest en verwerkte mest?
'De export van mest kon over 2015 een plus van 18 procent wegzetten, Zelfs de export op Duitsland, wat lastiger gaat, groeide met 8 procent. Over de laatste 4 jaar heeft de export van mest een constante stijging laten zien. Daar komt bij dat wij een markt als Duitsland nooit kunnen verzadigen. Daar heb je per deelstaat meer akkerbouw dan wij landbouwgrond in Nederland hebben, inclusief grond wat door de melkveehouderij gebruikt wordt. Helaas voeren net twee belangrijke deelstaten een actief ontmoedigingsbeleid.'
Export moet de druk op de mestmarkt gaan verlichten, maar helpt het ook om het probleem rond volle putten in het voorjaar tegen te gaan?
'De laatste paar jaar is er een patroon ontstaan wat je heel sterk ziet. Bij de leden is dit ook wat ik steeds terughoor. Zij hebben te maken met een beperkte afzetcapaciteit. Hierbij gaan degene voor waar ze jaar op jaar alles voor regelen. Voor die afzet sta je. Dan zijn er nog degene die eerst vragen hoeveel het kost. Ben je de goedkoopste dan komt de vraag of je de mest even bij ze weg kunt halen en dat kan lang niet altijd. Een intermediair kan alleen aan de voorkant afspreken, wat hij aan de achterkant kan realiseren. Bij veehouders heb je verschillende bedrijfsstijlen. De een voelt zich prettig bij vaste prijsafspraken en die veranderen bijvoorbeeld ook niet snel van voerleverancier, voor een ander is het een sport om op het scherpst van de snede te werken. Het gaat om het onderhandelen. Uiteindelijk is bij mest de eerste methode de beste. Daar komt ook de quote vandaan dat boeren die gaan voor het laatste dubbeltje tegenover de intermediair nu de mestput vol hebben zitten. Meer samenwerking betekent meer mestafzet. Dit kan op het moment dat er meer vertrouwen in elkaar is.'
Ook mestverwerking helpt om de druk van de mestmarkt af te halen. Hoe kan het dat in het oosten van Nederland de mestverwerking nog achterloopt?
'In het zuiden van Nederland hebben veehouders al 20 jaar te maken met hoge prijzen voor de afzet van mest. Daarmee staat er druk op het zoeken naar oplossingen. In Twente en de Achterhoek en eigenlijk heel Oost-Nederland hebben de afzetprijzen van mest euro's onder de prijzen van het zuiden gezeten. Door het ontbreken van druk was er ook niet de concurrentie tussen veehouders onderling. In die tijd was het echter wel relatief makkelijk om mestverwerking op te zetten. In de bestemmingsplannen waren partijen toen ook nog niet bezig met de consequenties. Nu is het heel lastig geworden om het in het bestemmingsplan in te passen. Er zijn grote initiatieven zoals die van Twence, Greenfarm en de Biogasvereniging Achterhoek, maar die zitten nog steeds in de vergunningsfase. De laatste is bijvoorbeeld al 10 jaar bezig met de vergunningen. Wanneer de overheid de verplichtingen van mestverwerking oplegt, moet deze niet lastig gaan doen in de ruimtelijke verordening. Dit was ook een belangrijke boodschap tijdens het mestcongres.'
Een andere opmerking die voorbij kwam tijdens het congres was de aanpak van fraude. Hoe staat het daar mee?
'Het is lastig om een uitspraak te doen over de omvang van de fraude in mest. De indruk bestaat wel dat er nog fraude plaatsvindt. Dit maken wij ook op uit signalen uit de markt. Tijdens het congres werd echter ten onrechte de suggestie gewekt dat er niets gebeurt tegen fraude. Wij hebben wel degelijk leden geroyeerd vanwege fraude. Ook is het niet mogelijk om lid te worden als er fraude met mest geweest is. Wel is het zo dat als iemand niet veroordeeld is hij niet schuldig is, hoewel soms een sterke verdenking reden is om iemand uit te sluiten. De stroom illegale mest wordt steeds kleiner. Dit kunnen we aantonen via de mestexport, waar de gemiddelde gehaltes voor fosfaat en stikstof per ton mest teruglopen. De zwarte markt voor mest is voornamelijk interessant voor mest met hoge gehaltes.'
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.