Er zijn steeds meer grote melkveehouders die afscheid nemen van FrieslandCampina, maar dit jaar wordt er zelfs gesproken van een recordaantal opzeggers. Echter, in een reactie laat zuivelcoöperatie FrieslandCampina weten dat de geschetste '150' uit zijn verband getrokken is. Terecht, struisvogelpolitiek, of is er iets anders aan de hand?
Circa 150 melkveehouders stappen over van FrieslandCampina naar een andere verwerker. Zo maakt een vakblad voor de agrarische sector bekend. "Dit lijkt uit zijn verband getrokken", zegt Sjoerd van Sprang, woordvoerder bij FrieslandCampina. Hij baseert zich daarvoor op de cijfers van de Dutch Milk Foundation (DMF), die een directe afspiegeling vormen van de overstappers. Het zou betekenen dat er dit jaar in 1 jaar meer melkveehouders overstappen, dan in 9 jaar tijd (sinds het ontstaan van DMF).
Waarom stappen grote melkveehouders op?
Uit cijfers van de DMF kan opgemaakt worden dat steeds meer grotere melkveehouders de overstap maken naar een andere verwerker. Dat is iets wat het gevolg kan zijn van de eerder ingevoerde maatregelen, maar ook van de regels die nog komen (plus de angst voor wat er nog niet gezegd is).
Wat heeft zich afgespeeld bij de grootste verwerker van Nederland? In 2011 wist de verwerker de leden te activeren door de discussie over weidegang aan te wakkeren. Het was de eerste zet in een reeks van veranderingen. Zo verdween in het jaar 2013 de negatieve grondprijs, omdat het restproduct van de kaasproductie winstgevend was geworden. Het houdt in dat water leveren weer meer loont. Het koppelen van een waarde aan lactose hoorde daarbij, hoewel daar eigenlijk alleen via de leeftijd van vee op gestuurd kan worden.
Onverwachte wending
Daarna gaan de zaken anders dan verwacht. De groei van de melkplas overtreft de stoutste verwachtingen. In 2016 neemt de verwerker dan ook afscheid van de kwantumtoeslag. Voor grote melkveehouders slecht nieuws, zoals ook blijkt uit de melkprijsvergelijker; voor iets meer dan de helft van 2017 loonde het namelijk om aan een andere partij te leveren. De druk neemt ook toe door de standstill aan het begin van 2017 en de kans op ingrijpen aan het begin van 2018.
Maatregelen die goedgepraat konden worden door een uitstekend resultaat, maar de prestatietoeslag van 2018 laat te wensen over. Op veel liters melk moet verlies worden genomen en er waren ook verliezen in China en negatieve ontwikkelingen in Pakistan. De verkoop van Riedel (2017) helpt ook niet om het vertrouwen van de leden te versterken, omdat hier bijna een vergelijking kan worden gemaakt met de verkoop van het onderdeel Ingredients door Vion. Het argument 'focus op de melk' is goed, maar de gebeurtenissen eromheen geven de verkoop een andere lading.
Vertrouwensbreuk
De vertrouwensbreuk is compleet wanneer FrieslandCampina aankondigt toch met een soort A- en B-melkprijs te gaan werken, via de groeiafspraak. De laatste 5 jaar is juist gezegd dat dit niet ging gebeuren. Piet Boer, de voormalig topman van de coöperatie, stelde zelfs dat het voor luiheid zorgt. Uiteindelijk moet namelijk alle melk tot waarde gebracht worden.
De groeiafspraak werd in april 2018 naar buiten gebracht en voorziet in een korting van €0,10 per kilo melkequivalenten. Dat is iets wat gebeurt bij melkveehouders die meer dan marktconform groeiden, maar alleen wanneer de totale melkplas de marktconforme groei overtreft. Voor 2019 is de toegestane groei vastgezet op 1,5%. Na 5 jaar stopt de heffing en wordt het verlies/de winst van de extra liters over de melkplas verdeeld. Zo wordt in 2024 het gemiddelde volume van de laatste 5 jaar de nieuwe referentie.
Stuk onzekerder
Het merendeel van de leden slaagde er, ondanks de fosfaatreductiemaatregelen, in om qua melkproductie hoge cijfers neer te zetten (2017). Voor degenen die meegedaan hebben aan de tijdelijke maatregelen, is het vergelijkingsjaar 2015 erbij gekomen. Voor deze groep is het vergelijkingsvolume het hoogst.
De groepen waarvoor de zaken juist lastiger en onzekerder zijn geworden, zijn de jonge ondernemers en bedrijven in ontwikkeling. De financiële gevolgen kunnen groot zijn. Dat juist Frans Keurentje (de huidige voorzitter van de coöperatie) in oktober 2017 stelde dat iemand die in 2018 meer wil melken daar fosfaatrechten voor moet hebben, wordt als extra zuur ervaren.
Voor degenen die eerst rechten wilden kopen en dan pas willen groeien in het aantal stuks vee, leek er een optie 5 (nu optie 6) te zijn. Die optie voorziet erin dat de rechten (verkregen voor 16 april) omgezet kunnen worden in liters. Een optie waarmee op het eerste gezicht de melkveehouders die vroeg de orde op zaken stelden, beloond worden. Echter, daar is deze mogelijkheid niet voor bedoeld. "De extra optie zal interessant zijn voor bedrijven die minder efficiëntieslagen hebben gemaakt in de bedrijfsvoering en wel veel fosfaatrechten hebben aangekocht", zegt Van Sprang.
