De Europese Centrale Bank (ECB) heeft besloten om haar koers niet te veranderen, al verwachten ze wel een meer onstuimige zee en verschillende stormen op de route. Dat is in het kort de uitkomst van de bestuursvergadering van donderdag 13 december.
De ECB houdt de rente dus op 0% en houdt ook vast aan het voornemen om deze op zijn vroegst in de herfst van 2019 te verhogen. Althans, als de ontwikkelingen op het inflatiefront zo verlopen als de bank nu verwacht. Over een kleine 2 weken stopt de ECB wel met het opkopen van staats- en bedrijfsobligaties, ofwel de bank stopt met kwantitatieve verruiming.
Alhoewel, stopt is een groot woord. De bank blijft wel de opbrengsten van eerdere aankopen, de rente en de aflossingen gebruiken om weer nieuwe obligaties te kopen. Dat zal de ECB ook na de officiële renteverhoging blijven doen. In het algemeen zegt de bank een ruim monetair beleid te voeren, net zolang tot de jaarlijkse inflatie in de eurozone structureel en houdbaar onder (maar in de buurt van) de 2% per jaar komt te liggen.
Inflatievoorspellingen
De nieuwe verwachtingen over de inflatie voor 2018, 2019 en 2020 van de economen van de ECB waren dan ook belangrijk. Dit jaar komt de inflatie volgens de economen iets hoger uit dan eerder werd verwacht. Al is dat niet verrassend, want het is een logisch gevolg op het feit dat de inflatie recent hoger was dan verwacht.
De inflatie lag afgelopen maanden hoger dan de ECB had verwacht, wat te maken had met de gestegen olieprijs. Het zwarte goud is de afgelopen weken behoorlijk goedkoper geworden, wat tot uiting is gekomen in de raming voor 2019; die is verlaagd van 1,7% naar 1,6%. De raming voor 2020 is gelijk gebleven op 1,7%. De economen voorzien voor 2021 dat de prijzen in de eurozone met 1,8% zullen stijgen.
Als die verwachting uitkomt, dan ligt het voor de hand dat het monetaire beleid van de ECB ook in 2020 en 2021 ruim zal blijven. Tevens zijn er dan hooguit 3 renteverhogingen te verwachten. Een inflatie van 1,8% is iets te laag voor de ECB, maar stoelt op de aanname dat het beleid ruim blijft. Mocht de bank het beleid ietwat krapper maken, dan is de kans groot dat de inflatie in 2021 lager uitkomt. En dat wil de bank voorkomen.
Valt de werkelijkheid wat minder gunstig uit, dan staat de bank klaar om het opkopen van staats- en bedrijfsobligaties opnieuw uit te rollen. Mario Draghi, president van de ECB, onderstreepte nogmaals dat dit instrument een standaardinstrument is geworden voor de ECB. Daarom oordeelde het Europees Hof van Justitie onlangs dat de ECB met het inzetten van dit instrument haar mandaat niet overschrijdt.
Rente nog lang zeer laag
Voor de inwoners van de eurozone zal het bovenstaande betekenen dat de rente nog een lange tijd zeer laag zal blijven. Daarbij kan je denken aan de spaarrente, maar ook aan de hypotheekrente. Die zullen stijgen als de ECB minder actief wordt op de kapitaalmarkt en de economische groei hoog blijft. Echter, standen van voor de laatste crisis lijken onwaarschijnlijk in de nabije toekomst.
De beleggers in aandelen kunnen er daarnaast op vertrouwen dat de ECB, net zoals de Fed, niets zal doen wat de financiële stabiliteit (oftewel de aandelenkoersen omlaag drukken) in gevaar zou kunnen brengen.
Bijgestelde groeiramingen
De afgelopen weken hebben veel instellingen (onder meer de OESO) hun groeiramingen voor 2019 verlaagd. De economie van Duitsland is in het derde kwartaal gekrompen en er zijn nog meer aanwijzingen dat de groei afneemt. Draghi erkende dat toen hij vertelde dat de neerwaartse risico's groter lijken te worden, voorbeelden zijn: het dreigende protectionisme, de kwetsbare opkomende markten en de toegenomen volatiliteit op de financiële markten.
Echter, een lagere groei betekent niet meteen een lage groei, liet Draghi terecht weten. Na de eerdere historische 'whatever it takes' leek het alsof hij nu een terechte 'whatever' zei tegen de economen en analisten die in 2019 een flinke afname in de groei, een recessie of het opnieuw oplaaien van de eurocrisis zien. Daarbij mag overigens niet vergeten worden dat de economische situatie in 2019 juist positief kan verrassen.
Wanneer China en de Verenigde Staten (VS) hun handelsoorlog niet laten escaleren, dan kan het meevallen met de schade door protectionisme. Er worden daarnaast diverse handelsverdragen gesloten. De volatiliteit op de markten kan meevallen door het feit dat de Fed de rente minder vaak lijkt te verhogen dan dat zij eerder zei.
En met betrekking tot de opkomende markten; met de ECB die haar koers ongewijzigd laat en in de wetenschap dat de Fed de rente komend jaar minder vaak zal verhogen, kan 2019 zomaar een jaar worden waarin de euro terrein wint tegenover de dollar. Een stijgende euro-dollarkoers zou de economische vooruitzichten voor de opkomende landen verbeteren, waarmee de vooruitzichten voor de groei van de wereldeconomie toenemen. De gedaalde olieprijs is daarbij het beste te zien als een soort belastingverlaging, waardoor de consumptie wellicht iets kan toenemen.
Geen wijziging in koers
De ECB wijzigt haar koers dus niet en de voornaamste reden daarvoor is dat zich onder de oppervlakte 'inflatoire druk' opbouwt. Dankzij de daling in de werkloosheid en hoge economische groei stijgen de lonen harder dan in het recente verleden. Dat betekent dat de bedrijven met hogere loonkosten te maken hebben, welke ze doorberekenen aan de eindafnemer. Dit lijkt structureel lijkt te zijn en daar zit de ECB al jaren op te wachten.
Dankzij het ruime monetaire beleid en de verwachte economische groei, ziet de ECB die onderliggende druk toenemen. Het is daarom dat het mij niets zou verbazen als de ECB de officiële rente in 2019 wel verhoogt en wie weet zelfs al in de zomer van dat jaar. Dat gezegd hebbende; daarna zijn renteverhogingen onwaarschijnlijk, wat concreet betekent dat de EURIBOR nog heel lang zeer laag zal blijven.
De hoge economische groei, de onderliggende inflatie en de te verwachte verdieping van de eurozone wijst erop dat de Duitse 10-jarige rente in de loop van 2019 kan klimmen naar 1%. Een versteiling van de 'yieldcurve' zou in 2019 dus zomaar kunnen gebeuren.