Verschillende partijen hebben 11 oktober hun mening gegeven over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Wat zijn de standpunten en wat kunnen de inkomenseffecten voor de boer zijn?
Wageningen Economic Research (WUR) heeft naar de inkomenseffecten van de voorstellen gekeken. De scenario’s die geschetst worden, variëren van een budget dat sterk gericht is op biodiversiteit en maatschappelijke doelstellingen (pijler 2) tot een scenario dat meer primair gericht is op inkomensondersteuning (pijler 1).
Het scenario waarin het GLB gericht is op vergroening, gaat uit van veel ondersteuning voor bijvoorbeeld extensief beweid weiland en plasdraspercelen. Er kan via dit systeem tot maximaal €1.650 per hectare aan steun ontvangen worden. Het betekent wel dat er veel eisen aan de boer gesteld worden.
Minder budget
Er is ook gerekend met een kringlooplandbouwscenario en voortzetting van het huidige systeem. Bij voortzetting van het huidige systeem zullen boeren vanaf 2020 zo'n 1% minder steun ontvangen, omdat het budget verlaagd wordt, zo berekenden onderzoekers van de WUR. De invloed voor boeren kan groot zijn, omdat de bedrijfstoeslag 6% tot 7% van de omzet voor melkveehouders en akkerbouwers bedraagt.
Voor de boeren die zich op het leveren van maatschappelijke diensten richten, is de invloed van het voorstel (dat vanaf 2021 ingaat) het meest positief; mits dat gericht is op pijler 2. Echter, het gros van de boeren heeft in de huidige situatie meer voordeel bij een GLB dat gericht blijft op de directe inkomenssteun via pijler 1.
Directe steun uitgekleed
LTO Nederland en de Nederlandse Melkveehouders Vakbond vrezen dat de eerste pijler uit het GLB uitgekleed gaat worden, ten gunste van de tweede pijler (waarin vergroening wordt beloond). Toch zijn ook deze organisaties niet tegen vergroeningsmaatregelen, zo stellen ze in hun visie op het GLB.
Jaap van Wenum, voorzitter van LTO Akkerbouw, wil meewerken aan de maatregelen via een systeem van keuzemogelijkheden. Boeren moeten in dat systeem kiezen voor doelen die de biodiversiteit steunen en dat moet op een manier kunnen die past bij de ondernemer. De beloningen voor biodiversiteit moeten vervolgens gekozen kunnen worden uit een breed palet aan mogelijkheden en moeten op deze manier verankerd worden in het nieuwe GLB.
Vergroenen of doorgaan
Overigens stellen alle partijen dat ze een goed boereninkomen beogen. Een scheiding tussen de partijen kan daarom beter gemaakt worden op basis van hoe dit inkomen bereikt moet worden. Een goed inkomen door vergroening of een goed inkomen door efficiëntie en grootschalige productie?
De partijen die voor meer vergroening zijn (de WUR, de waterschappen en de provincie) beogen kortweg een GLB dat gericht is op pijler 2. Deze partijen willen niet direct dat boeren minder steun ontvangen, maar willen juist dat de boeren alleen gesteund worden als ze de gewenste slag naar meer biodiversiteit maken.
Pijler 1 meer richten op duurzame prestaties
Ook pijler 1 zou een directe relatie moeten krijgen tussen het ontvangen van inkomenssteun en duurzame prestaties, zo stellen zowel de Unie van Waterschappen als David Kleijn van de WUR. In de voorstellen voor het nieuwe GLB is al opgenomen dat ook voor de basistoeslag (pijler 1) aan milieu- en klimaatdoelen moet worden voldaan.
Dit baart de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) zorgen, omdat iedereen nu nog een basistoeslag per hectare ontvangt. Het wegvallen van de steun kan het einde van diverse bedrijven betekenen. De NAV is echter wel een van de partijen die stelt dat verandering richting een duurzamere landbouw niet zal lukken middels het GLB. Dit moet volgens hen vanuit de markt betaald en ondersteund worden.
Marktbescherming
De NAV betoogde daarom dat er aan marktbescherming moet worden gedaan. Het kan immers niet zo zijn dat er allerlei eisen worden gesteld aan de Europese boeren, terwijl de Europese Unie (EU) tegelijkertijd vrijhandelsverdragen sluit met landen buiten de EU (die lagere eisen aan de productiemethode stellen).
Rabobank noemt een systeem met biodiversiteitsindicatoren, zoals de biodiversiteitsmonitor die de bank met FrieslandCampina en het Wereld Natuur Fonds ontwikkelde, een goede oplossing. Zo kan de kostprijs in de gehele keten doorgezet worden. Net als de NAV wordt daarmee feitelijk gezegd dat maatschappelijke kosten vanuit de markt betaald moeten worden.
Concurrentiepositie verstevigen
Rabobank wil aan de ene kant verduurzaming van de productie en aan de andere kant een hogere productiviteit en kwaliteit om de positie in de wereldmarkt te verstevigen. Ook zal schaalvergroting noodzakelijk blijven, om zodoende zeker te stellen dat ondernemers met een maatschappelijk geaccepteerde productiewijze een volledig inkomen uit hun bedrijf kunnen realiseren.
Boer Bewust beschrijft in haar visie met name over een GLB dat boeren moet ondersteunen efficiënt te telen. Dit om in een wereldwijd speelveld gelijke kansen te hebben. Ook legt de organisatie de vinger bij de financiering van de landbouwsector, net zoals de NAJK dat doet.
Opvolging
Partijen maken zich zorgen over het feit dat 75% van de boeren 55 jaar of ouder is. Ze vragen zich af hoe de overdracht van landbouwbedrijven de komende 15 jaar plaatsvindt (met de financieringsmogelijkheden van nu). In het nieuwe GLB moet hierover goed zijn nagedacht, zo stellen de partijen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.