De melkvolumes dalen harder dan ooit en toch grijpt zuivelaar FrieslandCampina in. Er nadert een nieuwe fase: niet meer van gras tot glas, maar van glas tot gras. De consument is aan zet. "Het gaat om meer dan melk halen en betalen." Daarbij blijkt ondernemerschap het sleutelwoord.
FrieslandCampina introduceerde in april de groeiafspraak en toen werd er ook al een ballonnetje opgelaten over de extra eisen die aan melk gesteld zouden kunnen worden. Het maakte de nodige emoties los. Aan het einde van september werd duidelijk dat de voorgestelde wijzigingen grotendeels doorgaan. Echter, daarbij benadrukte Frans Keurentjes, de voorzitter van de coöperatie, wel dat het merendeel zich erin kan vinden.
"Je moet het dak repareren wanneer de zon schijnt", zegt Keurentjes. Dat is echter niet gelukt. "Het regende al." Met de nieuwe voorstellen hoopt de zuivelcoöperatie de basis te leggen voor het volgende succes. Hierbij zijn 2 vragen belangrijk: ben je bereid om afspraken te maken, en is er een gedeeld belang?
Van glas tot gras
Het dak repareren is echter niet gemakkelijk. Keurentjes zegt dat het niet over van 'gras tot glas' gaat, maar over van 'glas tot gras'. "Het begint bij de consument en je moet inspelen op de veranderingen." Veranderingen in de keten worden dan ook gezien als ondernemerschap. "Het gaat om meer dan melk halen en betalen", zegt Jeroen Elfers, directeur coöperatieve zaken bij FrieslandCampina. "Het gaat er namelijk ook om hoe de melk geproduceerd wordt."
- Frans Keurentjes
Met het keurmerk Planet Proof hoopt de verwerker een troef in handen te hebben. Dit gaat straks ook gelden voor de Toplijn Zuivel. Het is de melk waar in eerste instantie €1 extra voor betaald wordt. In 2020 gaat dat bedrag naar €2. Ongeveer 10% komt hiervoor in aanmerking, waarbij de ligging van het bedrijf (ten opzichte van de fabriek) een belangrijke eis is. Ook wordt er gekeken naar de omgang met dier, natuur en klimaat.
Door dit keurmerk ook beschikbaar te maken voor de andere verwerkers hoopt FrieslandCampina een verschil in de markt te maken. "Het Tesco-model", legt Keurentjes uit. "In de Verenigde Staten is de retail eigenaar van de concepten en zoeken zij de melkveehouders." In Nederland wil de zuivelcoöperatie dit voorkomen. "Je kunt het vergelijken met wat er bij het scharrelei gebeurd is."
Te groot volume voor bulk
Ondanks de beoogde melkstroom, blijft er voldoende melk over die zijn weg zal moeten vinden via de bulkproducten. Om te voorkomen dat dit volume te groot wordt, komt er een korting van €0,10 bij een te grote volumegroei in de complete melkplas. Die korting geldt alleen voor de melkveehouders die te veel produceerden.
"We willen een ruimere jas", zo beweert Keurentjes. "We investeren in flexibiliteit." Er is toch al veel geïnvesteerd de laatste jaren, zo klinkt het uit de zaal. "Hoe zit het met de geruchten over de fabrieken die niet op gang komen?" De voorzitter schaart het onder conversieproblemen. Ook zijn de marktvraag, capaciteit en investeringen verkeerd berekend. "Een voorbeeld is de vraag naar condens. Die is niet zo hard gegroeid als wij dachten." Het gevolg is de overcapaciteit in de productie van condens.
Troefkaart in handen?
Conversieproblemen, overcapaciteit in de verkeerde producten, verliezen in China en over Pakistan wordt niet eens gesproken. Tel daar de ommekeer in de markt bij op en er ontstaat een grote uitdaging. Daarmee ontstaat het gevoel dat de Toplijn Zuivel het tij moet keren. Is dit de troef die het verschil gaat maken?
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/melk/artikel/10880073/het-gaat-om-meer-dan-melk-halen-en-betalen]'Het gaat om meer dan melk halen en betalen'[/url]