De Amerikaanse president Donald Trump maakte maandag 17 september bekend nieuwe importtarieven te heffen op $200 miljard aan Chinese goederen. Het land liet weten snel terug te zullen slaan, waarmee de handelsoorlog in een hogere versnelling is geraakt. Dat meldt Business Insider.
Trump ergert zich aan het handelstekort van de Verenigde Staten (VS) en China. Hij zegt dat het land Amerikaans intellectueel eigendom misbruikt voor eigen gewin. Aangezien China voor een veel groter bedrag goederen exporteert naar de VS dan omgekeerd, kan Trump het 'geheen-en-weer met importtarieven' langer volhouden dan de Chinese president Xi Jinping.
De VS importeerde in 2017 voor zo'n $505 miljard aan potentieel extra te belasten producten uit China, terwijl de export naar China ongeveer $130 miljard bedroeg. Het handelstekort bedraagt dus $375 miljard (jaarbasis), een bedrag dat de afgelopen jaren aardig is toegenomen.
Weinig reacties in de markt
Trump wil dat het handelstekort in 2020 met circa $200 miljard verlaagd is. Vanaf maandag 24 september hanteert de VS importtarieven van 10% voor de nieuw aangemerkte Chinese producten. In 2019 stijgt dat naar 25%, wanneer China geen concessies doet op het gebied van handel en intellectuele eigendommen.
Officieel geeft dat de Amerikaanse bedrijven meer tijd om de toelevering aan te passen. Echter, analisten en beleggers zien reden tot optimisme in deze uitgestelde stijging van de tarieven. Het geeft de kibbelende landen namelijk meer tijd om tot een overeenstemming te komen en de handelsoorlog te staken.
Ook leeft het idee dat Trump de startdatum van het hoogste importtarief bewust ná de belangrijke congresverkiezingen heeft gelegd. Hij kan tot 6 november nog goede sier maken met zijn harde maatregelen. Daarna kan hij mogelijk toch een streep zetten door het tarief van 25%, om zodoende escalatie en economische schade te voorkomen.
De beurzen reageren dan ook (nog) nauwelijks op de nieuwe slag in de handelsoorlog. In de VS, China en Europa was dinsdag 18 september niets te zien van een eventuele paniekreactie.
Hoeveel valt er nog te heffen?
Tot nu toe hadden beide landen voor $50 miljard aan goederen aangewezen voor de heffing van extra importtarieven. Met de nieuwe heffingen komt de VS uit op $250 miljard aan getroffen Chinese goederen. China reageert naar verluidt met importtarieven op $60 miljard aan Amerikaanse goederen en zal dus uitkomen op $110 miljard.
De tegenreactie van president Trump is in principe al bekend. "Zou China terugslaan na de importtarieven van maandag, dan gaan we onmiddellijk door naar fase 3. Daarin heffen we importtarieven over nog eens $267 miljard aan goederen", aldus de Amerikaanse president.
In dat geval zou de gehele Amerikaanse import van Chinese goederen worden geraakt door de handelsoorlog. Wat kunnen de Chinezen daar nog tegenover stellen?
Conventionele en onconventionele opties
Aangezien van de totale import (van ongeveer $130 miljard) al zo'n $110 miljard getroffen dreigt te worden door Chinese importheffingen, stelt de conventionele optie van China niet zo veel meer voor. Xi Jinping zou voor nog zo’n $20 miljard aan producten uit de VS extra kunnen belasten.
In die zin wordt de handelsoorlog automatisch gewonnen door het land met het grootste handelstekort, dat voor de Verenigde Staten inmiddels maar liefst $375 miljard bedraagt.
Chinezen bezitten fors deel van de Amerikaanse staatsschuld
Echter, China kan ook op andere manieren uithalen. Zo is er nog een grote onbalans tussen de 2 landen: China is de grootste internationale schuldeiser van de VS. Zo'n $1.000 miljard aan Amerikaanse staatsschuld is in handen van de Chinezen.
Als China die schulden terug op de markt brengt, of ook maar suggereert dat het ophoudt met het opkopen van Amerikaanse obligaties, dan gaat de Amerikaanse rente omhoog en zal de waarde van de obligaties omlaag gaan.
China kan Apple treffen
De hogere rente zou lenen in de VS duurder maken, wat de economie zou kunnen schaden. Het nadeel voor de Chinezen: naast de dalende waarde van hun overgebleven schuldpapier zou ook de dollar goedkoper worden. Dan worden Chinese producten in de VS dus automatisch prijziger, wat Trump niet slecht zou uitkomen.
De andere onconventionele optie heeft te maken met het feit dat er veel Amerikaanse bedrijven zijn die in China actief zijn. De overheid kan die bedrijven behoorlijk dwarszitten, als ze daar zin in heeft. De iPhones die Apple in China maakt, zouden als 'bedreiging voor nationale veiligheid' kunnen worden aangemerkt. Fabrieken zouden gesloten kunnen worden, vanwege kleine overtredingen.
China kan het leven van de Amerikaanse bedrijven onmogelijk maken door partnerschappen te staken of door de productie te verstoren met frequente veiligheidscontroles.
Wanneer 2 honden vechten…
Op de lange termijn kunnen Trump en Xi elkaars, maar ook hun eigen, economieën behoorlijk schaden. Importtarieven aan beide kanten zorgen voor hogere consumentenprijzen en inkoopprijzen voor fabrikanten. Die zien hun winstmarges verdampen of zijn genoodzaakt om hun prijzen te verhogen.
Misschien zijn er niet alleen maar verliezers. "De handelsoorlog tussen de VS en China biedt kansen om de Europese belangen te bevorderen", zegt Gabriel Felbermayr, directeur van het ifo Center for International Economics, in een persbericht. "Trump is hopelijk klaar met het aanvallen van al zijn handelspartners. Zolang de handelsoorlog tussen Washington en Beijing gevoerd blijft worden, is Europa relatief veilig."
Lees meer op Business Insider:
- Britse regering wil EU-burgers op alfabetische volgorde te helpen
- EU vreest afluisterpraktijken van Britse spionnen
- Britten willen het laatste woord over brexit-deal
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
