In principe is de baan van een centrale bankier simpel. Hij of zij heeft vaak een opdracht en beschikt over allerlei (machtige) instrumenten om die opdracht succesvol te volbrengen. Om er zeker van te zijn dat politici (met andere belangen) hem of haar niet kunnen beïnvloeden, is de benoeming van een centraal bankier vaak langdurig, eenmalig en tussentijds niet open te breken.
Een bestuurder van de Europese Centrale Bank (ECB) wordt aangesteld voor een periode van 8 jaar. Zijn collega bij de FED wordt zelfs voor 14 jaar aangesteld. Aangezien ze niet herbenoemd kunnen worden, hoeven ze ook niet te slijmen bij policiti (lees: de rentes laag houden) om een nieuw contract te krijgen. Vanaf de benoeming kunnen ze niet ontslagen worden. Een centrale bankier is dus beter beschermd dan meeste bedreigde diersoorten.
Maar goed, terug naar die duidelijk omschreven opdracht. Die luidt vaak 'zorg dat er elk jaar een lage inflatie is'. Dat wordt in de praktijk gedefinieerd als prijsstijgingen van 2 procent. Zowel de ECB als de Britse centrale bank heeft die opdracht.
Taak niet volbracht
Je zou dus mogen verwachten dat economen van die banken zelf aangeven dat de inflatie de komende 1 of 2 jaar te hoog zal zijn. De centrale bank kan dan ingrijpen om te voorkomen dat die voorspelling uitkomt. Hoe dan? Door geld lenen duurder te maken. Dat zorgt ervoor dat huishoudens minder uitgeven en meer sparen, waardoor de vraag minder hard zal stijgen. Het aanbod verandert niet zo snel, waardoor langzamere prijsstijgingen het gevolg zijn. Immers, de vraag wordt minder terwijl het aanbod niet wijzigt.
De economen van de Britse centrale bank hebben, voor het rentecomité van die bank, becijferd dat de inflatie de komende kwartalen (bij ongewijzigd rentebeleid) uit zal komen op 2,7 procent. Dat is veel te hoog. De wet schrijft voor dat de bank ervoor moet zorgen dat de inflatie op 2 procent blijft. In de vergadering van het rentecomité besloot ze echter om de rente niet te verhogen.
Eurozone maakt hetzelfde mee
In de eurozone maken we hetzelfde mee. Enkele jaren geleden was er geen inflatie in eurolanden. De prijzen wisten op jaarbasis zelfs licht te dalen. De economische groei was zeer mager en het recessiegevaar was groot. Dus besloot de ECB om niet alleen de rente te verlagen naar nul procent, maar om elke maand 80 miljard euro in de economie te pompen. Om op die manier de inflatie naar de 2 procent te krikken. Dat is tenslotte de opdracht van de bank
We vinden (2 jaar later) de geldontwaarding in de eurozone op bijna 2 procent. De economen van de bank zeggen dat de inflatie tot in 2019 tussen de 1,5 en 2 procent zal uitkomen (bij een ongewijzigd beleid). In de wetenschap dat de ECB een zeer beroerde track record heeft, met betrekking tot inflatievoorspellingen (de voorspelling is altijd lager dan het uiteindelijk blijkt te zijn), zou je verwachten dat het bestuur langzaam aan de monetaire teugels aanhaakt.
De rente van de ECB bedraagt nog steeds nul procent en de bank laat geen mogelijkheid onbenut om te onderstrepen dat die rente nog verder omlaag kan. Die 80 miljard euro per maand is ondertussen teruggebracht naar 60 miljard euro en dat zal tot het einde van dit jaar nog wel doorgaan. Hoewel de ECB er elke week op hint om dat bedrag te verhogen en dat langer te doen dan tot het einde van het jaar. Om te rechtvaardigen waarom de rente om nul procent blijft, voert de ECB inmiddels een zeer curieus en illegaal argument aan. Daarover meer in een later artikel.
Rug recht houden lukt niet
De vraag is natuurlijk waarom ze daarvoor kiezen. Immers, zoals al eerder gezegd, de centrale bankiers in Frankfurt en Londen zijn uitstekend beschermd tegen elke poging van een politici om ze te beïnvloeden. Het antwoord is dat ze het beleid dat de maatschappij nodig heeft niet volgen of dat die beschermde status en die onafhankelijkheid in de praktijk maar weinig effect heeft.
Voor beide antwoorden is wel iets te zeggen. Ik kan mij niet aan de druk onttrekken dat de ECB de rentes laag houdt, omdat de overheden in veel euroland dat goed uitomt. En aangezien veel bestuursleden van de centrale banken ex-politici of ex-ambtenaren zijn of uit de gelieerde sectoren komen, kan ik mij ook voorstellen dat ze niet echt heel onafhankelijk zijn geweest.
Het ironische is dat sommige politici tegen de ECB-President zeggen dat hij zo snel mogelijk met zijn beleid moet stoppen, zoals de baas van de ECB ook in de Tweede Kamer te horen heeft gekregen. Het tegenargument is echter dat men dat niet eens mag zeggen, want de bank is onafhankelijk.
Ondertussen is "de gewone man" de klos. Zijn pensioen en spaargeld lijden er namelijk onder. De tegenwerping 'ja, maar bij een hogere rente gaat zijn hypotheekrente ook omhoog' is maar deels waar. Velen hebben een rentevaste hypotheek voor een langere tijd, dus die vlieger gaat voor een hele grote groep niet op.
Terwijl velen zich opwinden over 50 miljard euro per jaar aan Europese subsidies voor de landbouwsector, krijgen de overheden en banken in de eurozone een meervoud daarvan aan steun per maand. En wie daar iets van zegt, krijgt te horen dat hij zich er niet mee mag bemoeien of dat het een uitstekend beleid is.
Vreemde vogels
De centrale bankiers die dus hun rug recht kunnen en durven te houden en daarnaast impopulaire maatregelen durven te nemen (ook wanneer politici die niet zien zitten), worden ook wel haviken genoemd. Die bankers die juist ontvankelijk zijn voor de wensen van politici noemen we duiven. De eerst vogel is in de monetaire wereld nauwelijks te spotten. Het wemelt namelijk van duiven. Het zijn vreemde vogels.
Concreet betekent het bovenstaande overigens dat de rente van alle looptijden en zeker de EURIBOR-tarieven nog een zeer lange tijd op de huidige niveaus zullen blijven.