De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) start 1 december met het uitbetalen van de directe betalingen uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Zo meldt minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) via een Kamerbrief.
Aan het einde van dit jaar moet 95% van de aanvragers de basisbetaling binnen hebben. Vorig jaar lag het percentage van betalingen nog op 90%. De overige 5% betreffen de probleemdossiers, waarbij bijvoorbeeld het rekeningnummer onjuist is of waarvan de controles (nog) niet zijn afgerond.
Naast de basisbetaling wordt (indien mogelijk) ook vergroening betaald. Echter, hiervoor moeten eerst alle controles afgerond zijn. Sommige van deze controles kunnen pas in 2019 worden afgerond. Daarnaast wordt ook de steun voor jonge landbouwers direct uitbetaald.
Korting op betalingsrechten
Zowel dit jaar als volgend jaar wordt €30 miljoen van het budget uit de eerste pijler overgebracht naar de tweede pijler (agrarisch natuur- en landschapsbeheer en de premie brede weersverzekering). Dit leidt tot een extra korting op de waarde van de betalingsrechten. In 2018 en 2019 daalt die waarde met 4,48%. Daarnaast wordt er extra budget gecreëerd voor de Nationale Reserve.
Gemiddelde basisbetaling
De gemiddelde waarde bedraagt dit jaar €267,34 per hectare. Voor de gemiddelde vergroeningsbijdrage is dat €115,46 per hectare. De kortingen over de jonge landbouwers en graasdierpremie worden pas later vastgesteld. Naast de korting vindt een algemene budgetkorting plaats, die Europa voorschrijft voor de reservering van crisisuitgaven. Deze korting bedraagt 1,41% en wordt op de betalingen vanaf €2.000 toegepast. Wordt die reserve niet gebruikt, dan wordt de korting in het volgende jaar alsnog uitbetaald.
De Landbouw- en Visserijraad wisselde tijdens het overleg op 15 oktober van gedachten over het GLB-beleid. Hieruit bleek dat alle lidstaten een model met meer flexibiliteit steunen. De lidstaten vinden de voorstellen onnodig ingewikkeld of gedetailleerd. Een aantal zaken worden genoemd: de verzwaarde eisen, het verplicht rapporteren van resultaten, aftopping van steun, niveau van detail en definitie van een 'echte landbouwer'. Ook vinden sommige lidstaten het onacceptabel dat de milieuambities toenemen, maar het budget afneemt.
Verplichte verordening
Schouten laat in de brief weten te hebben benadrukt dat Nederland de flexibiliteit steunt. Dit houdt in dat de eerste pijler een eco-regeling krijgt en de tweede agri-milieu-klimaatmaatregelen. "Ik heb gevraagd om in de verordening op te nemen eco-regelingen te verplichten voor bepaalde groepen boeren", schrijft zij. "Zo kunnen zij worden beloond voor specifieke eisen, met name op het gebied van milieu en klimaat. Concrete voorstellen volgen nog."
Ook pleit de minister voor meer bevoegdheden (subsidiariteit) als het gaat om het systeem van controles en sancties. Het huidige voorstel is te gedetailleerd en complex. Ook wil minister Schouten een verhoging van het minimumpercentage van de tweede peilermaatregelen voor milieu- en klimaatdoelstellingen van 30% naar 40%. Nederland zit hier al ruim boven. Volgens haar moet voor directe betalingen een vergelijkbaar percentage gelden.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.