Een groeiend aantal agrarische bedrijven in Nederland heeft een negatief inkomen, maar door uitschieters met een hoog inkomen blijft het gemiddelde inkomen even hoog als in 2014. Of laag, want gemiddeld krijgt een agrarische ondernemer dit jaar 40.000 euro aan inkomen.
In vijf agrarische sectoren is het inkomen het afgelopen jaar flink toegenomen, zo heeft LEI Wageningen UR in kaart gebracht. Deze stijgers camoufleren de dalende inkomenstrend in andere jaren. De sterke stijgers qua inkomen zijn in de sectoren glasgroenten, leghennen, akkerbouw, pot- en perkplanten en vollegrondsgroente. Hierbij steekt de glasgroenteteelt er met kop en schouders bovenuit.
Tuinders van bijvoorbeeld tomaten en paprika’s hebben de laatste jaren het bijzonder slecht gehad met zeer slechte productprijzen. Nu is hun inkomen er fors op vooruit gegaan, wat vooral wordt veroorzaakt door slechte productieomstandigheden elders. Zowel in Spanje als in Israël en Italië waren de opbrengsten matig, zo geeft het LEI aan. Een andere reden waarom het inkomen in de glasgroenteteelt sterk is gestegen, zijn de dalende energieprijzen.
Het gemiddelde inkomen van een glasgroenteteler komt dit jaar per onbetaalde arbeidsjaareenheid uit op 234.000 euro, dus flink hoger dan het gemiddelde van de gehele sector. Ten opzichte van 2014 stijgt het gemiddelde inkomen met 126 procent.
De leghennensector heeft kunnen profiteren van de vogelgriep in de Verenigde Staten. Twee derde deel van de Nederlandse eieren zijn bestemd voor export. Doordat in de Verenigde Staten tientallen miljoenen leghennen zijn geruimd, steeg de vraag naar Nederlandse eieren sterk. De opbrengsten per leghen per jaar steeg van 17,74 euro in 2014 naar 18,92 euro in 2015. Doordat ook de kosten lager uitvielen, kwam het gemiddelde inkomen per leghen per jaar uit op 2.94 euro. Dit is een stijging van maar liefst 500 procent ten opzichte van 2014.
Behalve stijgers zijn er ook dalers in de sector. Dit betreft de zeugen, gesloten varkensbedrijven, melkvee, boomkwekerijen en zetmeelbedrijven. Zo heeft de zeer sterke daling van de biggenprijs dit jaar het inkomen op de zeugenbedrijven tot een dieptepunt laten komen. In 2015 ligt de prijs van een big 19,6 procent lager dan in 2014. Het gemiddelde inkomen per onbetaald arbeidsjaareenheid op zeugenbedrijven is 75.000 euro negatief.
Ook vleesvarkenshouders hebben last van lage varkensprijzen. Een vleesvarken brengt dit jaar 10,3 procent minder op dan in 2014. Het inkomen op gesloten bedrijven is dit jaar 54.000 euro negatief. Vleesvarkensbedrijven halen een zeer mager inkomen van 10.000 euro. De Russische importboycot op Nederlands varkensvlees laat haar sporen in de varkensmarkt na.
Ook de resultaten in de melkveesector lopen terug. Waar 100 kilo melk in 2014 gemiddeld nog 42 euro opbracht, is dit in 2015 gezakt tot 36 euro. Een daling van 16,8 procent. Het gemiddelde inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid is hierdoor gehalveerd en bedraagt 20.000 euro. Als belangrijkste oorzaak van de geslonken inkomsten noemt het LEI de afschaffing van het melkquotum en de daaruit voortvloeiende uitdijende melkplas.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.