De start van de fosfaatbank komt steeds dichterbij. Zo heeft minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) met de voorgestelde wijzigingen van de Meststoffenwet de weg vrijgemaakt om de bank in te zetten. Ook onthult ze hoe het werkt en wie er wat aan heeft?
Op zijn vroegst kan er vanaf 1 november een beroep worden gedaan op de fosfaatbank, zo maakte Schouten middels een Kamerbrief bekend. De wijzigingen die doorgevoerd moeten worden in de Meststoffenwet om dit mogelijk te maken, zijn inmiddels ook bekend. Daarin staat onder meer dat de rechten die in kalenderjaar 2018 aangevraagd worden, pas in 2019 gebruikt kunnen worden.
Hoe werkt de fosfaatbank?
Bij iedere transactie komt 10% van de verhandelde rechten in de fosfaatbank terecht. Hoeveel rechten er half september in de bank zitten, weten ondernemers niet. Dat wordt pas bekend als de minister dit in de Staatscourant publiceert. "Het is niet mogelijk om dit al op voorhand vast te leggen."
- Carola Schouten
Wanneer er rechten vrijgegeven worden uit de fosfaatbank, dan wordt er niet meer gesproken van rechten. Het gaat dan om een ontheffing. Dit hangt samen met het fosfaatplafond voor de melkveehouderij (84,9 miljoen kilo). Elk extra recht kan gezien worden als onterechte staatssteun. Dat er toch een beroep gedaan kan worden op de 'extra' rechten is te danken aan het Europese milieusteunkader. De bank geeft dus een ontheffing, welke het mogelijk maakt om meer fosfaat te produceren. Belangrijk daarbij is dat dit dan kan zonder dat er rechten voor gekocht moeten worden.
Het sectorplafond is de norm voor staatssteun, maar de norm voor de vrijgave van de rechten is het nationale fosfaatplafond (172,9 miljoen kilo). Zolang de productie daaronder blijft, kan er een beroep gedaan worden op de bank. Het betekent wel dat het lot van melkveehouders mede bepaald wordt door de varkenshouders en pluimveehouders.
Wanneer komen de rechten vrij?
Minister Schouten maakt in de Staatscourant bekend als er een aanvraag ingediend kan worden. De opmerking hier is dat dit zo laat mogelijk in het jaar moet gebeuren. "Dit omdat de fosfaatbank dan maximaal gevuld is." Tegelijkertijd zijn er nog een paar belangrijke periodes. Zo moet er binnen 13 weken een beslissing worden genomen over de aanvraag.
Om ondernemers te toetsen aan de voorwaarden, worden de gegevens van 15 mei (fosfaatruimte) en 1 september (fosfaatrechten) gebruikt. Het is de reden waarom Schouten vanaf 2019 naar een openstelling op 1 september streeft. Zo weten de ondernemers waar ze in het daaropvolgende jaar aan toe zijn.
Alleen in 2018 gaat dit anders. Er is namelijk te weinig tijd de ontheffing vanaf 1 januari 2019 te verlenen. Die wordt daarom later verleend en gaat (met terugwerkende kracht) voor een periode van 5 jaar gelden.
Voor wie is de ontheffing?
De ontheffing richt zich voornamelijk op de grondgebonden boeren en de grondgebonden jonge boeren. Hierbij krijgt de groep met jonge boeren voorrang. De voorwaarde voor een jonge grondgebonden boer zijn bijna gelijk aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de extra betaling 'Jonge landbouwers' onder het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Dus tot 40 jaar is iemand een jonge boer.
- Carola Schouten
"Intensieve melkveehouders komen niet in aanmerking voor een ontheffing; ook niet als het jonge landbouwers betreft", aldus Schouten. Met intensief bedoelt de minister: een melkveehouderij die meer fosfaat produceert dan op eigen grond geplaatst kan worden. Met betrekking tot de fosfaatbank is deze eis nog strenger, want er moet sprake zijn van plaatsingsruimte op eigen grond die niet benut wordt. Een positieve productieruimte is dus vereist.
"Een voorbeeld: de fosfaatruimte is in 2018 bijvoorbeeld 5.000 kilo en de rechten dekken op 1 september 2018 een volume van 4.000 kilo. Je kan dan een ontheffing aanvragen voor maximaal 1.000 kilo", zo schetst Adreas van der Vis, jurist bij Countus.
Hij vult aan: "Je moet in de 5 jaar daarna ook voldoende fosfaatruimte hebben. Je mag daarbij in de jaren van de ontheffing geen fosfaatrechten vervreemden. Het is dus niet mogelijk om met een ontheffing 500 kilo fosfaat te verkopen/verleasen. Een ontheffing is niet overdraagbaar."
Te veel aanvragen?
Minister Schouten houdt er (op basis van het aantal grondgebonden melkveebedrijven en het aantal bedrijven met de ambitie en potentie om te groeien) rekening mee dat de bank te weinig fosfaat bevat om alle aanvragen te dekken. Wanneer dat gebeurt, dan wordt de volgorde van de behandeling en verlening door een loting bepaald.
Daarbij is het wel belangrijk dat een ondernemer 3 jaar voor aanvraag de regels rondom het stelsel van fosfaatrechten niet heeft overtreden. Is dat wel gebeurd, dan is dat een afwijzingsgrond.