Referentie voor rechten 2015
De berekening blijft uit, maar uit het veld komt wel een toelichting. Melkveehouders geven aan dat er bedoeld wordt dat er een referentievolume wordt gekoppeld aan de fosfaatrechten, die is afgeleid van de productie in 2015. Die rechten worden opgeteld bij de referentie (voor korting) voor niet-grondgebonden bedrijven (8,3%). Oftewel: wie geen hogere melkproductie per koe heeft gerealiseerd sinds 2015, en veel rechten heeft aangekocht, wordt beloond met deze optie. Echter, anders pakt 2017 beter uit. Het betekent ook dat melk leveren op aangekochte rechten, bedoeld om meer vee te kunnen houden, vanaf 2019 een risico op een korting met zich meebrengt.
Het onderling uitwisselen van groeiruimte kan niet. Wanneer een bedrijf stopt of zijn quotum niet volmelkt, wordt dit volume over de hele groep verdeeld. Dat houdt in dat de groeiruimte in een jaar van veel stoppers uiteindelijk hoger kan zijn dan de vastgestelde plus van 1,5%. Dan is de vraag of het de moeite waard is om de gok te wagen dat de zuivelaar zijn quotum de komende jaren niet gaat volmelken (als gevolg van stoppers en de balans tussen rechten en koeien). Of is het toch verstandig om ergens anders zekerheid te zoeken?
Rol van starters en opvolgers
Hoe in de regeling wordt omgegaan met starters en opvolgers is niet duidelijk. "Dat hangt af van de exacte situatie", stelt Van Sprang. Wordt de korting over het gehele melkvolume berekend, dan gaat het om verschillen van €1 tot euro's per 100 kilo melk. Over het totale volume gaat het dan om duizenden euro's.
Ondanks alles blijkt dat melkveehouders makkelijker zeggen op te stappen, dan dat zij dit daadwerkelijk doen. Echter, het ziet ernaar uit dat daar in 2018 verandering in kan komen. In oktober worden de leden gehoord over het nieuwe en definitieve voorstel, maar dan is de mogelijkheid om over te stappen weer afgesloten. Zo geldt dat degenen die willen vertrekken de aanvraag voor 1 september moeten doen en dan per 1 maart of later moeten overgaan.
Daling in leden
Dat de daling in het aantal leden aanhoudt, staat vast. Aangezien FrieslandCampina verreweg de grootste verwerker is, is dat niet vreemd. Echter, via A-ware is er wel een aantrekkelijk alternatief bijgekomen. Over 2017 stopten 524 leden-melkveehouders (-4,4%), wat het Nederlands totaal laat uitkomen op 11.898 leden. Het aantal leden daalde echter maar met 211 stuks. Het suggereert dat een groot deel stopte met het leveren van melk, maar niet overstapte. In Duitsland daalde het aantal melkleverende leden met 49 stuks (-5,9%) en daalden het aantal leden met 50.
Over 2018 verdwijnen er in ieder geval 47 melkleverende leden, met behulp van de vertrekregeling. Nog eens 30 aanvragen zijn in behandeling. Dit zijn de aanvragen van voor 1 september 2017. Pas daarna kwam de zogenaamde groeiafspraak naar buiten, wat inhoudt dat het aantal verder kan toenemen.
Daarnaast zijn er ook nog bedrijven die stoppen met het leveren van melk. Dit zijn er, zo blijkt uit cijfers van het CBS op basis van de Gecombineerde opgave, veel meer dan in de laatste jaren. Dat is misschien deels de verklaring voor de afname van het aantal melkleverende bedrijven tussen 2016 en 2017. Het zal ook effect hebben op het aantal van 2018.
Compensatie door hogere aanvoer
Door de stijging in de melkaanvoer per bedrijf (sinds 2016) kon de afname van het aantal melkleverende bedrijven redelijk opgevangen worden. Wordt het aantal van 150 melkveehouders werkelijkheid, dan staat dit (rekening houdend met de gemiddelde aanvoer) gelijk aan een productiedaling van 1,3%. Daarmee komt de verwerking automatisch beter in balans met de melkaanvoer. Hoe kan het dan dat er elk jaar meer melk wordt verwerkt dan de leden leveren? Of knelt het vooral in het voorjaar, wanneer de piek in de aanvoer zich voordoet? Zou een korting voor die maanden dan niet voldoende zijn?
De zuivelverwerker ontmoedigt niet alleen op het boerenerf, maar gaat ook de prognosetechnieken verbeteren om zo meer grip te krijgen op de melkaanvoer. 'Opeens' 10% meer melk houdt immers in dat er meer verkocht moet worden, maar ook dat er meer geld uitgekeerd moet worden aan de veehouders. Dit gevaar wordt beperkt door de korting van €0,10, maar brengt het balans in de marktvraag? De regeling stelt immers dat in 2019 zo'n 101,5% van de melk die er nu is, vermarkt kan worden. Dit terwijl begin dit jaar bekend werd dat er ook over de eerste maanden van 2018 verlies geleden is.
Onder een vergrootglas
FrieslandCampina kan door de prestaties uit het verleden nog steeds op veel steun van de leden rekenen, maar dat neemt niet weg dat het wantrouwen met elke maatregel groeit. Of de relatief grote uitstroom uit zijn verband getrokken is, moet nog blijken. De coöperatie ligt onder een vergrootglas, ook bij de melkveehouder. Door de ontwikkelingen worden de bedrijven in ontwikkeling bijna gedwongen om een keuze te maken of om veel onzekerheid voor hun rekening te nemen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/melk-voer/artikel/10879473/150-leden-weg-bij-frieslandcampina][/url]
@ erik
waarom kunnen andere melk fabrieken de melk wel verwerken en bouwen zelfs nog nieuwe fabrieken. Volgens mij weet jij nog niet waar het probleem zit!!! De directie/ledenraad hebben het leden kapitaal vergokt en hebben niet genoeg financiële middelen meer of ze moeten aandelen uitgeven maar dit wilden de leden niet!!!