De vrijwillig gekoppelde steun (VCS) die 11 Europese lidstaten aan de suikerbietenteelt toekennen, zorgen voor oneerlijke concurrentie. Die conclusie maakt Wageningen Economic Research (WUR) na een onderzoek over deze steun. Ook zonder subsidie is de bietenteelt renderend ten opzichte van graangewassen.
Voor de Duitse vereniging van suikerproducenten: Verein der Zuckerindustrie (VDZ) deed Wageningen Economic Research onderzoek naar de vrijwillig gekoppelde steun. Het levert oneerlijke concurrentie op met de lidstaten waar telers wel op eigen benen moeten staan. De Europese steun is legaal, maar het is de vraag of de verdeling van de subsidiegelden wel legitiem is.
Tot 50% gesubsidieerd
Vanaf 2015 is het in het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) mogelijk om financiële steun te bieden bij de teelt van suikerbieten. Een 10-tal lidstaten maakt hier gebruik van. De teelt van bieten stijgt hierdoor, waardoor de prijzen dalen. Uit het onderzoek van de WUR blijkt dat de subsidie varieert van 5% tot 50% van de prijs die betaald wordt door de suikerindustrie.
De VCS is in het leven geroepen om de teelt te stimuleren in regio’s waar deze dreigt te verdwijnen. Dit heeft negatieve gevolgen voor de lokale economie. In de praktijk wordt de regeling landelijk toegepast. Het biedt daarmee steun aan boeren die anders ook bieten zouden telen. De regeling stimuleert juist de teelt van meer suikerbieten, waardoor de markt verstoord wordt. Per saldo neemt de Europese productie met 1,3% toe als gevolg van de steun en ligt de prijs 4,5% lager, ten opzichte van een scenario zonder inmenging van subsidiegelden.
De WUR adviseert om het toekennen van VCS te beperken tot gebieden waar dit noodzakelijk is. Oneerlijke concurrentie moet zo worden tegengegaan. Een saldovergelijking toont aan dat bieten ook zonder steun concurrerend zijn met tarwe en koolzaad. Inclusief steun leveren bieten nu vaak een voordeel van meer dan €1.000 per hectare op. Zonder steun is dat €600 tot €700 per hectare.
Forse subsidiebedragen
Polen strijkt verreweg de meeste hoeveelheid VCS op, maar kent het grootste bietenareaal. Het gaat om €81 miljoen, wat neerkomt op €502 subsidie per hectare. Per ton is dat €6 tot €8,30. Roemenië en Italië, de nummer 2 en 3 in de lijst, hebben een lager subsidiebedrag van €18 miljoen en €17 miljoen. De steun per hectare ligt met €784 en €442 per hectare eveneens op een hoog tot zeer hoog niveau. Roemenië spant daarmee zelfs de kroon. Van iedere ton bieten komt €15 tot €17,60 uit Brussel. Italië kent met €44 per ton de hoogste kale bietenprijs. In Polen is dat bijvoorbeeld €28,60.
Een hoge hectaretoeslag voor bieten betekent overigens niet per definitie dat akkerbouwers daarmee fors verdienen aan de teelt. Bietenverwerkers passen simpelweg hun contractprijzen aan op het subsidieniveau. De winst van de bietenteelt steken zij in eigen zak. Daar schreven we vorige week al over.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/melkvee/artikel/10877496/bietensubsidie-eu-is-oneerlijke-concurrentie][/url]