Het bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) heeft in de komende week weer een vergadering gepland staan. Het kan zomaar zijn dat het beeld ontstaat dat de bank de officiële rente later dan verwacht gaat verhogen.
Ook kan het zomaar zo zijn dat het beeld ontstaat dat het opkopen van staatsobligaties langer gaat duren. Momenteel is de bank voornemens om daar op 31 december 2018 mee te stoppen. Het is niet waarschijnlijk dat de bank er langer mee doorgaat, maar het is volgens mij eveneens onverantwoord om het helemaal uit te sluiten.
Het bovenstaande zou kunnen gebeuren als de ramingen van economen van de ECB omlaag worden bijgesteld. De ECB maakt 4 keer per jaar (in maart, juni, september en december) bekend wat de ramingen voor de inflatie en economische groei voor het lopende en de 2 volgende jaren zijn. De ervaring leert dat die ramingen een soort kompas zijn voor het bestuur.
Olie weer goedkoper
Er zijn 2 variabelen die een belangrijke rol spelen: de olieprijs en de euro. Wanneer ze hun computers aan het werk zetten nieuwe ramingen over de inflatie en groei uit te spuwen, stoppen economen daar een olieprijs en euro-dollarkoers in. Daarvoor gaat het om de gemiddelde wisselkoers in de 2 weken voorafgaand aan de cut-off-datum. Doorgaans valt die datum 1 week voor het einde van de voorgaande maand.
De ECB neemt aan dat die gemiddelde koers de koers is die de komende jaren zal gelden. In het geval van olie, gebruiken de economen de prijs van de futurescontracten (2 weken voor de cut-off-datum). De olieprijs is de afgelopen weken behoorlijk gedaald. Voor de nieuwe ramingen die de ECB op 13 december publiceert, zijn de rekenaars waarschijnlijk uitgegaan van een olieprijs van $60 voor 2019. In september prijkte het nog een olieprijs van $71,90.
Kortom: de olieprijs waarmee de ECB de inflatieverwachtingen berekent, lag waarschijnlijk zo’n 15% lager dan in september. Dat op zichzelf zou de inflatieramingen voor volgend jaar omlaag moeten sturen.
Ervaringen uit het verleden
Als de inflatieramingen uit juni van dit jaar erbij worden gepakt, zien we dat de olieprijs toen ongeveer 20% hoger lag dan 1 kwartaal eerder. De euro was 5% minder waard. De raming voor economische groei bleef onveranderd, maar voor de inflatie kwam er 1,7% uit. Een kwartaal eerder was dat 1,4%. Logisch, want zowel een hogere olieprijs als zwakkere euro drukken de inflatie in de eurozone omhoog. De inflatieraming zou hoger uitpakken als de wisselkoers lager zou zijn dan in september.
De inflatie zou lager uitpakken als euro-dollarkoers hoger zou liggen. In september werkte de bank met een koers van 1,14. Dat is ongeveer gelijk aan de koers die gebruikt is voor de berekening in december. Kortom: in het excelsheet van de ECB staat een fors lagere olieprijs en een min of meer onveranderde euro-dollarkoers. Het zou niet verbazen als de ECB laat weten dat de inflatie in 2019 iets lager zal uitkomen dan de bank eerder had verwacht.
Gevolgen
Dat kan echter behoorlijke gevolgen hebben voor het monetaire beleid in de eurozone. Op het moment verwacht de ECB in 2019 circa 1,7% inflatie. Dat is aan de lage kant voor de bank, die mikt op een jaarlijkse inflatie van zo'n 2%. Als uit de raming blijkt dat de inflatie nog lager zal zijn, dan zou dat ervoor kunnen zorgen dat de ECB het moment van de eerste renteverhoging verder naar achteren schuift.
Op het moment verwacht de bank dat in de herfst van 2019 te doen. Als de vooruitzichten voor economische groei ook verslechteren, dan zou die verwachting helemaal post kunnen vatten. Dat de OESO de verwachting voor de eurozone verlaagd heeft, kan een voorbode zijn voor de stap van de ECB. Het is zelfs niet uitgesloten dat op de markten de verwachting ontstaat dat de bank doorgaat met het opkopen van staatsobligaties. Ik verwacht dat echter niet.
Lat ligt (te) laag
De lat om het opkopen in stand te houden, ligt veel hoger. Dit omdat ECB al vaak gezegd heeft te stoppen en er binnen het bestuur van de centrale bank veel weerstand tegen is. De economen moeten hun voorspelling behoorlijk bijstellen en de bestuursleden moeten overtuigd zijn dat de economische groei flink lager zal uitkomen. Anders zal het opkopen van de staatsobligaties niet voortgezet worden.
Echter, de lat om de rente pas later omhoog te laten gaan, ligt een stuk lager. Ook omdat de Fed recent een forse beleidsbocht heeft gemaakt en de kans nu groot is de centrale bank uit Washington niet in staat is om de rente in 2019 minstens 3 keer te verhogen.
Ik kijk in elk geval met spanning uit naar de persconferentie van de ECB donderdag 13 december, om zodoende te zien wat de nieuwe ramingen zullen zijn. En om (minstens zo belangrijk) te zien wat de ECB-president Mario Draghi erover zal zeggen.