Agrifoto

Nieuws Akkerbouw

Huidig voorjaar is een herhaling van 2023

6 Mei 2024 - Niels van der Boom

Pak de artikelen van een jaar geleden erbij en ze zijn bijna een-op-een vergelijkbaar met die van dit voorjaar. Het zaai- en pootwerk verloopt met horten en stoten. Ook opvallend zijn de enorme regionale verschillen in de voortgang van het werk.

Dit artikel verder lezen?

Word abonnee en krijg direct toegang

Kies het abonnement dat bij je past
Heb je een tip, suggestie of opmerking naar aanleiding van dit artikel? Laat het ons weten

Gemiddeld viel in april 82 millimeter neerslag en dat is nagenoeg gelijk aan een jaar eerder. Ook de meimaand is op veel plekken kletsnat begonnen, met een maandsom aan neerslag in slechts enkele dagen. In het zuiden van het land vielen enkele tientallen millimeters. Limburg spant de kroon, met neerslaghoeveelheden tot 90mm. Dat is het patroon van voorjaar 2024, dankzij een hardnekkige zuidelijke stroming. Het zuidoosten en zuidwesten komen er steeds slecht van af in vergelijk tot het midden en noorden van ons land, waar beduidend minder regen valt.

Inhaalslag
De weerkaarten zijn een goede afspiegeling voor de voortgang van het zaaien en poten. Regionaal zijn de verschillen enorm. In Flevoland, en dan met name de Flevopolder, is het werk ver gevorderd. De suikerbieten en uien zitten grotendeels in de grond en ook het poten van consumptieaardappelen is goed op weg. In de Noordoostpolder hebben akkerbouwers afgelopen week een enorme inhaalslag gemaakt. Verder naar het noorden hebben akkerbouwers op de klei nog meer werk te verrichten. In het oosten en noordoosten is de voortgang sterk afhankelijk van waar je zit. Lang niet alle percelen zijn bekwaam. Zelfs mest uitrijden is een opgave.

Eind april zat ruim de helft van de zaaiuien in de grond. Afgelopen week is weer behoorlijk wat gezaaid. Een kwart of meer wellicht. Een deel van de pas gezaaide uien kreeg donderdag een flinke bui op de kop. Ook het weekend verliep zeker niet droog. Hoe dat uitpakt voor de gewassen moet nog blijken. Eind maart gezaaide percelen hebben lokaal last gehad van overvloedige neerslag en hagel, maar een combinatie van vocht en temperatuur zorgt er nu voor dat deze gewassen zich snel ontwikkelen. Door de regelmatige buien is korstvorming meestal geen probleem geweest.

Minder areaal?
Afgelopen voorjaar zijn de grenzen opgezocht (en overschreden) qua zaaidata voor uien. Veel percelen die na 10 mei de grond in gingen hebben zich – door een gortdroge, schrale periode – nauwelijks kunnen ontwikkelen. Pas na de langste dag startte de loofontwikkeling, waardoor opbrengsten tegenvielen en veel diknekken (bouten) ontstonden. Met deze risico's en hoge kosten in het achterhoofd is het de vraag hoeveel uientelers nog uien durven zaaien op dit moment. Een fors getemperde markt draagt ook niet bij aan de stemming om te gokken met uien. Het areaal – dat voorafgaand aan het seizoen op 7% tot 10% groei werd geraamd – kan weleens anders uitpakken dan eerder werd gedacht.

De situatie bij suikerbieten is vergelijkbaar. Volgens cijfers van Cosun zat begin vorige week ruim de helft van alle bieten in de grond. In de Flevopolder ging het om 92% en Oost-Brabant 27%. Dat toont nog maar eens de grote verschillen. In een week tijd is veel gezaaid, waardoor de zaaidatum naar alle waarschijnlijkheid vergelijkbaar wordt aan vorig jaar (26 april). Regionaal kan dat fors later zijn, afhankelijk van wanneer telers het land weer op kunnen. Late zaai kost suiker – zo'n 750 kilo per hectare is de stelregel – maar de ervaring van vorig jaar leert dat dit gecompenseerd kan worden door de wortelopbrengst.

Vroege aardappelen met fikse achterstand
Dan de aardappelen. De voortgang van het poten kent opnieuw een soortgelijk verloop als vorig jaar en loopt soms nog verder achter. Aviko schat in dat amper 20% van het consumptieareaal bij hun telers in de grond zit begin mei. In België zou het om slechts 5% gaan. Voor telers daar, en in Zuid-Nederland, is het al een opgave om de vroege aardappelen te poten. Wat niet vergeten mag worden is de conditie van de grond. Die is verre van optimaal en dat is een verschil met voorjaar '23. De ondergrond is verzadigd met vocht en dat verandert ook niet snel.

De schatting van Aviko is misschien aan de voorzichtige kant. In het zuidwesten hebben telers afgelopen week mondjesmaat consumptieaardappelen kunnen poten. Vooral op de lichtere percelen die krap aan bekwaam waren. Op de klei in Zeeland en Brabant viel dat zeker niet mee. Regen gooide vanaf woensdag weer roet in het eten, waarna de pootmachines stilstonden. In het zuidoosten van het land is de situatie niet veel beter. Meer naar het noorden is het poten goed op gang gekomen en vliegen de hectares erdoor.

Gevolgen
Voor aardappelen hoeft een latere pootdatum geen probleem te zijn. Ook vorig jaar zijn prima opbrengsten gehaald in laat gepote percelen. Het risico zit 'm in het oogstmoment, dat naar achteren schuift. Ook die gevolgen hebben telers vorig jaar aan den lijve ondervonden. Met name voor de uien is de tikkende klok een gevaar. Veel hangt af van de komende weken. Het weer wordt deze week droger, al krijgt het zuiden van ons land – samen met België en Frankrijk – eerst nog met wat buien te maken. 

Een aantredend hogedrukgebied in West-Europa moet vanaf eind deze week stabiel en droog weer opleveren. Deze periode houdt in de huidige weerkaarten zelfs de hele maand aan. Komt die verwachting uit, dan is er nog geen man overboord. Daarbij is het aangenaam warm. In combinatie met voldoende vocht hebben de gewassen zo een ideale start. Het zijn vooral de vroege teelten die met een achterstand te kampen hebben die niet zomaar is ingehaald.

Ziektedruk - Bruine roest
Powered by Agroweer

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden